ECLI:NL:RBNHO:2020:2740

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2020
Publicatiedatum
9 april 2020
Zaaknummer
7760027
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en aansprakelijkheid bij vertraging nutsvoorzieningen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser1] c.s. en Dura Vermeer Bouw Midden West B.V. De eisers, vertegenwoordigd door mr. J.M.W.M. van Toor, vorderden een gefixeerde schadevergoeding van € 1.202,64 wegens overschrijding van de bouwtijd van een woning. Dura Vermeer, vertegenwoordigd door mr. W.J.M. van Loon, betwistte de vordering en stelde dat de vertraging in de aanleg van nutsvoorzieningen buiten haar aansprakelijkheid viel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 11 maart 2016 een aannemingsovereenkomst tot stand is gekomen, waarbij Dura Vermeer zich verplichtte om de woning te bouwen binnen 170 werkbare werkdagen. De bouwtijd begon op 29 november 2017, maar door vertraging in de aanleg van nutsvoorzieningen door derden kon Dura Vermeer gedurende 29 werkdagen niet aan de woning werken. De oplevering vond uiteindelijk plaats op 10 oktober 2018.

De kern van het geschil was of de vertraging in de aanleg van de nutsvoorzieningen voor rekening van Dura Vermeer kwam. De kantonrechter oordeelde dat de vertraging niet voor risico van Dura Vermeer kwam, omdat de aannemingsovereenkomst en de algemene voorwaarden geen verplichting voor Dura Vermeer inhielden om de nutsvoorzieningen aan te leggen. Hierdoor was er geen sprake van overschrijding van de bouwtijd en was Dura Vermeer niet aansprakelijk voor de gefixeerde schadevergoeding. De vordering van [eiser1] c.s. werd afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7760027 CV EXPL 19-6269
Uitspraakdatum: 15 januari 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser1]
en
[eiser2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
verder te noemen: [eiser1] c.s.
gemachtigde: mr. J.M.W.M. van Toor
tegen
de besloten vennootschap
Dura Vermeer Bouw Midden West B.V.
gevestigd te Cruquius
gedaagde
verder te noemen: Dura Vermeer
gemachtigde: mr. W.J.M. van Loon

