ECLI:NL:RBNHO:2020:4205

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 mei 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
7093341 \ CV EXPL 18-6218
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht afgewezen op basis van bijzondere omstandigheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 20 mei 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Airhelp Limited, eiseres, en Transportes Aeros Portugueses, S.A., gedaagde. Airhelp vorderde compensatie voor de vertraging van een vlucht, die volgens hen het gevolg was van een tekortkoming van TAP. TAP voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een door de luchtverkeersleiding opgelegde restrictie, wat als een bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat aan de vereisten voor een geldige overdracht van de vordering door de passagiers aan Airhelp was voldaan. Tijdens de verdere beoordeling heeft de kantonrechter vastgesteld dat de vertraging van de vlucht inderdaad het gevolg was van een door het luchtverkeersbeheer opgelegde restrictie, en dat deze vertraging als langdurig moest worden beschouwd. Hierdoor was TAP niet verplicht om compensatie te betalen, omdat er geen bewijs was dat TAP redelijke maatregelen had kunnen treffen om de vertraging te voorkomen. De vorderingen van Airhelp zijn afgewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van Airhelp. De kantonrechter heeft ook de rente en nakosten toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door TAP worden gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7093341 \ CV EXPL 18-6218
Uitspraakdatum: 20 mei 2020
Vonnis in de zaak van:
De rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen
De rechtspersoon naar buitenlands recht
Transportes Aeros Portugueses, S.A.
gevestigd te Lissabon (Portugal)
gedaagde
hierna te noemen TAP
gemachtigde mr. P.C.X. de Leede

1.Het verdere procesverloop

1.1.
De kantonrechter heeft op 6 november 2019 een tussenvonnis gewezen en daarin geoordeeld dat aan de vereisten voor een geldige overdracht van de vordering door de passagiers aan Airhelp is voldaan en dat Airhelp bij repliek haar gebrek in de stelplicht heeft hersteld, waardoor Airhelp niet in haar procesbelang is geschaad.
1.2.
De kantonrechter heeft Airhelp bij tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verweer van TAP en de producties bij dupliek. Airhelp heeft dit gedaan bij antwoordakte van 4 december 2019. Daarna heeft TAP een antwoordakte genomen op 26 februari 2020.

2.De verdere beoordeling

2.1.
TAP voert aan dat aan de vlucht van de passagiers (hierna: de vlucht) door het luchtverkeersbeheer een nieuwe SLOT/CTOT is opgelegd in het kader van
Air Traffic Flow Management(ATFM), waardoor de passagiers uiteindelijk met meer dan 3 uur vertraging hun eindbestemming hebben bereikt. TAP legt ter onderbouwing het vluchtrapport van de vlucht over.
2.2.
Airhelp stelt dat het vluchtrapport een intern document is en daarom als partijverklaring moet worden gezien. Daarnaast stelt Airhelp dat uit het vluchtrapport niet blijkt dat de vertraging is ontstaan als gevolg van een door het luchtverkeersbeheer opgelegde restrictie aan het toestel waarmee de vlucht moest worden uitgevoerd.
2.3.
De kantonrechter overweegt dat uit het vluchtrapport blijkt dat de vertraging het gevolg was van
ATFM due to ATC STAFF/EQUIPMENT EN-ROUTE, vertragingscode 82. Uit deze vertragingscode en de door TAP gegeven toelichting op het vluchtrapport blijkt naar het oordeel van de kantonrechter voldoende dat sprake was van vertraging als gevolg van een door het luchtverkeersbeheer opgelegde restrictie. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Airhelp onvoldoende gemotiveerd betwist dat het vluchtrapport onjuiste gegevens weergeeft, althans dat daaruit niet zou blijken dat sprake was van een door het luchtverkeersbeheer opgelegde restrictie.
2.4.
Verder heeft Airhelp gesteld dat de vertraging als gevolg van de door het luchtverkeersbeheer opgelegde restrictie, geen langdurige vertraging is in de zin van punt 15 van de Considerans van de Verordening, zodat de restrictie niet dient te worden opgevat als bijzondere omstandigheid. Airhelp stelt daartoe dat de vertraging als gevolg van de restrictie slechts 30 minuten bedroeg, zodat geen sprake is van een langdurige vertraging. Dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur hun eindbestemming hebben bereikt, doet daar volgens Airhelp niet aan af. De kantonrechter volgt deze stelling niet. Naar het oordeel van de kantonrechter is de vertraging waarmee de passagiers hun eindbestemming hebben bereikt leidend, zodat wel degelijk sprake is van een langdurige vertraging. De conclusie is dan ook dat de vertraging het gevolg was van een bijzondere omstandigheid.
2.5.
TAP is dan ook niet verplicht compensatie te betalen, tenzij TAP niet alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat TAP maatregelen had kunnen treffen om de vertraging te voorkomen, zodat niet geoordeeld kan worden dat meer van TAP mocht worden verwacht.
2.6.
De vorderingen van Airhelp zullen dan ook worden afgewezen. Gelet op het voorgaande behoeven de subsidiaire verweren van TAP geen bespreking.
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
2.8.
Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door TAP worden gemaakt. De gevorderde rente over de nakosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TAP worden vastgesteld op een bedrag van € 360,- aan salaris van de gemachtigde van TAP, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
3.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door TAP worden gemaakt, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
3.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter