ECLI:NL:RBNHO:2020:2906

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
16 april 2020
Zaaknummer
C/15/297199 / HA ZA 19-804
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om benoeming deskundige makelaar in civiele procedure

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, wordt een verzoek behandeld van gedaagden om een deskundige makelaar-taxateur te benoemen in een lopende civiele procedure. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.A. Lewin, heeft gereageerd op dit verzoek. De rechtbank stelt vast dat het wetboek van burgerlijke rechtsvordering geen basis biedt voor het indienen van een dergelijk verzoek als een incident tijdens een lopende procedure. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een incident en dat er niet op het verzoek zal worden beslist. De financiële waardering van de woning zal echter wel aan de orde komen in de procedure.

De rechtbank gelast een mondelinge behandeling om verdere inlichtingen te verkrijgen en om te onderzoeken of partijen het op bepaalde punten met elkaar eens kunnen worden. De rechtbank wijst erop dat het niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling gevolgen kan hebben voor die partij. Tijdens de mondelinge behandeling zal de rechter vragen stellen over de feiten en standpunten van partijen, en de advocaten krijgen de gelegenheid om hun vorderingen of verweren nader toe te lichten. Partijen worden verzocht om relevante documenten uiterlijk twee weken voor de zitting in te dienen.

De rechtbank beveelt de verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling. De zitting zal plaatsvinden in het gerechtsgebouw te Alkmaar op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd. Partijen moeten in persoon aanwezig zijn en dienen hun verhinderdagen op te geven. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/297199 / HA ZA 19-804
Vonnis van 22 april 2020
in de zaak van
[eiseres]
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat: mr. H.H.A. Lewin te Uitgeest,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat: mr. J.C. Duvekot te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord, waarin een “incident benoeming taxateurs”
  • de conclusie van antwoord in het incident van eiseres.
1.2.
Vervolgens is de zaak verwezen naar de rol voor het wijzen van vonnis in het incident.

2.De overwegingen

2.1.
De rechtbank stelt vast dat partijen ervan uitgaan dat er eerst op het incident zal worden beslist. Gedaagden hebben in hun conclusie van antwoord bij wijze van “incident” de rechtbank verzocht om een deskundige makelaar-taxateur te benoemen. Eiseres heeft hierop in haar conclusie van 25 maart 2020 gereageerd.
De rechtbank is echter van oordeel dat het wetboek van burgerlijke rechtsvordering geen grond biedt om op deze manier gedurende een lopende procedure een dergelijk verzoek te doen. Zo een “incident” bestaat niet. Er zal dan ook niet op worden beslist. Wel zal de financiële waardering van de desbetreffende woning aan [adres] in de procedure aan de orde komen.
2.2.
De rechtbank zal een mondelinge behandeling gelasten om ook nog verdere inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
2.3.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij op de mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
2.4.
De mondelinge behandeling van de zaak zal in beginsel de volgende onderwerpen bevatten. De rechter zal beginnen met een aantal formaliteiten. Vervolgens zal de rechter zo nodig vragen stellen over de feiten en over de standpunten van partijen waarin inzicht moet bestaan om tot een oordeel te kunnen komen. Aan de advocaten van partijen zal de gelegenheid worden geboden om voor zover nodig de vordering of het verweer nader toe te lichten. Indien gewenst kan daarbij gebruik worden gemaakt van korte spreekaantekeningen, niet langer dan vier bladzijden.
2.5.
De rechter wenst in het bijzonder
uiterlijk twee weken voor de zittingde volgende informatie van partijen te ontvangen:
Van eiseres:
  • een nadere onderbouwing van punt 20.v van de dagvaarding (Ford Transit) of een opgave van de waarde van deze auto;
  • een onderbouwing van de verdeling van de door haar betaalde energiekosten (60/40%).
Van gedaagden:
  • een opgave van de waarde van de inboedel en de sieraden
  • een verklaring van notaris Van Commenée over het schrappen van de vordering van € 16.766,- en de “betreffende stukken” (zie de bijlage bij de e-mail van mr. Ebben d.d. 26-1-2017).
2.6.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook aan de orde komen of een schikking (al dan niet op onderdelen) mogelijk is. Partijen moeten er op voorbereid zijn, dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis kan wijzen. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
2.7.
Partijen wordt verzocht er zorg voor te dragen dat overige bescheiden die voor de zaak van belang zijn - voor zover deze nog niet zijn overgelegd - uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling in het bezit zijn van de rechtbank en de wederpartij.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de mondelinge behandeling van mr. L.J. Saarloos in het gerechtsgebouw te Alkmaar aan de Kruseman van Eltenweg 2 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
3.2.
bepaalt dat de partijen dan in persoon aanwezig moeten zijn,
3.3.
bepaalt dat partijen
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk aan de rechtbank ter attentie van de zittingsadministratie handel van de sector civiel - de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei 2020 tot en met juli 2020 dienen op te geven, waarna dag en uur van de mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
3.4.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen,
3.5.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
3.6.
wijst partijen er op, dat voor de zitting anderhalf uur zal worden uitgetrokken,
3.7.
bepaalt dat de in de overwegingen opgevraagde informatie uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting aan de rechtbank en de wederpartij moet zijn toegestuurd,
3.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. Saarloos en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2020. [1]

Voetnoten

1.Conc.: LJS