ECLI:NL:RBNHO:2020:3541

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
13 mei 2020
Zaaknummer
7746684 / CV EXPL 19-5955
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor passagiers na annulering van vlucht door luchtvaartmaatschappij

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie na de annulering van hun vlucht van Amsterdam naar Venetië op 24 mei 2018. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 500,00 per persoon, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk restricties opgelegd door de luchtverkeersleiding vanwege slechte weersomstandigheden en de noodzaak om bij te tanken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vlucht daadwerkelijk is geannuleerd en dat Easyjet gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan aantonen dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelde dat Easyjet niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de annulering te wijten was aan omstandigheden waar zij geen invloed op had. De vertraging was voornamelijk het gevolg van de beslissing van de captain om terug te keren naar de gate om brandstof bij te tanken, wat voor rekening van Easyjet komt.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers toegewezen en Easyjet veroordeeld tot betaling van € 590,75, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De rechter heeft ook de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, omdat deze kosten aannemelijk waren gemaakt. Het vonnis is uitgesproken op 13 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7746684 CV / EXPL 19-5955
Uitspraakdatum: 13 mei 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff en mr. M.J.R. Hannink
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J. Kumar

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 28 januari 2019 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagiers hebben vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Venetië, Italië op 24 mei 2018 met vluchtnummer EZY3332, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd. Easyjet heeft de passagiers omgeboekt naar vlucht HV 5465 op 25 mei 2018 naar Verona, Italië.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Easyjet, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 mei 2018, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 dan wel € 90,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 19 juni 2018 dan wel vanaf de datum der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na datum van het vonnis.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de annulering van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering. Zij heeft hiertoe, onder meer, het volgende aangevoerd.
4.2.
Easyjet doet een beroep op buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Easyjet voert aan dat zij vlucht EZY3332 heeft moeten annuleren als gevolg van restricties die door de luchtverkeersleiding zijn opgelegd aan de voorgaande vlucht EZY3331 van Venetië naar Amsterdam. Ook aan de daaraan voorafgaande vlucht EZY3390 van Stuttgart, Duitsland naar Venetië zijn restricties opgelegd. Deze vluchten zouden allen met hetzelfde toestel (G‑EZUN) uitgevoerd worden. Vlucht EZY3390 is volgens Easyjet met een vertraging van 1 uur en 55 minuten in Venetië aangekomen ten gevolge van restricties van de luchtverkeersleiding wegens storm op de luchthaven van Stuttgart. Vervolgens is ook de slottijd van vlucht EZY3331 een aantal keren gewijzigd. De laatste slottijd die aan deze vlucht is opgelegd was 19:33 uur UTC. Deze slottijd is echter verwijderd en de vlucht is geannuleerd, omdat de vlucht, indien deze zou worden uitgevoerd, de nachtsluiting van de luchthaven Amsterdam zou schenden. Volgens Easyjet is op de luchthaven Amsterdam een nachtsluiting van kracht die inhoudt dat de luchthaven na 21:00 uur UTC geen vluchten meer accepteert. Ook de luchthaven in Venetië kent een nachtsluiting. De vlucht in kwestie is geannuleerd, omdat anders de nachtsluiting van de luchthaven Amsterdam én de luchthaven Venetië overtreden zou worden.
4.3.
De restricties van de luchtverkeersleiding zijn omstandigheden waar Easyjet geen daadwerkelijke invloed op kan uitoefenen. Easyjet had geen redelijke maatregelen kunnen treffen ter voorkoming van de buitengewone omstandigheden.
4.4.
Tevens betwist Easyjet wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn aan de passagiers.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de vlucht is geannuleerd. Gelet daarop is Easyjet gehouden de passagiers te compenseren, tenzij Easyjet ingevolge artikel 5, lid 3 van de Verordening kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden en dat de vertraging, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden. Dergelijke omstandigheden kunnen zich onder andere grond van de punten 14 en 15 van de Considerans van de Verordening voordoen in geval van slechte weersomstandigheden die de vlucht in kwestie verhinderen en wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt.
5.3.
De vraag die voorligt is of Easyjet met de door haar overgelegde producties en toelichting daarop voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van de vlucht het gevolg is geweest van de restricties van de luchtverkeersleiding ten aanzien van de voorgaande vlucht (EZY3390).
5.4.
De kantonrechter constateert dat op 24 mei 2018 de eerste vlucht van het toestel vlucht EZY3390 was van Stuttgart naar Venetië (productie 4 bij conclusie van antwoord). Uit de door Easyjet overgelegde “Actual Flight Info EZY3390” volgt dat het toestel tijdig gereed stond voor vertrek om 14:14 uur UTC. Vlucht EZY3390 stond gepland om te vertrekken om 14:40 uur UTC. De kantonrechter leidt uit de “Actual Flight Info EZY3390” af dat het toestel lang heeft moeten taxiën naar de startbaan en daar pas om 16:11 uur UTC arriveerde (“THEY WERE AT THE RUNWAY AT 1611Z”). Omdat er niet voldoende brandstof aan boord was, moest het toestel terug naar de gate om bij te tanken (“HAD TO GO BACK TO REFUEL”). Het toestel was terug bij de gate om 16:55 uur UTC. Uit de door Easyjet overgelegde “ACARS Messages” volgt dat aan vlucht EZY3390 herhaaldelijk nieuwe slottijden zijn opgelegd, met als laatste een slottijd van 17:25 uur UTC. Deze slottijd heeft het toestel gehaald en het is uiteindelijk om 17:22 uur UTC opgestegen.
5.5.
Het is de kantonrechter niet duidelijk geworden waarom het toestel niet de eerste vertrektijd van 14:40 uur UTC heeft gehaald. Uit de door Easyjet overgelegde stukken kan niet worden afgeleid dat de slechte weersomstandigheden de oorzaak waren van het feit dat aan de vlucht telkens een nieuwe slottijd werd opgelegd. Uit productie 4 bij conclusie van antwoord wordt immers nergens verwezen naar Delay Code 84 (slechte weersomstandigheden), maar staat enkel Delay Code 81 vermeld (restricties van de luchtverkeersleiding). Volgens de kantonrechter zijn deze nieuw opgelegde slottijden niet het gevolg van slechte weersomstandigheden, maar zijn ze te wijten aan het feit dat het toestel terug moest om brandstof bij te tanken. De kantonrechter is het met de passagiers eens dat de hoeveelheid brandstof die aan boord is, de keuze van de luchtvaartmaatschappij zelf is in de persoon van de captain. Een vertraging die is ontstaan door het besluit van de captain om terug te keren naar de gate om brandstof bij te tanken, is een omstandigheid die voor rekening en risico van Easyjet dient te komen.
5.6.
De kantonrechter is van oordeel dat niet voldoende is gebleken dat sprake is van een buitengewone omstandigheid waar Easyjet geen daadwerkelijke invloed op kon uitoefenen. Omdat de vertraging van vlucht EZY3390 niet veroorzaakt is door een buitengewone omstandigheid, kan van doorwerking geen sprake zijn. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht, worden toegewezen.
5.7.
De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.8.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Easyjet heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat de passagiers buitengerechtelijke werkzaamheden hebben laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II; de tarieven neergelegd in het Besluit worden geacht redelijk te zijn.
Omdat het subsidiair gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.10.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagiers van € 590,75, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 500,00 vanaf 24 mei 2018, en over € 90,75 vanaf 19 juni 2018, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) deze bedragen;
6.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 99,01;
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 360,00
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
veroordeelt Easyjet tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover de passagiers daadwerkelijk nakosten zullen maken;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter