In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen TUI fly wegens de annulering van hun vlucht van Amsterdam naar Sint Maarten op 22 oktober 2017. De passagiers, die via reisagent Kilroy een vervoersovereenkomst hadden gesloten, vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. TUI fly heeft de annulering van de vlucht verdedigd door te stellen dat zij tijdig alle betrokken partijen, inclusief de reisagent, op de hoogte heeft gesteld van de annulering, die het gevolg was van de verwachte orkaan Irma. De kantonrechter heeft vastgesteld dat TUI fly inderdaad tijdig heeft geïnformeerd, meer dan een maand voor de geplande vertrektijd, en dat de passagiers pas vijf dagen voor vertrek door Kilroy op de hoogte zijn gesteld. De rechter oordeelde dat dit niet voor rekening van TUI fly komt.
De passagiers vorderden ook vergoeding van gemaakte kosten voor vervangend vervoer en verzorgingskosten, maar de kantonrechter wees deze vorderingen af. De rechter concludeerde dat de passagiers niet voldoende bewijs hadden geleverd voor de gemaakte kosten en dat TUI fly niet verplicht was om naast de restitutie van de ticketprijs ook nog eens vervangend vervoer aan te bieden. De vordering tot vergoeding van verzorgingskosten werd eveneens afgewezen, omdat TUI fly geen verwijt kon worden gemaakt. Uiteindelijk werd de vordering van de passagiers afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten.