ECLI:NL:RBNHO:2020:5160

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 juli 2020
Publicatiedatum
10 juli 2020
Zaaknummer
8303865 \ AO VERZ 20-19
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en ontbindende voorwaarde in arbeidsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Swissport Cargo Services The Netherlands B.V. [verzoeker] verzocht de rechtbank te verklaren dat zijn arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd en dat het ontslag op staande voet onterecht was. Swissport had een beroep gedaan op een ontbindende voorwaarde in de arbeidsovereenkomst, die inhield dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen als [verzoeker] zijn Schipholpas zou verliezen. De rechtbank oordeelde dat de Schipholpas tijdelijk was geblokkeerd en niet definitief was ingetrokken, waardoor Swissport ten onrechte een beroep deed op de ontbindende voorwaarde. De rechtbank concludeerde dat de arbeidsovereenkomst niet was geëindigd en dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was. Echter, de rechtbank oordeelde ook dat [verzoeker] een dringende reden had gegeven voor ontslag op staande voet door zich schuldig te maken aan het wegnemen van goederen, wat leidde tot de verplichting voor [verzoeker] om een gefixeerde schadevergoeding te betalen aan Swissport. De rechtbank wees het verzoek van [verzoeker] af en veroordeelde hem tot terugbetaling van teveel ontvangen salaris en tot betaling van de schadevergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8303865 \ AO VERZ 20-19
Uitspraakdatum: 9 juli 2020
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. C.L. Mens
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Swisssport Cargo Services The Netherlands B.V.,
gevestigd te Schiphol
verwerende partij
verder te noemen: Swissport
gemachtigde: mr. I. Visscher

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan om voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en Swissport niet met ingang van 18 december 2019 van rechtswege is geëindigd. Daarnaast heeft [verzoeker] een verzoek gedaan om het door Swissport voorwaardelijk gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en om Swissport te veroordelen om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te herstellen. Swissport heeft een verweerschrift ingediend en een voorwaardelijk tegenverzoek gedaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
1.2.
Op 11 juni 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben [verzoeker] en Swissport bij brieven van 12 maart 2020 en 13 maart 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] (37 jaar), is op 1 januari 2013 in dienst getreden bij Swissport. De laatste functie die [verzoeker] vervulde, is die van Warehouse Employee B, met een salaris van € 1.876,65 netto per maand, exclusief vakantiegeld.
2.2.
Swissport is een onderdeel van Swissport International Ltd. Swissport is verantwoordelijk voor vrachtafhandeling, onder andere op Schiphol.
2.3.
[verzoeker] maakt ten behoeve van zijn werkzaamheden bij Swissport gebruik van een Schipholpas. In de arbeidsovereenkomst is het volgende overeengekomen:
Artikel 5 – Opschortende en ontbindende voorwaarde en dringende reden
[…]
5.2.
De arbeidsovereenkomst wordt gesloten onder de ontbindende voorwaarde dat werknemer niet langer in het bezit is van de verklaring of een Schipholpas. Zowel de verklaring als een Schipholpas zijn vereist voor de uitvoering van de werkzaamheden van werknemer, zonder welke de arbeidsovereenkomst inhoudsloos wordt. Indien werknemer, om wat voor reden dan ook, niet meer beschikt over de verklaring en/of de Schipholpas, bijvoorbeeld omdat deze wordt ingetrokken of niet wordt verlengd, dan zal de arbeidsovereenkomst op het moment van intrekking of niet-verlenging van rechtswege eindigen.
[…]
5.4.
Werknemer heeft een zorgplicht de verklaring en de Schipholpas te behouden en dient ervoor te zorgen dat deze worden verlengd. Wanneer zich feiten en omstandigheden voordoen waardoor het behoud of het verlengen van de verklaring en/of de Schipholpas op enig moment ter discussie kan komen te staan, dan dient werknemer dit direct aan werkgever te melden.
5.5.
Het niet voldoen van werknemer aan de bepalingen in dit artikel en de in dit artikel omschreven zorgplicht, evenals enig ander handelen of nalaten van werknemer dat het behoud of het verlengen van de verklaring en/of de Schipholpas in gevaar brengt, dan wel de weigering van de verklaring en/of intrekking van de Schipholpas, is voor werkgever een dringende reden voor ontslag op staande voet ingevolge artikel 7:677 en 7:678 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”).
5.6.
Gedurende de periode dat werknemer zijn werkzaamheden niet kan verrichten omdat hij niet beschikt over de verklaring en/of de Schipholpas dan komt het risico van het niet-verrichten van deze werkzaamheden – gelet op zijn zorgplicht – geheel voor rekening van werknemer. Werkgever is dan ook niet verplicht tot loondoorbetaling ten aanzien van de niet door werknemer verrichte werkzaamheden in de zin van artikel 7:628 lid 1 BW.
2.4.
In artikel 5.2.m van het Toegangsbeleid Amsterdam Airport Schiphol staan de ‘voorwaarden voor het daadwerkelijk wel of geen toegang verlenen’ beschreven:

De Schipholpas personen is eigendom van Amsterdam Airport Schiphol en dient altijd op verzoek hiervan te worden terug gegeven.
[…]
  • De gebruiker dient zich te houden aan de voorwaarden waarvoor hij/zij voor akkoord getekend heeft. Deze voorwaarden worden bij de uitgifte aan de pashouden verstrekt.
  • De gebruiker conformeert zich aan de Schipholregels.
Bij het niet opvolgen van één van deze voorwaarden kan het beveiligingspersoneel of kunnen andere bevoegden de toegang tot de bedrijfsbeveiligde en beschermde gebieden weigeren en kan de Schipholpas worden geblokkeerd en/of ingenomen. Hiervan zal de afdeling Security Operations in kennis worden gesteld. Deze zal namens Amsterdam Airport Schiphol acteren.
2.5.
Artikel 10 van de Regeling Toelating Schiphol beschrijft sancties bij het niet voldoen aan de gestelde eisen en procedures met betrekking tot het gebruik van Schipholpassen:
‘1. Met betrekking tot het gebruik van Schipholpassen voor personen/voertuigen wordt ten aanzien van de werknemer(s) derde(n) en wederpartij het sanctiebeleid toegepast zoals dat is opgenomen in de artikelen 12, 13 en 14.
2. Met betrekking tot het niet of niet geheel nakomen van deze Regeling kan […] SNBV de volgende sancties opleggen:
- (…)
- Blokkeren van autorisaties en/of kenmerken;
- Het niet toekennen van nieuwe autorisaties en/of kenmerken aan werknemers en/of derden van wederpartij;
- Het niet uitgeven van nieuwe Schipholpassen aan werknemers en/of derden van wederpartij.
3. SNBV kan alle in dit artikel genoemde sancties, alsmede het recht op nakoming en/of vergoeding van door haar geleden schade en eventuele overige rechten, naast elkaar inroepen. SNBV is daarbij vrij om te kiezen voor de combinatie van sancties die haar het meest passend voorkomen (…)’
2.6.
In artikel 12 staat dat aan pashouders die de Schipholregels en/of het RTS overtreden de volgende sancties kunnen worden opgelegd: ‘
Het tijdelijk blokkeren/innemen huidige Schipholpas(sen)’en ‘
Sanctie nader te bepalen door sanctioneringscommissie (bv financiële sancties)’
2.7.
Op 11 december 2019 was [verzoeker] voor Swissport aan het werk. Hij heeft tijdens zijn werkzaamheden een Unit Loading Device (‘ULD’) verplaatst. Op 12 december 2019 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Swissport waarin [verzoeker] is gevraagd om een verklaring voor deze handeling. [verzoeker] heeft verklaard dat hij ruimte wilde maken op het opsteldek.
2.8.
Eveneens op 11 december 2019 is Swissport tot de ontdekking gekomen dat van een ULD het plastic was gescheurd. Later is gebleken dat er dozen van deze ULD vermist waren.
2.9.
De Koninklijke Marechaussee is een onderzoek gestart. [verzoeker] is per 12 december 2019 geschorst voor de duur van dit onderzoek.
2.10.
Op 18 december 2019 heeft Schiphol Nederland B.V. (‘SNBV’) aan Swissport meegedeeld dat zij de schipholpas van [verzoeker] hangende het onderzoek van de Koninklijke Marechaussee tijdelijk zou blokkeren.
2.11.
