ECLI:NL:RBNHO:2020:3930

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 mei 2020
Publicatiedatum
27 mei 2020
Zaaknummer
C/15/303048 / KG ZA 20-279
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contactverbod opgelegd aan man na bedreiging van vrouw in kort geding

In deze zaak, die op 27 mei 2020 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, vorderde de vrouw in kort geding een contactverbod tegen de man, haar echtgenoot, na een langdurige en problematische relatie. De partijen, die 30 jaar samen waren en twee meerderjarige kinderen hebben, waren in een echtscheidingsprocedure verwikkeld. De vrouw had op 20 mei 2020 een verzoek tot echtscheiding ingediend, en op 22 mei 2020 deed zij aangifte van bedreiging tegen de man, naar aanleiding van spraakberichten die hij haar had gestuurd. De burgemeester had de man op 22 mei 2020 gelast de gezamenlijke woning te verlaten tot 1 juni 2020.

Tijdens de zitting bleek dat de man de woning inmiddels had ontruimd en niet van plan was terug te keren. De vrouw vorderde dat de man de woning zou verlaten en een contactverbod voor een maand zou krijgen, met een dwangsom van € 500,- per overtreding. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw het contact met de man als bedreigend had ervaren en dat het contactverbod haar rust zou kunnen geven. De man stemde in met een contactverbod voor drie maanden, mits er geen dwangsom aan verbonden zou zijn. De voorzieningenrechter besloot dat de vrouw de sterke arm van politie en justitie mocht inroepen om het contactverbod te handhaven.

De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.H. Schotman in aanwezigheid van de griffier mr. S.M.P. Langeveld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/303048 / KG ZA 20-279
Vonnis in kort geding van 27 mei 2020
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. M. Raaijmakers te Hoofddorp,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. L.M. Mons te Haarlem.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling
  • de pleitnota van de man.
1.2.
Na uitroeping van de zaak zijn verschenen:
  • de vrouw
  • mr. Raaijmakers voornoemd
  • de man
  • mr. Mons voornoemd
  • namens Veilig Thuis:
  • [A.]
  • [B.]
beide medewerker integrale crisisdienst Veilig Thuis
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben 30 jaar een affectieve relatie en zijn op [datum] met elkaar in gemeenschap van goederen gehuwd.
2.2.
Partijen huren gezamenlijk de woning aan de [adres] (hierna: de woning).
2.3.
Partijen hebben twee meerderjarige kinderen, waarvan er één thans nog in de woning woont.
2.4.
Het huwelijk tussen partijen is duurzaam ontwricht.
2.5.
De man heeft de woning in april 2020 verlaten.
2.6.
De vrouw heeft op 20 mei 2020 een verzoek tot echtscheiding bij dezer rechtbank ingediend.
2.7.
De man heeft nadien een aantal (spraak)berichten naar de vrouw gestuurd.
2.8.
De vrouw heeft op 22 mei 2020 bij de politie te [woonplaats] tegen de man aangifte gedaan van bedreiging, mede naar aanleiding van bedoelde (spraak)berichten.
2.9.
Bij beschikking van de Burgemeester van de gemeente [woonplaats] van 22 mei 2020 is de man gelast de woning tot 1 juni 2020 te verlaten.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
  • de man te gebieden de gezamenlijke woning direct te verlaten en te ontruimen, en verlaten en ontruimd te houden, en de vrouw te machtigen zo nodig met de sterke arm de man uit huis te zetten,
  • de man een contactverbod op te leggen voor de termijn van één maand, waarbij de man via geen enkel medium contact met de vrouw mag opnemen, op straffe van eden dwangsom van € 500,- per keer dat de man zulks nalaat, met een maximum van € 10.000,-;
  • de man te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
Aan haar vorderingen legt de vrouw – kort gezegd – ten grondslag dat zij het contact met de man als bedreigend heeft ervaren en bang voor de man is.
3.3.
De man voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Het petitum sub 1

4.1.
Ter zitting is gebleken dat de man de woning inmiddels reeds heeft ontruimd. Hij heeft toegezegd daarin niet te zullen terugkeren. Het hierna op te leggen contactverbod verhindert die terugkeer ook. Onder die omstandigheden heeft de vrouw geen belang (meer) bij haar vordering tot ontruiming.
Het petitum sub 2
4.2.
Ter zitting heeft de voorzieningenrechter de man voorgehouden dat – gelet op de informatie van de aanwezige functionarissen van Veilig Thuis, de overgelegde stukken en daarop gegeven toelichting – het hem aannemelijk voorkomt dat de inhoud van de veelvuldig aan de vrouw gezonden spraakberichten door de vrouw als bedreigend zijn ervaren. Hij heeft de man gevraagd of deze zich kan voorstellen dat oplegging van een contactverbod voor de komende maanden onder die omstandigheden de vrouw rust kan geven. De man heeft gezegd dat hij zich dat kan voorstellen en dat hij instemt met de oplegging van een dergelijk verbod voor de duur van 3 maanden, indien daaraan geen dwangsom wordt verbonden. De man is daarbij wel akkoord gegaan met een constructie waarbij de vrouw gemachtigd wordt de hulp van de politie in te roepen indien de man het na te noemen contactverbod zal overtreden. Die vordering zal dan ook aldus in het dictum worden opgenomen.
Proceskosten
4.3.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verbiedt de man om gedurende drie maanden na betekening van dit vonnis – anders dan met gebleken instemming van de vrouw – via enig medium contact met de vrouw op te nemen of te hebben.
5.2.
bepaalt dat de vrouw ter handhaving van dit contactverbod zo nodig de sterke arm van politie en justitie kan inroepen,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.M.P. Langeveld op 27 mei 2020.