ECLI:NL:RBNHO:2020:4456

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2020
Publicatiedatum
18 juni 2020
Zaaknummer
HAA 20/1537
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake griffierecht en processtukken

In deze zaak heeft [opposant] op 23 maart 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. De rechtbank heeft op 8 mei 2020 het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat [opposant] het griffierecht niet tijdig had voldaan en verzuimd had om binnen de gestelde termijn de benodigde stukken aan de rechtbank toe te sturen. Hierop heeft [opposant] verzet ingesteld tegen deze uitspraak.

De rechtbank heeft in de verzetzaak beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was. De rechtbank oordeelt dat het griffierecht niet tijdig is voldaan en dat [opposant] onvoldoende heeft aangetoond dat hij door persoonlijke omstandigheden, zoals het overlijden van zijn vader en de coronamaatregelen, niet in staat was om zijn belangen te behartigen. De rechtbank benadrukt dat het zijn verantwoordelijkheid is om tijdig de benodigde stukken in te dienen en dat het niet aannemelijk is gemaakt dat de stukken daadwerkelijk zijn verzonden.

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak van 8 mei 2020. Het verzet wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier, op 23 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1537 V

uitspraak van de enkelvoudige verzetkamer

[opposant] (hierna: [opposant] ), wonende te [woonplaats] .

Procesverloop

[opposant] heeft op 23 maart 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad
Bij uitspraak van 8 mei 2020 heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard.
[opposant] heeft tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat de rechtbank tot de conclusie is gekomen dat [opposant] het griffierecht niet tijdig heeft voldaan en dat [opposant] heeft verzuimd binnen de door de rechtbank gestelde termijn een afschrift van het bezwaarschrift en een kopie van de ingebrekestelling aan de rechtbank toe te sturen.
2. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is. Aan de inhoud van de beroepsgronden komt de rechtbank in deze zaak pas toe als het verzet gegrond is.
3. [opposant] kan zich niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank. [opposant] voert tegen de uitspraak van de rechtbank aan dat het klopt dat het griffierecht niet tijdig is voldaan. De vader van [opposant] is op [datum] overleden. De periode die daar op volgde heeft er voor gezorgd dat alles heeft stilgestaan en de daarop volgende corona uitbraak met een moeder in rouw en ook nog een hoog risico patiënt heeft alles op de kop gezet. Meerdere betalingen zijn blijven liggen. Alles was even te veel. De gevraagde stukken heeft [opposant] tijdig op de bus gedaan. [opposant] stelt dat hij dat hij de zaak voor de rechter wordt gebracht dus hij heeft er alle belang bij om de stukken tijdig aan de rechtbank toe te sturen,
4. De rechtbank oordeelt dat indien [opposant] door het overlijden van zijn vader en de corona uitbraak niet in staat was zijn belangen op afdoende wijze te behartigen, hij iemands hulp had kunnen inroepen. Dat [opposant] dit heeft nagelaten, dient voor zijn rekening te blijven. Dat laat onverlet dat de rechtbank zich wel kan voorstellen dat bij overlijden en tijdens de corona uitbraak zaken blijven liggen, zeker gezien de omstandigheden waarin [opposant] in verkeerde. Onder zeer bijzondere omstandigheden kan overschrijding van de genoemde termijn zonder consequenties blijven, maar dan moet aannemelijk worden gemaakt dat [opposant] gedurende de gehele termijn ook daadwerkelijk niet in staat was de griffierechtnota te voldoen (of te laten voldoen) of de gevraagde stukken in te dienen (of te laten indienen). Hetgeen door [opposant] in dit verband is aangevoerd is onvoldoende om die conclusie te rechtvaardigen. De rechtbank merkt hiertoe op dat [opposant] in de periode na het overlijden van zijn vader en tijdens de corona uitbraak het beroepschrift heeft in kunnen dienen. De rechtbank stelt vervolgens vast dat de stukken waarover [opposant] spreekt in zijn verzetschrift niet door de rechtbank zijn ontvangen. Nu [opposant] de verzending van deze stukken niet aannemelijk heeft gemaakt, bijvoorbeeld door een bewijs van aangetekend verzenden, houdt de rechtbank het ervoor dat de stukken niet door de rechtbank zijn ontvangen. Het staat de rechtbank niet vrij om van wettelijke termijnen - bijvoorbeeld uit coulance - af te wijken. Daarmee komt de duidelijkheid en dus ook de rechtszekerheid over door de rechtbank gestelde fatale termijnen te veel in het geding.
5. In wat [opposant] heeft aangevoerd, ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding anders te oordelen dan in de uitspraak van 8 mei 2020. Het verzet is ongegrond. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak in stand blijft.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H.A.C. Everaerts, rechter, in aanwezigheid van N. Joacim, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 23 juni 2020
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.