ECLI:NL:RBNHO:2020:4349
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake verwijdering stacaravan zonder omgevingsvergunning
Op 12 juni 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, wonende te Haarlem, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. Dit besluit, genomen op 4 mei 2020, verplichtte verzoeker om vóór 6 juli 2020 een stacaravan, die zonder omgevingsvergunning in de voortuin was geplaatst, te verwijderen. Bij niet-naleving zou een dwangsom van € 5.000,- voor de eerste overtreding en € 10.000,- voor de tweede overtreding worden opgelegd.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 9 juni 2020, die via Skype plaatsvond, heeft verzoeker zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf dat het verwijderen van de stacaravan grote impact op zijn gezin zou hebben. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoeker geen voldoende spoedeisend belang heeft aangetoond. De voorzieningenrechter benadrukte dat een financieel belang op zichzelf niet voldoende is voor het treffen van een voorlopige voorziening, tenzij er sprake is van een acute financiële noodsituatie, wat in dit geval niet is aangetoond.
De voorzieningenrechter concludeerde dat het verwijderen van de stacaravan niet leidt tot een onomkeerbare situatie, aangezien deze zonder schade kan worden verwijderd en weer teruggeplaatst. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. M.H. Affourtit-Kramer, in aanwezigheid van griffier mr. F. Vermeij, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.