In deze zaak, die op 10 juni 2020 door de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ex-echtgenoten over de uitvoering van hun Ouderschapsplan en de regeling van de kerstvakantie voor hun minderjarige dochters. De echtscheidingsbeschikking is op 6 november 2019 ingeschreven. Partijen hebben in hun Ouderschapsplan afspraken gemaakt over de zorg voor hun twee dochters, waaronder de verdeling van vakanties. Echter, voor de kerstvakantie van 2020 konden zij geen overeenstemming bereiken. De vrouw vorderde afgifte van bepaalde goederen van de man, terwijl de man verzocht om een regeling voor de vakantieverdeling en om toestemming voor medische behandelingen van de kinderen.
Tijdens de zitting op 26 mei 2020, die via videoverbinding plaatsvond, hebben partijen enige overeenstemming bereikt over de afgifte van goederen, maar bleven er geschillen bestaan over de vakantieverdeling. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor de kerstvakantie, maar niet voor de overige vakanties. De rechter heeft partijen aangeraden om hulpverlening in te schakelen om de communicatie te verbeteren, wat in het belang van de kinderen is. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter beslist dat de kinderen van 20 tot en met 27 december 2020 bij de man zullen verblijven, met de voorwaarde dat hij daadwerkelijk met hen op vakantie gaat. De kosten van het geding worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.