Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het standpunt van de Raad
4.De standpunten van de belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
Amsterdam
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 28 mei 2020 uitspraak gedaan over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders van een minderjarige. De kinderrechter heeft geoordeeld dat een gezagsbeëindiging op dit moment niet in het belang van de minderjarige is, omdat dit veel verdriet en onrust zou veroorzaken en het evenwicht binnen het betrokken netwerk zou verstoren. De minderjarige verblijft momenteel bij zijn grootouders, die als pleegouders fungeren, en de kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige daar veilig en stabiel opgroeit. De ouders hebben niet in staat gebleken om voor de minderjarige te zorgen sinds zijn geboorte, en de kinderrechter heeft besloten het verzoek tot gezagsbeëindiging aan te houden voor een periode van twaalf maanden, zodat er nader onderzoek kan worden gedaan naar de voogdij.