Op 20 december 2019 heeft tussen Swissport en [verzoeker] een gesprek plaatsgevonden. Het gesprek is bij brief van 24 december 2019 door Swissport bevestigd. In deze brief schrijft Swissport:
‘[…] Van de Schiphol Group hebben wij vernomen dat uw Schipholpas met ingang van 18 december jl. is ingetrokken. Hiermee is de ontbindende voorwaarde ingetreden. Uw arbeidsovereenkomst is hiermee op 18 december jl. van rechtswege geëindigd. […] Uitsluitend voor het geval de ontbindende voorwaarde niet het effect zou hebben zoals hierboven beschreven en uw arbeidsovereenkomst na 18 december 2019 nog voortduurt, bent u op vrijdag 20 december 2019 (voorwaardelijk) op staande voet ontslagen. De reden voor dit ontslag is op 20 december 2019, uitvoerig met u besproken en wordt hierbij kort bevestigd. […] Op camerabeelden is vervolgens te zien dat u rond 12.00 uur met een dolly de pallet van het opsteldek naar de airside verplaatst. U rijdt vervolgens richting S-platform 87 waar u de pallet naast het opstelvak parkeert. Daarna is op de camerabeelden te zien dat u een lege container in de nabijheid van S-platform 87 meeneemt naar de loods van Swissport. U parkeert de lege container in de loods en loopt naar de kantine. […] Aangezien u de laatste persoon bent die de pallet heeft verplaatst, zo blijkt uit de camerabeelden, bent u in het kader van nader onderzoek naar het incident van 11 december 2019, op grond van artikel 8.6.2. van het Personeelshandboek, tot nader bericht geschorst. [..] Uit nader onderzoek is gebleken dat u, nadat u de dolly met de pallet hebt geparkeerd naast het opsteldek, ander materiaal zoals containers en bulkkarren om de pallet parkeert zodat de pallet met de elektronica niet meer goed te zien is. De pallet staat verdekt. Vervolgens is op de camerabeelden te zien dat u het plastic wat om de elektronica dat op de pallet staat, is gewikkeld, openmaakt. U haalt enkele kartonnen verpakkingen van de pallet en legt deze in een rode trekker. Daarna rijdt u met de rode trekker weg en parkeert u de rode trekker verderop bij een lege bulkkar. U legt de dozen op de bulkkar. U herhaalt dit enkele keren. Daarna parkeert u de rode trekker en haalt u een blauw trekker. U parkeert deze blauwe trekker bij de pallet en haalt wederom een aantal dozen van de pallet en legt deze in de blauwe trekker. Vervolgens rijdt u met de blauwe trekker en twee lege dollies naar het centrum van Schiphol.
Op vrijdag 20 december jl. hebben [directeur Cargo] (Director Cargo), [HR consultant] (HR Consultant a.i.) en [securitymanager] (Securitymanager) nogmaals met u gesproken. In dit gesprek is u nogmaals gevraagd naar het incident op 11 december 2019 en bent u geconfronteerd met onze bevindingen uit nader onderzoek.
In eerste instantie geeft u aan niets te weten. Vervolgens bevestigt u hetgeen wij hebben waargenomen op de camerabeelden. U hebt in totaal negen dozen van de pallet gepakt en in de trekker gelegd. Daarna geeft u aan dat u met de trekker naar de lege bulkkar bent gereden en dat u daar de dozen heeft opgelegd. Vervolgens verklaart u een rondje te hebben gereden met de bulkkar en de dozen achter te hebben gelaten ergens op een plek waar kapotte containers worden neergelegd. Op de vraag waarom u dit heeft gedaan, geeft u geen antwoord. […] Naar aanleiding van deze verklaring hebben wij direct één van onze medewerkers naar de betreffende plek gestuurd. Zij hebben daar inderdaad vier van de negen vermiste dozen teruggevonden. Deze dozen zijn gevonden in een SU container. Wij hebben u gevraagd waar de andere vijf dozen zijn gebleven. U kon daar geen antwoord op geven. […] Uit de beelden en uit uw verklaring kunnen wij concluderen dat u de dozen van de pallet hebt gepakt zonder dat u daarvoor enige instructie heeft gekregen van uw leidinggevende. […] Swissport kan zich niet aan de indruk onttrekken dat u deze dozen van de pallet heeft gepakt met het oogmerk om deze dozen met daarin laptops die een waarde van € 954,- per laptop vertegenwoordigen, u wederrechtelijk toe te eigenen. […]
U handelt hiermee in strijd met de regels die binnen Swissport gelden maar bovendien in strijd met regels van algemene bekendheid. […] Door dit onacceptabele gedrag en gelet op de ernst van uw handelen, waarbij Swissport doelt op uw gedragingen tezamen maar ook iedere gedraging op zichzelf zoals hiervoor beschreven, hebt u Swissport geen andere keuze gelaten dan u op staande voet te ontslaan. Bij het nemen van deze beslissing zijn overigens alle relevante, persoonlijke omstandigheden, zoals de duur van het dienstverband, de wijze waarop u tijdens het dienstverband hebt gefunctioneerd, uw leeftijd en privésituatie in aanmerking genomen en meegewogen. De uitkomst van deze belangenafweging heeft de beslissing echter niet anders gemaakt.
Mocht de ontbindende voorwaarde niet het effect hebben zoals hiervoor beschreven en duurt uw arbeidsovereenkomst na 18 december 2019 nog voort, dan eindigt uw arbeidsovereenkomst alsnog op grond van een dringende reden per vrijdag 20 december 2019. […]’
2.12.
