ECLI:NL:RBNHO:2020:4916
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering wegens onvoldoende toegenomen arbeidsongeschiktheid
Op 3 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had beroep ingesteld tegen de weigering van haar aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (Wet WIA). De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van toegenomen beperkingen in de zin van artikel 55, eerste lid en onder b van de Wet WIA. Eiseres was eerder arbeidsongeschikt geweest, maar de verzekeringsarts had geconcludeerd dat zij op de datum in geding niet meer dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank benoemde een deskundige die bevestigde dat eiseres op de datum in geding, 26 januari 2016, beperkt was, maar niet in een mate die recht gaf op een WIA-uitkering. De rechtbank volgde de deskundige in zijn conclusie dat de beperkingen van eiseres niet juist waren vastgesteld, maar oordeelde dat dit niet leidde tot een toename van haar arbeidsongeschiktheid. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit, maar liet de rechtsgevolgen daarvan in stand. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.