ECLI:NL:RBNHO:2020:3602

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 mei 2020
Publicatiedatum
14 mei 2020
Zaaknummer
7515856 \ CV EXPL 19-1508
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van een vlucht gewonnen via een loterij

In deze zaak hebben passagiers een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor een vertraagde vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Kos op 28 mei 2017. De passagiers, die hun vliegtickets hadden gewonnen via de Vriendenloterij, vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening nr. 261/2004. Corendon betwistte de vordering en stelde dat de passagiers niet-ontvankelijk waren omdat zij geen bevestigde boeking konden aantonen en dat de Verordening niet van toepassing was, aangezien de passagiers gratis hadden gereisd.

De kantonrechter oordeelde dat de Nederlandse rechter bevoegd was en dat de passagiers niet-ontvankelijk waren in hun vordering. De rechter stelde vast dat de passagiers gratis hadden gereisd en dat de Verordening niet van toepassing was, omdat er geen commerciële transactie had plaatsgevonden. De kantonrechter verwierp de argumenten van de passagiers dat de loterij een commercieel programma was dat onder de Verordening viel. De rechter concludeerde dat de vordering tot compensatie op grond van artikel 7 van de Verordening moest worden afgewezen.

De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde de passagiers tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Corendon op nihil werden begroot, aangezien Corendon niet bij gemachtigde was verschenen. Dit vonnis is uitgesproken op 6 mei 2020 door mr. W. Aardenburg in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7515856 \ CV EXPL 19-1508
Uitspraakdatum: 6 mei 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]wonende te [woonplaats]
3. [passagier sub 3]pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige], wonende te [woonplaats]
4. [passagier sub 4]wonende te [woonplaats]
5. [passagier sub 5]wonende te [woonplaats]
6. [passagier sub 6]wonende te [woonplaats]
7. [passagier sub 7]wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink en M.A.P. Duinkerke (EUclaim B.V.)
tegen
de besloten vennootschap met de beperkte aansprakelijkheid
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd te Lijnden
gedaagde
hierna te noemen Corendon