Op 23 december 2019 is [directeur Cargo] (‘ [directeur Cargo] ’) gehoord als getuige door de Koninklijke Marechaussee in het onderzoek ‘Diefstallen Swissport’, waarvan een proces-verbaal is opgemaakt. [directeur Cargo] heeft als volgt verklaard:
‘[…] Naar aanleiding van ons intern onderzoek van maandag en dinsdag 16 en 17 december 2019 hebben wij vanuit de luchthaven de uitnodiging gehad om samen met hun beelden op airside te bekijken. Dit zou plaatsvinden op 18 december om 12 uur. Die beelden hebben wij met 3 collega’s bekeken, waarvan ik er 1 ben. Die beelden hebben ons de bevestiging gegeven wat er heeft plaatsgevonden en door wie.
Als het goed is zijn deze beelden ook in bezit van de Marechaussee. Vanuit de beelden kunnen wij zien dat de heer [verzoeker] handelingen uitvoert bij de betreffende ULD, dit zijn handelingen die niet behoren tot zijn activiteiten. Wij zien duidelijk dat de heer [verzoeker] de ULD wil afschermen door bulkkarren eromheen te plaatsen en vervolgens zien wij hem de ULD openmaken, oftewel plastic verscheuren, en er kartonnen dozen uitneemt en deze plaatst in zijn rode trekker. Vervolgens rijdt hij naar een gele bulk kar en plaatst de dozen op deze kar. Dit doet hij een aantal keren achter elkaar. Een van de laatste keren doet hij dit tevens met een blauwe trekker. Deze is vele maanden groter dan de rode en kunnen wij vanuit de beelden nog beter zien dat hij kartonnen dozen van de ULD afneemt en in de trekker legt.
Wij weten dat het de heer [verzoeker] betreft, niet alleen visueel maar ook vanwege het feit dat hij bij het passeren van de gates zijn schipholpas heeft aangeboden. Na het zien van deze beelden hebben wij de heer [verzoeker] uitgenodigd voor een vervolg gesprek, vanwege zijn schorsing, op 20 december 2019 om 12.00 uur.
[…] Na veel aandringen heeft de heer [verzoeker] bekend dat hij de 9 dozen in een lege container op het Sierra platform, bij de Junkyard heeft gedeponeerd.[…]’
2.13.
Bij brief van 6 januari 2020 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan Swissport geschreven:
‘[…] Bovengenoemde ontbindende voorwaarde is niet ingetreden, omdat er geen officieel (schriftelijk) besluit over de intrekking van de schipholpas van cliënt is genomen en cliënt nog gewoon over zijn schipholpas beschikt. Op grond van het voorgaande is de arbeidsovereenkomst van cliënt dan ook niet per 18 december 2019 geëindigd. […] Hierbij roep ik namens cliënt de vernietiging van het ontslag op staande voet in. Cliënt betwist dat hij een aantal dozen van een pallet heeft gepakt met het oogmerk deze dozen met de daarin bevindende laptops zich wederrechtelijk toe te eigenen. Tevens betwist cliënt dat hij hetgeen op de camerabeelden is te zien, tegenover een drietal personen heeft bevestigd. U heeft de camerabeelden overigens niet aan cliënte getoond.’
2.14.
Bij brief van 6 januari 2020 heeft de Security Advisor van Schiphol Swisspoort geïnformeerd over de blokkering van de Schipholpas van [verzoeker] door de bedrijfsrecherche. In de brief is geschreven:
‘[…] dit vanwege het vermoedelijk plegen van een strafbaar feit door voornoemd persoon.
Naar aanleiding van het bovenstaande, wordt er door de overheid een onderzoek opgestart. Conform de voor het gebruik van de Schipholpas geldende voorwaarden, zal gedurende dit onderzoek aan voornoemd persoon geen enkele Schipholpas verstrekt worden; dit zal worden geregistreerd in ons Toegangsbeheersysteem.’
2.15.
Bij brief van 23 januari 2020 is namens [verzoeker] contact opgenomen met de Security Advisor van Schiphol:
‘[…] Hierbij maakt cliënt tevens bezwaar tegen het (tijdelijk) blokkeren van zijn schipholpas. Cliënt betwist dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. Dat cliënt zich vermoedelijk schuldig zou hebben gemaakt aan een strafbaar feit, blijkt niet uit de bij u bekende camerabeelden. […] Ik verzoek u de schipholpas van cliënt te deblokkeren en de registratie in het Toegangsbeheersysteem ongedaan te maken. […]’
2.16.
Bij e-mail van 27 januari 2020 schrijft de Security Advisor van Schiphol aan de gemachtigde van [verzoeker] :
‘[…] In dit onderzoek is vastgesteld dat dhr. [verzoeker] op 11 december 2019 op verschillende momenten goederen heeft weggenomen van/uit een voor verzending gereedstaande dolly op het S-Platform.
