Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2020 op het verzet van
[X] , te [Z] , opposant.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 30 juni 2020.
Rechtbank Noord-Holland
Op 30 juni 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de opposant, die tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank in beroep was gegaan. De opposant had beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst, Toeslagen, met betrekking tot het Kindgebonden budget over het jaar 2013. De rechtbank had eerder, op 14 november 2018, het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de opposant verzet ingesteld en verzocht om gehoord te worden op een zitting. Ondanks meerdere verzoeken om uitstel van de behandeling, is de opposant niet verschenen op de zitting van 26 juni 2020.
De rechtbank heeft overwogen dat de opposant in de gelegenheid was gesteld om te worden gehoord, maar dat het verzoek om uitstel was afgewezen. De rechtbank heeft het belang van de opposant afgewogen tegen het algemeen belang van een doelmatige procesgang en heeft besloten om zonder zitting uitspraak te doen, omdat het eindoordeel buiten redelijke twijfel stond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opposant niet binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep had ingediend en geen afschrift van de uitspraak waarop het geschil betrekking had, had overgelegd.
De opposant voerde aan dat een eerdere brief van de rechtbank verkeerd was geadresseerd en dat de rechtbank contact had moeten opnemen om het juiste adres te achterhalen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de brief overeenkomstig het door de opposant opgegeven adres was verzonden en dat de retour ontvangen brief voor rekening en risico van de opposant kwam. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om anders te oordelen dan in de eerdere uitspraak van 14 november 2018 en heeft het verzet ongegrond verklaard. Er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.