3.1.[eiser/eiser] vordert in het incident ex artikel 843a Rv – samengevat – [gedaagde/verweerder1] te veroordelen inzage dan wel afschrift van de volgende stukken te verstrekken:
alle onderbouwende stukken van de verschillende bedragen zoals opgegeven in het ‘overzicht boedel’ zonder dat delen daarvan onleesbaar zijn gemaakt;
Een omschrijving van de inboedel en het verloop van de inboedel van erflaatster na aanbreng in het huwelijk;
Taxatierapporten van alle zaken op het overzicht boedel en van de inboedel;
Afschriften van alle banken, waar erflaatster bankierde, gedurende een periode van vijf jaar voor haar overlijden;
Afschriften van alle aangiften en aanslagen IB gedurende een periode van vijf jaar voor het overlijden van erflaatster tot aan haar overlijden, zonder dat delen daarvan onleesbaar zijn gemaakt;
Een opgave van de auto(’s) in het bezit van erflaatster ten tijde van haar overlijden met taxatierapport;
Een opgave van het contant geld dat erflaatster had ten tijde van haar overlijden;
Een opgave van de giften die erflaatster heeft gedaan;
Polissen van levensverzekeringen en correspondentie over de uitkering daarvan;
Een omschrijving van het opgespaarde vermogen van [gedaagde/verweerder1] en erflaatster, alsmede alle onderbouwende stukken van de verschillende bedragen zoals opgenomen in voornoemde omschrijving, waaronder onder andere:
- taxatierapporten van alle zaken in het vermogen van [gedaagde/verweerder1], in elk geval van de woning;
- afschriften van alle banken, waar [gedaagde/verweerder1] bankierde of aandelen of opties hield, op het moment van overlijden van erflaatster;
- afschriften van alle aangiften en aanslagen IB van 2018 en 2019, zonder dat delen daarvan onleesbaar zijn gemaakt;
- een opgave van de auto(‘s) in het bezit van [gedaagde/verweerder1] ten tijde van het overlijden van erflaatster met taxatierapport;
- een opgave van al het contant geld dat [gedaagde/verweerder1] had ten tijde van het overlijden van erflaatster;
een en ander te verstrekken binnen 14 dagen na het vonnis in incident, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat [gedaagde/verweerder1] daar niet aan voldoet.
Verder vordert [eiser/eiser] [gedaagde/verweerder1] op straffe van een dwangsom te veroordelen om binnen 14 dagen na het vonnis in incident een boedelbeschrijving van de nalatenschap in zijn bezit te stellen, met een specificatie van de daarin opgenomen bedragen en onder bijvoeging van de onderbouwende stukken.