Deze handelingen zijn door de Bedrijfsrecherche met behulp van camerabeelden uit het CCTV systeem en registraties van de Schipholpas van dhr. [verzoeker] in ons toegangsbeheersysteem vastgesteld. Deze beelden en registraties zijn door de Bedrijfsrecherche veiliggesteld en vervolgens overgedragen aan de Koninklijke Marechaussee. Door Swissport is aangifte gedaan van diefstal bij de Koninklijke Marechaussee.
Het management van Swissport heeft na het zien van de beelden aangegeven dat de goederen die dhr. [verzoeker] op beeld wegneemt laptops betroffen van een zending van Qatar Airways. Naast dat dhr. [verzoeker] door het management van Swissport op de beelden werd herkend is aangegeven door Swissport aan de Bedrijfsrecherche dat deze handelingen niet tot zijn werkzaamheden behoorde.
Naast dat het wegnemen van de goederen door dhr. [verzoeker] kan worden aangemerkt als het vermoedelijk plegen van een strafbaar feit is het een directe overtreding van de voorwaarden van SNBV, daarom zal er door SNBV geen Schipholpas meer verstrekt worden aan dhr. [verzoeker] .’
2.17.
Op deze e-mail is door de gemachtigde van [verzoeker] op 27 januari 2020 gereageerd:
‘Ik verzoek u het officiële schriftelijke besluit m.b.t. blokkering/intrekking van de schipholpas, die aan cliënt is gericht, aan mij te doen toekomen. Cliënt wenst bezwaar te maken tegen de blokkering/intrekking.[…]’
2.18.
Bij e-mail van 27 januari 2020 heeft de Security Advisor van Schiphol aan de gemachtigde van [verzoeker] laten weten:
‘De Schipholpas is op 18 december 2019 geblokkeerd. De werkgever is hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld met de verplichting de pashouder hierover te informeren. Dhr [verzoeker] heeft via u aangegeven het verzoek te doen aan SNBV om de Schipholpas te laten deblokkeren. Wellicht ten overvloede wil u wijzen op mijn besluit in mijn email aan u van maandag 27 januari 2020 14:42 uur. Er is een beroepsmogelijkheid tegen mijn beslissing maar zolang het overheidsonderzoek niet is afgerond kan deze niet in behandeling worden genomen.’
2.19.
[securitymanager] (‘ [securitymanager] ’), Manager Security bij Swissport Cargo, heeft op 20 februari 2020 de volgende verklaring afgelegd:
‘[…] Dit om camerabeelden van Schiphol te bekijken n.a.v. een incident wat had plaats gevonden op het S-Platform met een vrachtplaat van Qatar Airways.
Op de camerabeelden zag ik het volgende: Er was op de beelden te zien dat een Swissport medewerker in een Swissport voertuig (blauwe landbouwtrekker) vanaf de Swissport loods (vracht 9) het platform op rijdt. Wanneer hij het S-platform op rijdt koppelt hij een dolly met container aan en zet deze een beetje schuin voor een Exportvrachtplaat. Deze was daar al eerder neergezet en stond eerst op het opsteldek achter bij de Swissport loods. Vervolgens was er te zien op de beelden dat de Swissport medewerker zijn voertuig naast de desbetreffende vrachtplaat zette en uitstapte. Op de beelden was te zien dat deze medewerker meerdere dozen, één keer per doos, vanaf de vrachtplaat in het voertuig neerlegde. Toen de dozen in de trekker gelegd waren stapte de medewerker weer in de blauwe trekker en reed naar een ander deel van het S-platform bij een aantal bagagekarren en stopte daar.
De persoon die in de blauwe landbouwtrekker reed was voor mij niet herkenbaar omdat ik niet alle personen binnen ons bedrijf ken.’
2.20.
[leidinggevende] (‘ [leidinggevende] ’), Warehouse Manager bij Swissport en leidinggevende van [verzoeker] , heeft op 21 februari 2020 de volgende verklaring afgelegd:
‘[…] Daar hebben wij samen met een Security Officer van de luchthaven camera beelden bekeken naar aanleiding van een incident.
Aan einde ochtend/begin middag rijdt dhr. [verzoeker] met een voertuig, met daaraan gekoppeld een dolly (kar) met daarop een vliegtuig plaat met vracht erop, van het achter terrein van Swissport T9 naar de security (daar moet je doorheen om het platform op te komen). Doordat je Schipholpas gescand wordt, weet je precies wie het platform opgaat. Dhr. [verzoeker] rijdt vervolgens met deze dolly het platform op, en zet deze achter opstelposities (een buffer voor opgebouwde vliegtuigplaten), deze opstelposities staan achter Swissport T9.
