ECLI:NL:RBNHO:2020:3628

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 mei 2020
Publicatiedatum
15 mei 2020
Zaaknummer
C/15/298409 / HA ZA 20-41
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging van zaken in civiele procedure met betrekking tot vordering tot voeging

Op 13 mei 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure. In deze zaak vorderde de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Camarate ICT B.V. dat de hoofdzaak zou worden gevoegd met twee andere aanhangige zaken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zaken verknocht zijn en bij dezelfde rechter lopen, en dat ze betrekking hebben op hetzelfde feitencomplex. De eiser in de hoofdzaak refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft de incidentele vordering van Camarate ICT toegewezen, wat betekent dat de hoofdzaak wordt gevoegd met de andere zaken. Tevens heeft de rechtbank besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beslissing houdt in dat de hoofdzaak met de bij deze rechtbank aanhangige zaken met de zaaknummers C/15/296731 / HA ZA 19-770 en C/15/302166 / HA ZA 20-264 wordt gevoegd. De rechtbank heeft ook bepaald dat de zaak op 24 juni 2020 weer op de rol zal komen voor conclusie van antwoord.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/298409 / HA ZA 20-41
Vonnis in incident van 13 mei 2020
in de zaak van
[eiser]
wonende te [woonplaats] ,
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. J.R. Feitsma te Groningen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAMARATE ICT B.V.,
gevestigd te Wognum, gemeente Medemblik,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. H. van Lingen te Alkmaar.
Partijen zullen hierna [eiser] en Camarate ICT genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 10 januari 2020 met producties 1 t/m 21,
  • de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Camarate ICT vordert in het incident dat de hoofdzaak wordt gevoegd met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met het zaaknummer / rolnummer C/15/296731 / HA ZA 19-770 en, zo mogelijk, ook met de met die zaak verband houdende vrijwaringsprocedure tussen [eiser] en Stichting De Omring, zaaknummer / rolnummer C/15/302166 / HA ZA 20-264. Camarate ICT stelt dat de zaken verknocht zijn en lopen bij dezelfde rechter. Het gaat in de zaken bovendien om geheel hetzelfde feitencomplex.
2.2.
[eiser] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
2.4.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
voegt de hoofdzaak met de bij deze rechtbank aanhangige zaken met zaaknummers / rolnummers C/15/296731 / HA ZA 19-770 en C/15/302166 / HA ZA 20-264,
3.2.
compenseert de kosten van het incident tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.3.
wijst het anders of meer gevorderde af,
in de hoofdzaak
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
24 juni 2020voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr.drs. J. Blokland en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2020. [1]

Voetnoten

1.type: IV