Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
- toegewezen proceskosten: € 11.184,87
- nasalaris € 1.262,00
- betekening: € 1.910,09
- executiekosten: € 12.307,77
(…) Uit dit overzicht blijkt het volgende:* De door uw kantoor gemaakte en nog aan Gastvrij in rekening te brengen kosten (kolommen H t/m K) totaal € 15.491,06.* Voor Gastvrij heeft uw kantoor € 30.490,86 geïncasseerd, waarvan € 27.798,91 aan uw kantoor is betaald.* Per saldo laat dit een aan cliënt toekomend bedrag over van € 12.217,85.(…)Gezien het bovenstaande is het verzoek van cliënt (een tussentijdse afrekening van € 10.000 ten gunste van Gastvrij) alleszins redelijk te noemen.
(…) Uit het overzicht, welke slechts een dossierspecificatie weergeeft zoals door de debiteur verschuldigd, blijkt zeer duidelijk dat geen ruimte is voor een tussentijdse afdracht. Hetgeen uw cliënt reeds meermalen, ook onderbouwd, is aangegeven. Echter zelfs al zou er wel ruimte zijn, hetgeen niet het geval is, dan nog zal geen afdracht plaats vinden. Een eventuele afdracht zal dan eerst worden verrekend met de reeds genoemde openstaande posten. (…)
(…) In dit gesprek is ook zeer nadrukkelijk uiteengezet op welke gronden wij geen afdrachten kunnen verstrekken, namelijk omdat er nog openstaande posten zijn en omdat de saldopositie dit niet toelaat. Ik weerspreek dan ook met klem uw opmerking dat een nadere specificatie continue uitblijft. Zo staan de door mij genoemde proceskosten namelijk ook gewoon in datzelfde overzicht vermeld van waaruit u meent te kunnen opmaken dat uw cliënte aanspraak kan maken op enig bedrag (kolom G ten bedrage van € 11.184,87). Tevens zijn de incassokosten ook gewoon verschuldigd (kolom E ten bedrage van € 4.096,86). (…)
3.De provisionele vordering ex 223 Rv en het verweer
€ 10.000,- aan Gastvrij.
€ 10.000,- niet, althans onvoldoende, betwist is. Zij heeft belang bij de gevorderde voorlopige voorziening omdat zij in liquidatie verkeert, waardoor haar inkomsten minimaal zijn terwijl haar lopende en wettelijke verplichtingen wel doorlopen.
De beoordeling
€ 27.708,91 van debiteuren van Gastvrij heeft geïncasseerd, maar daaruit kan niet zonder meer worden afgeleid dat alleen de door Gastvrij op dat overzicht aangeduide posten (overige proceskosten, betekening en executiekosten) aan [gedaagde] toekomen. Uit de overgelegde correspondentie volgt dat [gedaagde] zich op het standpunt stelt dat ook de incassokosten en de toegewezen proceskosten op het geïncasseerde bedrag in mindering komen. Indien dat standpunt juist zou zijn – wat de kantonrechter thans niet kan nagaan omdat de tussen partijen overeengekomen voorwaarden niet zijn overgelegd – is [gedaagde] aan Gastvrij vrijwel niets meer verschuldigd. Voorts zijn partijen het kennelijk ook niet eens over de wijze waarop afgerekend moet worden met betrekking tot de in oktober en november 2019 afgesloten dossiers. Daardoor valt op dit moment ook niet vast te stellen welk bedrag [gedaagde] daarvoor toekomt.
5.De beslissing
In de hoofdzaak
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Dijk, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.