Hij koppelt de dolly af, en rijdt andere dolly’s (die op het platform staan) met leeg equipment erop om de betreffende vliegtuigplaat. Vervolgens zie je dat hij zijn voertuig vlakbij de betreffende vliegtuigplaat zet, hij stapt uit zijn voertuig en verdwijnt achter deze vliegtuigplaat. Vervolgens komt hij achter deze vliegtuigplaat vandaan, en zie je dat hij dozen in zijn voertuig legt. Dit gebeurde meerdere keren, op verschillende tijdstippen, en verschillende voertuigen.’

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter om voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd, om het ontslag op staande voet te vernietigen, en om Swissport te veroordelen tot herstel van de arbeidsovereenkomst en tot doorbetaling van loon. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat Swissport ten onrechte een beroep heeft gedaan op de ontbindende voorwaarde uit de arbeidsovereenkomst en dat er geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet.
3.2.
Volgens [verzoeker] heeft Swissport ten onrechte een beroep gedaan op de ontbindende voorwaarde, omdat er geen sprake is van een intrekking, maar van een tijdelijke blokkering van de Schipholpas. Swissport heeft bovendien invloed uitgeoefend op de blokkade van de Schipholpas, omdat de Schipholpas pas is geblokkeerd nadat Swissport zich over de camerabeelden van Schiphol had uitgelaten en aangifte tegen [verzoeker] had gedaan bij de Koninklijke Mareschaussee. Gelet op het voorgaande heeft Swissport actief bijgedragen aan het besluit tot tijdelijke blokkering; daardoor heeft Swissport (doorslaggevende) invloed uitgeoefend op het intreden van de ontbindende voorwaarde.
3.3.
Verder stelt [verzoeker] dat Swissport hem ten onrechte (voorwaardelijk) op staande voet heeft ontslagen, omdat een dringende reden ontbreekt. [verzoeker] stelt dat het enkele feit dat er een strafrechtelijk onderzoek in gang is gezet vanwege het vermoedelijk plegen van een strafbaar feit, onvoldoende is om tot ontslag op staande voet over te gaan. [verzoeker] betwist dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan enig strafbaar feit en hij betwist dat hij de ULD heeft opengemaakt, plastic heeft opengescheurd en dozen of spullen van de ULD heeft gehaald en in een voertuig heeft gelegd, dit heeft hij ook niet verklaard tijdens het gesprek op 20 december 2019. De dringende reden wordt ook niet door Swissport bewezen. De camerabeelden zijn niet overgelegd en de overgelegde verklaringen zijn niet objectief, omdat deze afkomstig zijn van werknemers van Swissport. Swissport heeft ten slotte geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] .

4.Het verweer en het tegenverzoek

4.1.
Swissport verweert zich tegen het verzoek. Zij voert aan – samengevat – dat zij terecht een beroep heeft gedaan op de ontbindende voorwaarde. [verzoeker] kan zijn werkzaamheden zonder Schipholpas niet uitoefenen. Per 18 december 2019 is [verzoeker] de beschikking over zijn Schipholpas verloren, waardoor de arbeidsovereenkomst inhoudsloos is geworden. Het verkrijgen en behouden van de Schipholpas komt volgens Swissport voor risico van [verzoeker] , omdat dit in belangrijke mate samenhangt met zijn eigen gedrag. Swissport betwist dat zij invloed heeft uitgeoefend op de beslissing van Schiphol, dit blijkt ook nergens uit. Het intrekken of blokkeren van de Schipholpas is voorbehouden aan SNBV. Ook het blokkeren valt onder de ontbindende voorwaarde op grond waarvan de arbeidsovereenkomst eindigt. Bovendien heeft SNBV te kennen gegeven dat aan [verzoeker] geen Schipholpas meer zal worden verstrekt.
4.2.
Verder voert Swissport aan dat zij [verzoeker] terecht (voorwaardelijk, voor zover de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd) op staande voet heeft ontslagen. Op basis van de camerabeelden die medewerkers van Swissport hebben gezien en waarover zij hebben verklaard, en de bevestiging die zij van [verzoeker] heeft gekregen is Swissport terecht overgegaan tot ontslag op staande voet. [verzoeker] heeft met zijn gedragingen en handelen zijn Schipholpas in gevaar gebracht, hetgeen in strijd is met zijn zorgplicht. Of [verzoeker] wel of niet strafrechtelijk wordt vervolgd, is voor het ontslag op staande voet niet relevant.
4.3.
In de zaak van het tegenverzoek wordt door Swissport verzocht om voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst tussen Swissport en [verzoeker] op 18 december 2019 van rechtswege is geëindigd door het intreden van de ontbindende voorwaarde, dat Swissport aan [verzoeker] een eindafrekening dient te verstrekken en in dat kader nog een bedrag van € 98,47 aan [verzoeker] dient te voldoen. Voor zover wordt geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst niet op 18 december 2019 door het intreden van de ontbindende voorwaarde is geëindigd, verzoekt Swissport om een verklaring voor recht dat Swissport [verzoeker] rechtsgeldig op staande voet heeft ontslagen, om [verzoeker] te veroordelen het salaris over 18 december 2019 tot en met 31 december 2019 aan Swissport terug te betalen en om [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van € 2.511,97 bruto. Swissport verzoekt ten slotte voorwaardelijk, voor het geval het ontslag op staande voet vernietigd wordt, om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW, in verbinding met artikel 7:669 lid 3, onderdeel e, h of g BW. Daarnaast verzoekt Swissport om voor recht te verklaren dat zij niet gehouden is het salaris van [verzoeker] vanaf 18 december 2019 tot het einde van de arbeidsovereenkomst door te betalen. Ook verzoekt Swissport om te bepalen dat [verzoeker] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en geen recht heeft op een transitievergoeding. Ten slotte verzoekt Swissport om bij het bepalen van de einddatum geen rekening te houden met de geldende opzegtermijn. [verzoeker] heeft tegen de tegenverzoeken verweer gevoerd en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.

5.De beoordeling

het verzoek
5.1.
Het gaat in deze zaak ten eerste om de vraag of Swissport rechtsgeldig een beroep heeft gedaan op de door partijen overeengekomen ontbindende voorwaarde.
5.2.
Of een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst geldig is, hangt af van de vraag of en in hoeverre de arbeidsovereenkomst door het intreden van de voorwaarde inhoudsloos wordt, of de voorwaarde objectief bepaalbaar is en of het intreden van de voorwaarde door de werkgever zelf kan worden beïnvloed.
5.3.
[verzoeker] heeft gesteld dat Swissport invloed heeft gehad op het blokkeren van de Schipholpas door SNBV. De kantonrechter deelt dat oordeel niet, gelet op de e-mail van Schiphol van 27 januari 2020, waaruit volgt dat het onderzoek is gestart naar aanleiding van een klacht van Qatar Airways. Aldus kan niet worden geoordeeld dat Swissport invloed heeft gehad op de door SNBV opgelegde maatregel, als gevolg waarvan de ontbindende voorwaarde zou zijn ingetreden.
5.4.
[verzoeker] heeft voorts gesteld dat Swissport ten onrechte een beroep op de ontbindende voorwaarde heeft gedaan, omdat de Schipholpas tijdelijk, hangende het onderzoek, is geblokkeerd en niet permanent is ingenomen. De kantonrechter stelt vast dat uit de brief van 6 januari 2020 van SNBV aan Swissport blijkt dat de Schipholpas van [verzoeker] is geblokkeerd en dat gedurende het onderzoek geen enkele Schipholpas aan [verzoeker] verstrekt zal worden. Uit de overige correspondentie blijkt dat er nog een bezwaarmogelijkheid bestaat, waarvan [verzoeker] nog geen gebruik heeft kunnen maken omdat hij daarvoor moet wachten tot het onderzoek is afgerond. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat gebleken is dat de Schipholpas (vooralsnog) niet permanent en onherroepelijk is ingetrokken, zodat Swissport ten onrechte een beroep op de ontbindende voorwaarde heeft gedaan. De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek om een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet van rechtswege is geëindigd, zal toewijzen.
5.5.
Vervolgens ligt de vraag voor of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd. Voor een rechtsgeldig ontslag op staande voet moet een dringende reden aanwezig zijn en moet de opzegging onverwijld hebben plaatsgevonden met onverwijlde mededeling van die dringende reden. De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen.
5.6.
Swissport heeft als de dringende reden aan het ontslag op staande voet – kort samengevat – ten grondslag gelegd dat [verzoeker] zonder dat hij daartoe bevoegd was, negen dozen met laptops van een pallet heeft gepakt en heeft meegenomen om ze op een plek neer te leggen die daarvoor niet bestemd was. [verzoeker] stelt dat Swissport de dringende reden baseert op vermoedens en bevindingen waarvoor zij geen bewijzen heeft. Verder betwist [verzoeker] dat hij de ULD heeft opengemaakt, plastic heeft opengescheurd en dozen of spullen van de ULD heeft gehaald en in een voertuig heeft gelegd.
5.7.
