Op 1 mei 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een partij die zich verzet tegen de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van een zonnepark, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schagen. Dit besluit, genomen op 25 februari 2020, verleende aan een derde-partij een omgevingsvergunning voor het realiseren van een innovatieve onderzoekslocatie voor een grondgebonden zonne-installatie.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang aanwezig was, aangezien de bouw van het zonnepark niet eerder dan in het derde kwartaal van 2021 zou beginnen. De voorzieningenrechter baseerde zijn oordeel op de planning van de derde-partij en de afhankelijkheid van subsidies en andere factoren die de realisatie van het project beïnvloeden. Ondanks de bezwaren van verzoekster, was er geen reden om aan de planning van de derde-partij te twijfelen.
De voorzieningenrechter concludeerde dat, hoewel het bestreden besluit nog niet in werking was getreden, dit niet betekende dat er sprake was van een spoedeisend belang. De rechter benadrukte dat verzoekster op een later moment opnieuw een verzoek om voorlopige voorziening kan indienen als de omstandigheden veranderen. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, R.I. ten Cate, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.