Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- het exploot van oproeping
- de mondelinge behandeling
- het tijdens de behandeling tegen gedaagden verleende verstek.
- eiseres
- mr. Mons voornoemd
2.De beoordeling
- Uit de door eiseres overgelegde stukken, waaronder kopieën van e-mailverkeer met gedaagden en hun advocaat, is voldoende gebleken dat gedaagden sinds 27 februari 2020 worden bijgestaan door mr. [Surinaamse advocaat] te [plaats] , Suriname, die op die datum haar juridische bijstand van gedaagden schriftelijk heeft bevestigd aan mr. Mons voornoemd en sindsdien als rechtshelper namens gedaagden met mr. Mons heeft gecorrespondeerd.
- Tevens is uit de overgelegde stukken voldoende gebleken dat mr. Mons de dagvaarding in de onderhavige procedure niet alleen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen daaromtrent (met verlof van deze voorzieningenrechter op verkorte termijn) heeft doen betekenen aan gedaagden, maar dat zij daarnaast de dagbepaling van dit kort geding alsmede de betekende dagvaarding met producties in kopie per e-mail met gebruik van het in de voorgaande correspondentie steeds gebruikte e-mailadres van mr. [Surinaamse advocaat] aan deze heeft verstuurd.
- Tenslotte heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de uitnodiging voor de Skype-zitting aan mr. [Surinaamse advocaat] op het evengenoemde e-mailadres is toegezonden.