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser1] c.s. heeft bij dagvaarding van 6 mei 2019 een vordering tegen Dura Vermeer ingesteld. Dura Vermeer heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
[eiser1] c.s. heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Dura Vermeer een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Tussen [eiser1] c.s. en Dura Vermeer is op 11 maart 2016 een aannemingsovereenkomst tot stand gekomen (hierna: de overeenkomst) uit hoofde waarvan Dura Vermeer zich heeft verplicht jegens [eiser1] c.s. een woning te bouwen conform de technische omschrijving (hierna: de technische omschrijving) tegen betaling door [eiser1] c.s. van een aanneemsom van € 171.806,00. Op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing (hierna: de algemene voorwaarden).
2.2.
Krachtens artikel 5 lid 1 van de overeenkomst dient Dura Vermeer de woning op te leveren aan [eiser1] c.s. "
binnen 170 werkbare werkdagen" na het gereedkomen van de ruw begane grondvloer (hierna: de bouwtijd).
2.3.
De bouwtijd is aangevangen op 29 november 2017.
2.4.
Artikel 9 van de algemene voorwaarden bepaalt:
"
1.(…)
2. De aanleg- en aansluitkosten en de eventuele kosten van ingebruikstelling met betrekking tot elektrische energie, gas, water en riolering zijn in de aanneemsom begrepen.
(…)"
2.5.
Artikel 11 van de algemene voorwaarden bepaalt:
"
1. Werkdagen worden als onwerkbaar beschouwd wanneer daarop door omstandigheden buiten de aansprakelijkheid van de ondernemer gedurende ten minste vijf uren door het grootste deel van de werknemers of machines niet kan worden gewerkt. Niet als werkdagen worden beschouwd de algemeen erkende, door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- en feestdagen, vakantiedagen en andere vrije dagen alsmede de door de directie van de ondernemer in overleg met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging vastgestelde collectieve vakantiedagen en andere roostervrije dagen.
(…)
5. Bij overschrijding van het aantal werkbare werkdagen als omschreven in artikel 5 lid 1 van de aannemingsovereenkomst en ook, indien een door de ondernemer reeds aangekondigde oplevering wordt opgeschort, zal de ondernemer zonder ingebrekestelling aan de verkrijger een gefixeerde schadevergoeding van 0,25 promille van de aanneemsom per kalenderdag verschuldigd zijn.
(…)"
2.6.
Bij e-mail van 13 juli 2018 heeft Dura Vermeer aan [eiser1] c.s. laten weten dat de aansluitingen voor de nutsvoorzieningen vertraging hadden oplopen.
2.7.
In reactie op een brief van 20 augustus 2018 van [eiser1] c.s. waarin [eiser1] c.s. aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding in verband met overschrijding van de bouwtermijn heeft Dura Vermeer bij brief van 21 augustus 2018 aan [eiser1] c.s. aansprakelijkheid afgewezen. In die brief geeft Dura Vermeer aan dat "
met inachtneming van weekenden, feestdagen, de bouwvakanties en onwerkbaar weer" de bouwtijd zal eindigen op 12 september 2018.
2.8.
Als gevolg van de vertraging in de aanleg van de nutsvoorzieningen door de nutsbedrijven heeft Dura Vermeer gedurende 29 werkdagen niet aan de woning kunnen werken.
2.9.
De oplevering van de woning heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 10 oktober 2018.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser1] c.s. vordert – samengevat – dat de kantonrechter Dura Vermeer veroordeelt tot betaling van € 1.202,64, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 november 2018 tot de dag van algehele voldoening, en betaling van de proceskosten.
3.2.
[eiser1] c.s. legt aan de vordering ten grondslag dat Dura Vermeer krachtens artikel 11 lid 5 van de overeenkomst een gefixeerde schadevergoeding verschuldigd is als gevolg van overschrijding van de overeengekomen bouwtijd.
3.3.
Dura Vermeer betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de bouwtijd niet is overschreden en, voor zover dat al het geval zou zijn, sprake is van overmacht aan haar zijde.

