ECLI:NL:RBNHO:2020:3814

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
25 mei 2020
Zaaknummer
7584844 \ CV EXPL 19-2966
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van eiseres in vordering wegens niet tijdig stellen van zekerheid

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is eiseres Airhelp Limited, een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tegen Turkish Airlines. De zaak betreft een luchtvaartkwestie waarin Airhelp werd bevolen om zekerheid te stellen voor de proceskosten, zoals voorgeschreven in artikel 224 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Op 17 juli 2019 heeft de kantonrechter een tussenvonnis gewezen waarin Airhelp werd opgedragen om uiterlijk op 14 augustus 2019 zekerheid te stellen voor een bedrag van € 300,00. Airhelp heeft echter niet tijdig aan deze verplichting voldaan.

Turkish Airlines heeft vervolgens geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van Airhelp, omdat de zekerheid niet binnen de gestelde termijn was gesteld. Airhelp heeft weliswaar op 13 augustus 2019 een e-mail gestuurd met vragen over de zekerheidstelling, maar dit werd door Turkish Airlines niet als een geldige zekerheidstelling beschouwd. Airhelp heeft later geprobeerd om alsnog zekerheid te stellen, maar dit gebeurde te laat en zonder de vereiste documentatie.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Airhelp niet aan de voorwaarden heeft voldaan en dat zij niet tijdig zekerheid heeft gesteld. De rechter heeft benadrukt dat het risico van het niet tijdig stellen van zekerheid voor rekening van Airhelp komt. Uiteindelijk heeft de kantonrechter Airhelp niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering en de proceskosten aan haar opgelegd, omdat zij ongelijk heeft gekregen. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper op 20 mei 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7584844 \ CV EXPL 19-2966
Uitspraakdatum: 20 mei 2020
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. E.J. Hoekstra
tegen
de rechtspersoon naar het recht van Turkije
Turk Havayollari A.O.
gevestigd te Ankara (Turkije), kantoorhoudende te Schiphol
hierna te noemen: Turkish Airlines
gemachtigde: mr. G.J. Ziedses des Plantes

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Op 17 juli 2019 is in deze zaak een tussenvonnis gewezen, waarin de kantonrechter in het incident (onder meer) Airhelp heeft bevolen om ten behoeve van Turkish Airlines zekerheid te stellen voor de proceskosten, en de hoofdzaak heeft verwezen voor uitlating daaromtrent aan de zijde van Turkish Airlines.
1.2.
Daarop heeft Turkish Airlines een conclusie strekkende tot niet-ontvankelijkheid genomen. Vervolgens heeft Airhelp een antwoordakte genomen, waarna Turkish Airlines schriftelijk heeft gereageerd.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 17 juli 2019 heeft de kantonrechter Airhelp bevolen om uiterlijk op 14 augustus 2019 zekerheid te stellen voor de proceskosten tot betaling waarvan zij zou kunnen worden veroordeeld tot een bedrag van in totaal € 300,00. Deze zekerheid in de zin van artikel 224 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) diende blijkens de beslissing te worden gesteld door hetzij het stellen van een bankgarantie van een bank met een vergunning van de Nederlandse bank, hetzij overmaking op de Stichting Derdengelden-rekening van de advocaat van Turkish Airlines.
2.2.
Vervolgens heeft Turkish Airlines geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Airhelp in haar vordering, wegens het niet tijdig stellen van zekerheid. Airhelp heeft weliswaar op 13 augustus 2019 om 12.38 uur een e-mail aan Turkish Airlines gezonden, waarin zij vraagt of Turkish Airlines nog wel zekerheidstelling wil en zo ja, naar welk rekeningnummer dat overgemaakt moet worden, maar dit is geen zekerheidstelling zoals bevolen, aldus Turkish Airlines. Verder stelt Turkish Airlines dat Airhelp vervolgens op 14 augustus 2019 niet alsnog zekerheid heeft gesteld door betaling op de (derden)rekening, welke Airhelp bekend was of (door bijvoorbeeld te bellen) bekend had kunnen zijn.
2.3.
In reactie daarop heeft Airhelp in haar akte van 9 oktober 2019 toegelicht waarom zij voormelde vragen per e-mail aan Airhelp heeft voorgelegd. Volgens Airhelp is gebleken dat een aantal luchtvaartmaatschappijen met succes wél zekerheidstelling afdwingt, maar dat deze vervolgens niet verzocht wordt. Verder vraagt Airhelp zich af hoeveel zekerheid er nog nodig is, nu zij vanwege procedures een vordering op Turkish Airlines zegt te hebben van zo’n € 60.000,00. Airhelp verwijt Turkish Airlines dat zij de e-mail wel tijdig heeft gelezen, maar pas heeft gereageerd toen de termijn verstreken was. Airhelp stelt dat zij vervolgens alsnog zekerheid heeft gesteld door het overmaken van voldoende zekerheidsgelden op de derdenrekening van Turkish Airways. Een betalingsbewijs is niet overgelegd.
2.4.
Turkish Airlines zegt daarover in een schriftelijke reactie dat op 22 augustus 2019 (dus acht dagen te laat) een bedrag van € 6.000,00 op de derdengeldenrekening van haar gemachtigde is gestort, met beschrijving ‘Zekerheidstellingen conform 190819/GZ’, en dat Airhelp op 25 oktober 2019 schriftelijk heeft verzocht om terugbetaling van dit bedrag, met aftrek van de proceskosten waarin Airhelp is veroordeeld in het incident in zeven lopende zaken. Turkish Airlines stelt op 6 november 2019 aan dit verzoek van Airhelp gehoor gegeven te hebben, zodat uiteindelijk geen zekerheid is gesteld. Hierop heeft Airhelp niet meer kunnen reageren. De kantonrechter ziet ook geen aanleiding om Airhelp daar nog toe in de gelegenheid te stellen, omdat dit niet leidt tot een andere beslissing.
2.5.
Gelet op de stellingen van partijen kan immers als vaststaand worden aangenomen dat Airhelp niet uiterlijk op 14 augustus 2019 zekerheid heeft gesteld, zoals haar bij vonnis van 17 juli 2019 is bevolen. In dit vonnis is Airhelp er door de kantonrechter uitdrukkelijk op gewezen dat zij om verlenging van de termijn kon vragen, en dat het niet binnen de termijn stellen van zekerheid in beginsel leidt tot haar niet-ontvankelijkheid in de hoofdzaak. Indien het voor Airhelp niet mogelijk was om binnen de gestelde termijn zekerheid te stellen, dan had van haar verwacht mogen worden dit tijdig aan de kantonrechter kenbaar te maken, met het verzoek de termijn te verlengen. In dat geval zou de kantonrechter het verzoek, met inachtneming van de visie daaromtrent van Turkish Airlines, hebben kunnen beoordelen. Dat Airhelp niet voor die in de wet voorziene route heeft gekozen, komt voor haar risico. Bovendien had Airhelp, indien zij werkelijk in onzekerheid verkeerde over de vraag of Turkish Airlines nog wel prijs stelde op deze zekerheidstelling, dan wel onbekend was met het rekeningnummer dat daartoe gebruikt kon worden, daar eerder navraag naar kunnen en moeten doen.
2.6.
De conclusie is dat de kantonrechter Airhelp gelet op het bepaalde in artikel 616 lid 3 Rv niet‑ontvankelijk zal verklaren in haar vordering in de hoofdzaak.
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat zij ongelijk krijgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart Airhelp niet-ontvankelijk in haar vordering;
3.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Turkish Airlines tot en met vandaag worden begroot op een bedrag van € 120,00 voor salaris van de gemachtigde van Turkish Airlines;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter