Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 november 2019, met producties 1 tot en met 3,
- de mondelinge behandeling op 16 januari 2020.
2.De beoordeling
633,00
Rechtbank Noord-Holland
Op 17 januari 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, een vonnis gewezen in een kort geding tussen de Stichting Deelnemers Expat Real Estate Fund III en een gedaagde die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 26 november 2019, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 januari 2020. Tijdens deze behandeling waren de advocaten M.J.S. Lange en R.C.J. Zant aanwezig, bijgestaan door mr. R.A.M. Schram, de advocaat van de Stichting. De gedaagde was niet verschenen, en de rechtbank heeft vastgesteld dat hij behoorlijk was opgeroepen voor de zitting. Hierdoor werd verstek verleend tegen de gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de Stichting toegewezen, waarbij de duur van de opgelegde lijfsdwang is beperkt tot zes maanden. De rechter oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de Stichting zijn begroot op € 1.371,01. Dit bedrag omvat de kosten van de dagvaarding, griffierecht en het salaris van de advocaat.
Het vonnis bepaalt dat het eerdere vonnis van de rechtbank Amsterdam van 11 juni 2019 ten uitvoer kan worden gelegd bij lijfsdwang, zolang de gedaagde na betekening van dit vonnis geen uitvoering geeft aan de veroordelingen in dat vonnis. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.H. Schotman en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier mr. M. Hensen.