ECLI:NL:RBNHO:2020:4154

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 mei 2020
Publicatiedatum
5 juni 2020
Zaaknummer
8046442 / CV EXPL 19-13838
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie en verzorgingskosten bij annulering van een vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen TUI fly wegens de annulering van hun vlucht van Amsterdam naar Sint Maarten op 22 oktober 2017. De passagiers, die via reisagent Kilroy een vervoersovereenkomst hadden gesloten, vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. TUI fly heeft de annulering van de vlucht verdedigd door te stellen dat zij tijdig alle betrokken partijen, inclusief de reisagent, op de hoogte heeft gesteld van de annulering, die het gevolg was van de verwachte orkaan Irma. De kantonrechter heeft vastgesteld dat TUI fly inderdaad tijdig heeft geïnformeerd, meer dan een maand voor de geplande vertrektijd, en dat de passagiers pas vijf dagen voor vertrek door Kilroy op de hoogte zijn gesteld. De rechter oordeelde dat dit niet voor rekening van TUI fly komt.

De passagiers vorderden ook vergoeding van gemaakte kosten voor vervangend vervoer en verzorgingskosten, maar de kantonrechter wees deze vorderingen af. De rechter concludeerde dat de passagiers niet voldoende bewijs hadden geleverd voor de gemaakte kosten en dat TUI fly niet verplicht was om naast de restitutie van de ticketprijs ook nog eens vervangend vervoer aan te bieden. De vordering tot vergoeding van verzorgingskosten werd eveneens afgewezen, omdat TUI fly geen verwijt kon worden gemaakt. Uiteindelijk werd de vordering van de passagiers afgewezen en werden zij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 80466442 / CV EXPL 19-13838
Uitspraakdatum: 27 mei 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: E.J. Duinkerken
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TUI Airlines Nederland B.V.,mede handelend onder de naam
TUI fly
gevestigd te Oude Meer, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: TUI fly
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 5 september 2019 een vordering tegen TUI fly ingesteld. TUI fly heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna TUI fly een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben via reisagent Kilroy een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan TUI fly de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Sint Maarten op 22 oktober 2017 met vluchtnummer OR393, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht is geannuleerd.
2.3.
De passagiers zijn op 30 oktober 2017 van Schiphol naar Miami, Verenigde Staten gevlogen en zijn vanuit Miami naar Sint Maarten gevlogen, alwaar zij op 31 oktober 2017 zijn aangekomen.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van TUI fly gevorderd in verband met genoemde annulering.
2.5.
TUI fly heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat TUI fly, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.700,51 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 oktober 2017, althans vanaf de datum der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat TUI fly vanwege de annulering van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.
3.3.
Op grond van artikel 8 van de Verordening vorderen de passagiers tevens € 176,34 aan gemaakte kosten voor hun vervangende vlucht van Amsterdam naar Miami. Daarnaast vorderen de passagiers op grond van artikel 5 jo artikel 9 van de Verordening verzorgingskosten van € 324,21.