De kantonrechter is van oordeel dat Swissport met de verklaringen van drie van haar medewerkers (hierboven weergegeven onder de feiten) en de brief naar aanleiding van het gesprek van 20 december 2020, voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [verzoeker] de beschreven gedragingen heeft begaan. Daarbij wordt meegewogen dat [verzoeker] de verklaringen van de drie medewerkers van Swissport slechts ongemotiveerd heeft betwist. [verzoeker] heeft niet aangegeven wat door de medewerkers verkeerd zou zijn geconstateerd. Evenmin heeft hij aangegeven wat hij tijdens het gesprek op 20 december 2020 wel heeft gezegd; hij heeft nagelaten de inhoud van de brief over dat gesprek in een reactie daarop of in de onderhavige procedure gemotiveerd te betwisten. Ook heeft [verzoeker] niet betwist dat zijn bewegingen op Schiphol te volgen zijn met de registraties van de Schipholpas en heeft hij geen verklaring gegeven voor het feit dat deze bewegingen corresponderen met de op de camerabeelden geconstateerde handelingen. Daar waar de op de camerabeelden gesignaleerden handelingen schreeuwen om een uitleg heeft [verzoeker] op de vragen van Swissport geen antwoord kunnen geven. [verzoeker] heeft daarentegen ter zitting wel verklaard dat hij tijdens het gesprek van 20 december 2020 inderdaad tegen Swissport heeft gezegd dat Swissport (misschien) op een bepaalde plek moest gaan kijken, of iemand de laptops daar neergelegd had, waarna een deel van de laptops op die plek is teruggevonden.
5.8.
De kantonrechter is van oordeel dat de gedragingen van [verzoeker] in beginsel een dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Dat niet vast staat dat [verzoeker] een (voltooid) strafbaar feit heeft gepleegd en dat het strafrechtelijk onderzoek nog niet is afgerond, doet daaraan niet af. Om te beoordelen of de gedragingen van [verzoeker] ook in het onderhavige geval een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW opleveren, moeten alle omstandigheden van het geval in acht worden genomen. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor [verzoeker] kan dat ontslag toch gerechtvaardigd zijn.
5.9.
Ten aanzien van zijn persoonlijke omstandigheden heeft [verzoeker] aangevoerd dat hij sinds 20 december 2019 althans 1 januari 2020 geen inkomen heeft en hij de zorg heeft voor drie minderjarige kinderen. In het onderhavige geval leiden de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] en de gevolgen die het ontslag voor [verzoeker] heeft, gelet op de aard en de ernst van de dringende reden niet tot een andere conclusie. Nu hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is, zal het verzoek van [verzoeker] om vernietiging van dat ontslag worden afgewezen. Er is immers geen sprake van een opzegging in strijd met artikel 7:671 BW, zodat er ook geen grond is om toepassing te geven aan artikel 7:681 lid 1 BW.
5.10.
Gelet op de uitkomst van de zaak, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder hun eigen proceskosten dragen.
het tegenverzoek
5.11.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [verzoeker] aan Swissport een gefixeerde schadevergoeding moet betalen. Hiervoor is geoordeeld dat het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen. Daarmee is vast komen te staan dat [verzoeker] aan Swissport een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, zodat [verzoeker] aan Swissport een vergoeding verschuldigd is op grond van artikel 7:677 lid 2 BW. De hoogte van de door Swissport verzochte vergoeding is door [verzoeker] niet betwist, zodat dit bedrag zal worden toegewezen.
5.12.
Vaststaat dat de arbeidsovereenkomst op 20 december 2019 is geëindigd. Swissport heeft aangevoerd dat zij ten onrechte het salaris over de periode tussen 20 december 2019 en 31 december 2019 aan [verzoeker] heeft betaald. [verzoeker] heeft ter zitting erkend dat hij over de maand december 2019 het volledige maandsalaris heeft ontvangen. Het verzoek van Swissport om [verzoeker] te veroordelen tot terugbetaling van het salaris over 18 december 2019 tot 31 december 2019, zal worden toegewezen met dien verstande dat de toewijzing betrekking heeft op de periode tussen
20december 2019 en 31 december 2019.
5.13.
Dat het ontslag op staande voet niet is vernietigd, betekent verder dat de voorwaarde waaronder Swissport het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gedaan, niet is vervuld. Het verzoek hoeft daarom niet te worden beoordeeld en er hoeft ook niet op te worden beslist.
5.14.
[verzoeker] zal worden veroordeeld in de proceskosten die in het tegenverzoek aan de kant van Swissport worden begroot op nihil, nu het tegenverzoek met dezelfde rechtsvraag samenhangt als waarop naar aanleiding van het verzoek van [verzoeker] hiervoor is beslist.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
bepaalt dat partijen hun eigen proceskosten dragen;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
het tegenverzoek
6.4.
veroordeelt [verzoeker] tot het terugbetalen van het teveel aan hem betaalde salaris over de periode 20 december tot en met 31 december 2019;
6.5.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van € 2.511,97;
6.6.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten die aan de kant van Swissport worden begroot op nihil;
6.7.
wijst het verzoek voor het overige af;
6.8.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 9 juli 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter