Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
Mr. Schmidt heeft zich daarna namens [S] in deze procedure gesteld. Namens [W] heeft zich geen advocaat gemeld. Vervolgens heeft mr. Schmidt de rechtbank verzocht vonnis te wijzen.
2.De feiten
4.De beoordeling
“de rechter kan een deelgenoot op diens verzoek ten behoeve van de voldoening van een voor rekening van de gemeenschap komende schuld of om andere gewichtige redenen machtigen tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed.”
[S]uiterlijk zeven dagen voor de zitting – onderbouwd met stukken – het volgende toe te sturen:
- een opgave van de laatst vastgestelde WOZ-waarde van de woning
- de meest actuele stand van de hypotheekschuld
- een opgave van de opgebouwde waarde van de levensverzekering
- een opgave van de waarde van de bij partijen bekende beleggingsrekening.