4.Het verweer

4.1.
TUI fly betwist de vordering. Zij heeft hiertoe, onder meer, het volgende aangevoerd.
4.2.
Vanwege de verwachte orkaan Irma op 6 september 2017 heeft TUI fly op 5 september 2017 alle vluchten naar het orkaangebied geannuleerd. TUI fly heeft alle betrokken partijen van de annulering op de hoogte gesteld, ook de reisorganisator Kilroy met wie de passagiers een reisovereenkomst hadden gesloten. De passagiers stellen pas op 17 oktober 2017 door Kilroy op de hoogte zijn gesteld van de annulering. Dit kan TUI fly niet worden tegengeworpen. Behalve dat de contractuele wederpartij van de passagiers tijdig is geïnformeerd over de annulering, heeft TUI fly uitvoerig in het nieuws, op haar website en op social media laten weten dat al haar vluchten naar Sint Maarten werden geannuleerd. De passagiers, die kennelijk op Sint Maarten wonen, moeten bovendien tijdig op de hoogte zijn geweest van de annulering van de vlucht. Om die reden ligt de vordering voor afwijzing gereed.
4.3.
Voor zover de kantonrechter van oordeel is dat de passagiers in beginsel recht hebben op compensatie, doet TUI fly een beroep op buitengewone omstandigheden. De vlucht is geannuleerd vanwege de totale verwoesting van het eiland, veroorzaakt door orkaan Irma. Van TUI fly kon niet gevergd worden om haar vluchten naar Sint Maarten te hervatten na heropening van het vliegveld. De vlucht is geannuleerd als gevolg van extreme omstandigheden die niet inherent zijn aan de normale uitoefening van de activiteiten van TUI fly.
4.4.
Voorts betwist TUI fly de overige gevorderde kosten voor vervoer en verzorging aan de passagiers verschuldigd te zijn. Ten aanzien van de vervoerskosten van € 374,00 die de passagiers aan Kilroy hebben betaald, betwist TUI fly dat deze zien op ticketkosten voor 2 tickets van Amsterdam naar Miami (welke vlucht tevens door TUI fly uitgevoerd werd). Deze kosten zijn in elk geval niet aan TUI fly voldaan. Het is aannemelijker dat dit bedrag ziet op een betaling voor de tickets van Miami naar Sint Maarten. Bovendien hebben de passagiers, zelfs als zou blijken dat zij ticketkosten hebben gemaakt, geen recht op vergoeding van deze kosten. Uit artikel 8 van de Verordening volgt dat de passagiers mogen kiezen voor restitutie van de ticketprijs of voor een vervangende vlucht, maar niet voor beide. Ten aanzien van de gevorderde verzorgingskosten betwist TUI fly dat deze gemaakt zijn, dan wel dat ze verband houden met de onderhavige situatie.
4.5.
Tevens betwist TUI fly wettelijke rente verschuldigd te zijn aan de passagiers.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Partijen discussiëren in deze zaak over de vraag of de passagiers door TUI fly tijdig zijn ingelicht over de annulering van de vlucht. De kantonrechter stelt daarbij voorop dat ingevolge artikel 5 lid 4 van de Verordening de bewijslast inzake het al of niet melden van de annulering van de vlucht aan de passagiers en het tijdstip waarop dat is geschied, bij TUI fly ligt.
5.3.
Vast staat dat de vlucht van 22 oktober 2017 van Amsterdam naar Sint Maarten is geannuleerd. Artikel 5 lid 1 sub c onder i van de Verordening luidt als volgt:
“ In geval van annulering van een vlucht:c) hebben de betrokken passagiers recht op de in artikel 7 bedoelde compensatie door de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, tenzij(i) de annulering hun tenminste twee weken voor de geplande vertrektijd wordt meegedeeld.”
De kantonrechter is van oordeel dat uit de door de passagiers overgelegde e-mail (productie 2 bij dagvaarding) volgt dat de passagiers op 17 oktober 2017 door reisagent Kilroy, met wie zij de vervoersovereenkomst hebben gesloten, op de hoogte zijn gesteld van voornoemde annulering. TUI fly heeft in haar verweer aangevoerd dat zij alle betrokken partijen tijdig heeft geïnformeerd over de annulering. Zij voert aan dat de tickets voor onderhavige vlucht door Kilroy zijn geboekt bij de Duitse luchtvaartmaatschappij HanH Air Lines, wat door de passagiers niet wordt betwist. TUI fly stelt dat HanH Air Lines reeds op 11 september 2017 om 08:45 UTC (universele wereldtijd) Kilroy op de hoogte heeft gesteld van de annulering van de vlucht in kwestie. Hiertoe heeft TUI fly een screenshot overgelegd van de plaatsing van de annulering op de zogenaamde queue van Kilroy in het reserveringssysteem. Hierin staat de code “OR393 AMSSXM 22OCT HK/UN” vermeld, waaruit volgt dat vlucht OR393 van 22 oktober van Amsterdam naar Sint Maarten is gewijzigd van “Held Confirmed” (HK) naar “Flight Cancelled” (UN).
5.4.
De kantonrechter is van oordeel dat TUI fly met de overgelegde stukken voldoende heeft aangetoond gemaakt dat zij, via HanH Air Lines, Kilroy en daarmee de passagiers tijdig heeft geïnformeerd over de annulering van de vlucht. De mededeling op 11 september 2017 geschiedde meer dan een maand voor het geplande moment van vertrek op 22 oktober 2017, hetgeen op tijd is op grond van artikel 5 lid 1 van de Verordening. Dat Kilroy de passagiers pas 5 dagen voor vertrek op de hoogte heeft gesteld van de annulering, komt naar het oordeel van de kantonrechter niet voor rekening en risico van TUI fly. De kantonrechter is met TUI fly van oordeel dat de passagiers geen beroep op het Krijgsman-arrest van het Europese Hof toekomt, omdat in die zaak de tussenpersoon slechts de rol van bemiddelaar vervulde. In onderhavige zaak is van bemiddeling geen sprake aangezien de passagiers met Kilroy hebben gecontracteerd. De conclusie is dat TUI fly de passagiers tijdig heeft geïnformeerd over de annulering van de vlucht, zodat de vordering van de passagiers tot betaling van een compensatievergoeding zal worden afgewezen.
5.5.
Ten aanzien van de vordering voor vervangend vervoer overweegt de kantonrechter als volgt. De kantonrechter is van oordeel dat de passagiers niet voldoende hebben aangetoond dat zij voor de vlucht van Amsterdam naar Miami op 30 oktober 2017 daadwerkelijk kosten hebben gemaakt. Bovendien geeft artikel 8 lid 1 van de Verordening de passagiers recht op volledige terugbetaling van het ticket, of een andere vlucht onder vergelijkbare vervoersvoorwaarden naar hun eindbestemming. Als onbetwist staat vast dat TUI fly de ticketkosten van de geannuleerde vlucht gerestitueerd heeft aan de passagiers. Van TUI fly kan niet gevergd worden dat zij daarnaast de passagiers kosteloos vervangend vervoer naar Miami aanbiedt. Dit zou betekenen dat de passagiers meer ontvangen dan waarop zij op grond van artikel 8 van de Verordening recht hebben. De vordering van de passagiers voor vervangend vervoer zal worden afgewezen.
5.6.
Nu TUI fly geen verwijt getroffen kan worden, wordt de vordering tot vergoeding van verzorgingskosten op grond van artikel 5 juncto artikel 9 van de Verordening, afgewezen.
5.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij zullen de passagiers worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door TUI fly worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TUI fly worden vastgesteld op een bedrag van € 360,00 aan salaris van de gemachtigde van TUI fly;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 90,00 aan nakosten, voor zover TUI fly daadwerkelijk nakosten zal maken;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter