In deze zaak, die op 27 mei 2020 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, vorderde de vrouw in kort geding een contactverbod tegen de man, haar echtgenoot, na een langdurige en problematische relatie. De partijen, die 30 jaar samen waren en twee meerderjarige kinderen hebben, waren in een echtscheidingsprocedure verwikkeld. De vrouw had op 20 mei 2020 een verzoek tot echtscheiding ingediend, en op 22 mei 2020 deed zij aangifte van bedreiging tegen de man, naar aanleiding van spraakberichten die hij haar had gestuurd. De burgemeester had de man op 22 mei 2020 gelast de gezamenlijke woning te verlaten tot 1 juni 2020.
Tijdens de zitting bleek dat de man de woning inmiddels had ontruimd en niet van plan was terug te keren. De vrouw vorderde dat de man de woning zou verlaten en een contactverbod voor een maand zou krijgen, met een dwangsom van € 500,- per overtreding. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrouw het contact met de man als bedreigend had ervaren en dat het contactverbod haar rust zou kunnen geven. De man stemde in met een contactverbod voor drie maanden, mits er geen dwangsom aan verbonden zou zijn. De voorzieningenrechter besloot dat de vrouw de sterke arm van politie en justitie mocht inroepen om het contactverbod te handhaven.
De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.H. Schotman in aanwezigheid van de griffier mr. S.M.P. Langeveld.