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 30 oktober 2018 een vordering tegen Corendon ingesteld. Corendon heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Corendon een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers zijn door Corendon vervoerd van Amsterdam-Schiphol Airport naar Kos Airport (Griekenland) op 28 mei 2017, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Corendon gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Corendon heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.5.
Passagier sub 3 is door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens haar minderjarige kind te voeren.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Corendon bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 3.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 28 mei 2017, althans vanaf de datum van ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair € 544,50, subsidiair € 538,45 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 juni 2017 dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.;
- de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Corendon vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Corendon betwist de vordering. Zij voert aan dat de passagiers sub 5 tot en met 8 niet-ontvankelijk zijn in hun vordering, aangezien zij niet hebben aangetoond dat zij beschikten over een bevestigde boeking en dat zij zich tijdig bij de incheckbalie hebben gemeld.
4.2.
Voorts voert Corendon aan dat de Verordening niet van toepassing is, omdat de passagiers gratis hebben gereisd. De passagiers hebben een all-inclusieve reis naar Kos gewonnen na deelname aan de Vriendenloterij. Zij hebben dan ook niet betaald voor hun ticket. Er heeft bovendien geen commerciële transactie tussen Corendon en de passagiers plaatsgevonden waarin een tarief – dat voor een ieder toegankelijk is – is betaald. Dit blijkt ook uit de brief welke is verzonden door de Vriendenloterij aan de passagiers. Daarin wordt vermeld:
“U ontvangt voor deze reis geen vliegtickets, u checkt in op vertoon van een identiteitsbewijs van u beiden.”De enige kosten die de passagiers hebben gemaakt zijn de kosten van het lot voor deelname met de Vriendenloterij. Dit is geen indirecte betaling voor de vlucht. Iedereen die meedoet met de Vriendenloterij betaalt voor de deelname en een mogelijk resultaat is het winnen van een prijs. Uit het feit dat de loterij publiek toegankelijk is, volgt niet noodzakelijkerwijs dat het vliegticket voor iedereen toegankelijk is. De winnaars mochten allemaal een introducé meenemen die ook niet voor de vlucht hebben betaald. Passagiers die gratis reizen dan wel tegen een gereduceerd tarief dat niet rechtstreeks toegankelijk is vallen niet onder de werkingssfeer van de Verordening.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Ten aanzien van het niet-ontvankelijkheidsverweer van Corendon met betrekking tot passagiers sub 5 tot en met 8 overweegt de kantonrechter als volgt. Uit het arrest van het Hof van 24 oktober 2019 (C‑756/18) volgt dat een vordering tot compensatie niet mag worden geweigerd louter op de grond dat de passagiers niet hebben aangetoond, aan de hand van een instapkaart, dat zij zich bij de incheckbalie hebben gemeld. Dit tenzij de luchtvaartmaatschappij heeft aangetoond dat de passagiers niet met de vertraagde vlucht zijn vervoerd. Corendon heeft niet aangetoond dat de passagiers niet zijn meegevlogen met de vlucht. De kantonrechter gaat dan ook voorbij aan het niet-ontvankelijkheidsverweer van Corendon.
5.3.
De kantonrechter is met Corendon van oordeel dat passagiers die hun vliegticket hebben gewonnen gratis reizen. In artikel 3 lid 3 van de Verordening staat:
“Deze verordening geldt niet voor passagiers die gratis reizen of tegen een gereduceerd tarief dat niet rechtstreeks of indirect voor het publiek toegankelijk is. Passagiers die in het bezit zijn van tickets die door een luchtvaartmaatschappij of touroperator zijn verstrekt in het kader van een Frequent Flyer-programma of een ander commercieel programma, vallen echter wel onder deze verordening.”Weliswaar hebben de passagiers dan wel een aantal van de passagiers kosten gemaakt voor het lidmaatschap bij de Vriendenloterij maar dit geldt niet als financiële bijdrage voor het vliegticket. De passagiers hebben betaald voor een lot, waarbij de kans bestaat dat een prijs wordt gewonnen, niet voor een vliegticket. Anders dan de passagiers is de kantonrechter daarbij van oordeel dat de onderhavige vlucht, volledig afgehuurd voor het vervoer van prijswinnaars van de Vriendenloterij, niet rechtstreeks of indirect voor het publiek toegankelijk is. Dat iedereen lid kan worden van de Vriendenloterij maakt dit niet anders, immers kan en zal niet iedereen die meedoet met de loterij vliegtickets winnen. Tevens is onbetwist dat de vliegtickets voor de vlucht niet regulier werden verkocht.
5.4.
De passagiers stellen zich op het standpunt dat sprake is van “een ander commercieel programma” in de zin van artikel 3 lid 3 van de Verordening, aangezien een loterij een commerciële doelstelling nastreeft. De kantonrechter overweegt dat uit artikel 3 lid 3 van de Verordening volgt dat het Frequent Flyer programma een voorbeeld is van een commercieel programma waar de Verordening op doelt. De vergelijking van een loterij met een Frequent Flyers programma door de passagiers kan de kantonrechter niet volgen. Een Frequent Flyer programma houdt in dat passagiers door te vliegen met een bepaalde luchtvaartmaatschappij punten kunnen opgebouwd die vervolgens ingezet kunnen worden voor bijvoorbeeld extra privileges dan wel kortingen bij die vliegtuigmaatschappij. Lidmaatschap van een loterij houdt in dat de kans bestaat dat een prijs wordt gewonnen. Deze prijs kan van alles zijn en is dan ook iets heel anders dan het inzetten van punten die zijn opgebouwd door gebruik te maken van de diensten van de luchtvaartmaatschappij. Gelet op voorgaande is de kantonrechter dan ook van oordeel dat artikel 3 lid 3 van de Verordening ziet op een “commercieel programma” dat samenhangt met de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij. Een loterij die is georganiseerd door een andere entiteit valt hier niet onder.
5.5.
Op grond van artikel 3 lid 3 van de Verordening is de Verordening aldus niet van toepassing. De kantonrechter zal de vordering tot compensatie op grond van artikel 7 van de Verordening dan ook afwijzen.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. De kosten van Corendon worden begroot op nihil, aangezien zij niet bij gemachtigde is verschenen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Corendon tot en met vandaag worden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter