ECLI:NL:RBNHO:2020:3949
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Velsen
Op 2 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiser [X], wonende te [Z], en de heffingsambtenaar van de gemeente Velsen. Eiser heeft op 20 januari 2020 beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder, gedateerd 6 december 2019. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser bij zijn beroepschrift geen kopie van het bestreden besluit heeft bijgevoegd, zoals vereist volgens artikel 6:5, tweede lid, van de Awb. Eiser heeft ook geen gronden van het beroep overgelegd. De rechtbank heeft eiser op 10 maart 2020 per aangetekende brief verzocht om deze verzuimen binnen vier weken te herstellen, met de waarschuwing dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard kan worden indien hij hier niet aan voldoet. Eiser heeft echter niet gereageerd op deze brief en heeft geen reden gegeven voor de verzuimen.
Gelet op het bovenstaande heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. Deze uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden aangetekend.