ECLI:NL:RBNHO:2020:4649

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 55
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschiktverklaring voor besturen van motorrijtuigen voor beperkte duur

Op 18 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de verweerder, waarin deze hem geschikt verklaarde voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën AL/AZ/B/BE, maar met een termijnbeperking tot 11 november 2024. Dit besluit volgde op een gezondheidsverklaring en een advies van een neuroloog, die had geconcludeerd dat de eiser lijdt aan een erfelijke polyneuropathie. De rechtbank overwoog dat de Regeling eisen geschiktheid 2000 dwingend voorschrijft dat bij een aandoening van de zenuwbanen de maximale geschiktheidstermijn vijf jaar is. De rechtbank oordeelde dat de verweerder niet anders kon besluiten dan de termijnbeperking toe te passen, ondanks het advies van de neuroloog. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd niet in het openbaar gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/55

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

en
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen,verweerder
(gemachtigde: mr. E. van Pernis – van de Wal).

Procesverloop

Bij besluit van 11 november 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser geschikt verklaard voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën AL/AZ/B/BE tot en met 11 november 2024.
Bij besluit van 10 december 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Op 4 juli 2019 heeft eiser bij verweerder een Gezondheidsverklaring Rijbewijs ingediend ter verkrijging van een Verklaring van geschiktheid. Om te kunnen besluiten of eiser geestelijk en lichamelijk in staat is om te rijden, heeft verweerder eiser doorverwezen voor een keuring bij een neuroloog. De neuroloog heeft geconcludeerd dat sprake is van een stationair en vrijwel asymptotische (erfelijke) polyneuropathie en heeft verweerder geadviseerd eiser voor onbepaalde tijd rijgeschikt te verklaren.
2. Bij het bestreden besluit, waarbij het primaire besluit is gehandhaafd, heeft verweerder eiser rijgeschikt verklaard voor het besturen van motorrijtuigen van de categorieën AL/AZ/B/BE met een termijnbeperking van vijf jaar. Hieraan heeft verweerder ten grondslag gelegd dat bij eiser sprake is van een aandoening van de zenuwbanen (HMSN type 1). Dit betekent dat paragraaf 7.4 van de bijlage behorend bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 (de Regeling) op eiser van toepassing is. De eisen met betrekking tot groep 1 rijbewijs staan vermeld in paragraaf 7.4.2, onder a, van de Regeling. Hierin is dwingendrechtelijk bepaald dat de maximale geschiktheidstermijn vijf jaar is en afhangt van de verwachte progressie. Bij lichte progressie is de geschiktheidstermijn vijf jaar, bij matige progressie drie jaar en bij sterke progressie één jaar. Ten aanzien van het advies van de neuroloog heeft verweerder overwogen dat uit de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) blijkt dat verweerder adviezen van specialisten die in strijd zijn met de Regeling niet kan volgen gelet op het imperatieve karakter van de bepalingen in de Regeling. Nu bij eiser sprake is van een aandoening van de zenuwbanen, kon verweerder niet anders dan besluiten tot geschiktheid van zijn rijbewijs voor de maximale termijn van vijf jaar.
3. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage en maakt onderdeel uit van deze uitspraak.
4. Eiser betoogt dat verweerder ten onrechte een termijn beperking van vijf jaar heeft toegepast. Hij voert daartoe aan dat de keurend neuroloog heeft aangegeven dat sprake is van een stationair beperking vanaf 2009. Ook de artsen van eiser verklaren dat sprake is van een stationair beperking. Eiser heeft geen tijd gehad om verklaringen van zijn artsen te regelen.
5. De rechtbank overweegt als volgt. Niet in geschil is dat bij eiser sprake is van een aandoening van de zenuwbanen (HMSN type 1), zodat paragraaf 7.4.2, onder a, van de Regeling op eiser van toepassing is. Hierin is (dwingend) bepaald dat in dat geval de maximale geschiktheidstermijn vijf jaar is. De Regeling laat geen ruimte om per geval rekening te houden met individuele belangen, zodat verweerder, ondanks het advies van de keurend neuroloog, geen mogelijkheid had eiser, in strijd met de Regeling, rijgeschikt te verklaren voor onbepaalde tijd. Het betoog slaagt niet.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H. Affourtit-Kramer, rechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier.
Deze uitspraak is gedaan op 18 juni 2020. Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.
BIJLAGE
Regeling eisen geschiktheid 2000
Paragraaf 7.4 Progressieve neurologische en neuromusculaire ziektebeelden
Het betreft hier progressieve aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, het motorneuron, het perifere zenuwstelsel en de skeletspieren. Voor de beoordeling van de geschiktheid is een specialistisch rapport vereist, opgesteld door een neuroloog of een revalidatiearts. Bij cervicale myelopathie volstaat een aantekening van de keurend arts.
Bij cognitieve stoornissen gelden tevens de eisen uit paragraaf 8.6.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met progressieve neurologische en neuromusculaire ziektebeelden moeten strenge eisen worden gesteld. Personen die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met progressieve neurologische en neuromusculaire ziektebeelden geschikt worden verklaard voor beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een verklaring van de werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.
7.4.2. Neuromusculaire ziektebeelden
Het betreft hier ziektebeelden zoals motorneuronziekten, heriditaire neuropathieën, spierziekten (spierdystrofie, myotonie, myopathie en myositis), myasthenia gravis en ataxie van Friedreich.
a. groep 1: Bij een vermoeden van een met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornis, is voor de beoordeling van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.
De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar en hangt af van de verwachte progressie. Lichte progressie: vijf jaar, matige progressie: drie jaar en sterke progressie: één jaar.