4.De beoordeling

4.1.
Kern van het geschil betreft de vraag of sprake is van een overschrijding van de overeengekomen bouwtijd van 170 werkbare werkdagen. Voor het antwoord op die vraag is, gelet op artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden, doorslaggevend of de vertraging in de aanleg van de nutsvoorzieningen valt binnen de aansprakelijkheid van Dura Vermeer. Indien die vertraging in de verhouding tot [eiser1] c.s. niet voor risico van Dura Vermeer komt (buiten haar aansprakelijkheid valt in de zin van artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden), zullen de 29 werkdagen waarop Dura Vermeer niet heeft kunnen werken als gevolg van die vertraging niet als werkbare werkdagen kunnen worden beschouwd. In dat geval is geen sprake van een overschrijding van de overeengekomen bouwtijd van 170 werkbare werkdagen en is Dura Vermeer geen gefixeerde schadevergoeding verschuldigd.
4.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de vertraging van de aanleg van de nutsvoorzieningen door de nutsbedrijven een omstandigheid waarvoor Dura Vermeer niet aansprakelijk is als bedoeld in artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.
4.3.
Anders dan [eiser1] c.s. meent, volgt uit artikel 9 lid 2 van de algemene voorwaarden niet dat Dura Vermeer zich jegens [eiser1] c.s. contractueel heeft verbonden de nutsvoorzieningen aan te leggen. Een dergelijke contractuele gebondenheid volgt immers niet uit het enkele feit dat, zoals dat artikel bepaalt, de aanleg- en aansluitkosten en de eventuele kosten van ingebruikstelling van nutsvoorzieningen in de aanneemsom zijn begrepen. Evenmin is sprake van feiten en omstandigheden waaruit zou volgen dat [eiser1] c.s. redelijkerwijs heeft mogen verwachten, en Dura Vermeer redelijkerwijs heeft moeten begrijpen dat [eiser1] c.s. mocht verwachten, dat uit artikel 9 lid 2 van de algemene voorwaarden ook volgt dat Dura Vermeer zich jegens [eiser1] c.s. heeft willen verbinden de nutsvoorzieningen aan te leggen.
4.4.
Uit de aanneemovereenkomst en de daarbij horende technische omschrijving blijkt dat op Dura Vermeer alleen de verplichting rust de woning aan te sluiten op de nutsvoorzieningen (en voor zover nodig zorg te dragen voor de aanvraag van de nutsvoorzieningen bij de relevante nutsbedrijven). Ook die verplichting brengt op zichzelf of in samenhang met artikel 9 lid 2 van de algemene voorwaarden niet mee dat op Dura Vermeer ook jegens [eiser1] c.s. de verplichting rust die nutsvoorzieningen geheel of gedeeltelijk aan te (laten) leggen. Dat Dura Vermeer de nutsbedrijven heeft aangespoord om de aansluitingen aan te leggen en daarvoor een ingebrekestelling heeft verstuurd, leidt niet tot een andere conclusie. De omstandigheid dat sprake is van een contractuele gebondenheid van nutsbedrijven jegens Dura Vermeer voor aanleg van de nutsvoorzieningen brengt immers op zichzelf niet mee, dat Dura Vermeer vervolgens op haar beurt in haar relatie tot [eiser1] c.s. aansprakelijk is voor de aanleg van die nutsvoorzieningen. [eiser1] c.s. hebben geen feiten en omstandigheden gesteld die tot een andere conclusie zouden moeten leiden.
4.5.
Nu geen sprake is van een contractuele gebondenheid van Dura Vermeer jegens [eiser1] c.s. met betrekking tot de aanleg van de nutsvoorzieningen, kan evenmin het beroep van [eiser1] c.s. op artikel 7:751 BW (aansprakelijkheid voor hulppersonen) slagen. Dat artikel is immers alleen van toepassing indien sprake is van hulppersonen die voor werkzaamheden worden ingeschakeld door een partij die zelf contractueel gebonden is die werkzaamheden te verrichten.
4.6.
Anders dan [eiser1] c.s. stelt volgt uit de toepasselijkheid van de SWK garantie- en waarborgregeling 2014 niet dat een vertraging ten aanzien van de aanleg van de nutsvoorzieningen (niettemin) voor rekening en risico van Dura Vermeer komt. De enkele omstandigheid dat [eiser1] c.s. aan toepasselijkheid van de SWK garantie- en waarborgregeling 2014 verregaande consumentenbescherming ontleent, leidt niet tot de conclusie dat de vertraging bij de aanleg van nutsvoorzieningen voor rekening en risico van Dura Vermeer komt.
4.7.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de dagen waarop Dura Vermeer niet heeft kunnen werken als gevolg van de vertraging bij de aanleg van de nutsvoorzieningen, als onwerkbare werkdagen moeten worden beschouwd in de zin van artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden. Daaruit volgt dat geen sprake is van een overschrijding van de overeengekomen bouwtijd van 170 werkbare werkdagen en Dura Vermeer geen gefixeerde schadevergoeding verschuldigd is jegens [eiser1] c.s. zoals bedoeld in artikel 11 lid 5 van de algemene voorwaarden. De kantonrechter zal de vordering van [eiser1] c.s. daarom afwijzen.
4.8.
[eiser1] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van Dura Vermeer worden veroordeeld. De kantonrechter begroot de kosten van de procedure aan de zijde van Dura Vermeer tot op heden op € 240,-- aan salaris van de gemachtigde van Dura Vermeer.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser1] c.s. tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Dura Vermeer worden vastgesteld op een bedrag van € 240,-- aan salaris van de gemachtigde van Dura Vermeer.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.J. Lommen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter