ECLI:NL:RBNHO:2020:5203

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 juli 2020
Publicatiedatum
13 juli 2020
Zaaknummer
AWB - 20 _ 2770
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
  • J. Poggemeier
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening tegen verruiming van openingstijden lichte horeca

Op 13 juli 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die in de nabijheid van Hoeve Duin en Kruidberg woont, heeft bezwaar gemaakt tegen de verruiming van de openingstijden van deze lichte horeca van 19.00 uur naar 21.00 uur. De gemeente Velsen had eerder een omgevingsvergunning verleend aan de Hoeve, die zich bevindt nabij het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Verzoeker stelt dat hij overlast ondervindt van geluid en parkeeroverlast door de verruimde openingstijden.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de Hoeve een ondersteunende functie heeft voor recreanten in de omgeving en dat de verruiming van de openingstijden aansluit bij het horecabeleid van de gemeente. De rechter heeft overwogen dat er onvoldoende bewijs is dat verzoeker zodanige overlast ervaart dat een voorlopige voorziening noodzakelijk is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij ook heeft aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2770
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 juli 2020 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

(gemachtigde: mr. drs. R.T.M. Lagerweij),
en

het college van burgemeester en wethouders van Velsen, verweerder,

(gemachtigde: R. de Bie).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Hoeve Duin en Kruidberg.

Procesverloop

Bij besluit van 18 juli 2019 heeft verweerder aan [naam 1] een omgevingsvergunning verleend.
Bij besluit van 4 oktober 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Voor Hoeve Duin en Kruidberg zijn verschenen [naam 1] en [naam 2] .

Overwegingen

1. Artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht luidt als volgt. Indien tegen een besluit bij de bestuursrechter beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in het bodemgeding niet.
3. [naam 1] en [naam 2] drijven de onderneming Hoeve Duin- en Kruidberg (de Hoeve) aan de Duin- en Kruidbergerweg 89 te Santpoort-Noord, vlakbij de ingang van het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Hoeve Duin en Kruidberg biedt de gelegenheid tot het nuttigen van een lunch, een snack, een kop koffie of een ijsje (lichte horeca). De aan hen verleende omgevingsvergunning ziet op verruiming van de openingstijden tot 21.00 uur (voorheen 19.00 uur). Verzoeker woont in de directe nabijheid van de Hoeve, aan de [adres] .
4. Het verzoek om een voorlopige voorziening is er op gericht om te voorkomen dat de Hoeve gebruik kan maken van de verruimde openingstijden. Verzoeker stelt dat hij ook gedurende de verruimde openingstijden overlast ondervindt, waarbij genoemd zijn parkeeroverlast en geluidsoverlast. Daar is het spoedeisend belang voor het vragen om een voorlopige voorziening door ingegeven.
5. Verweerder heeft voor de duur van 10 jaar omgevingsvergunning verleend om in strijd met het bestemmingsplan de openingstijden te verruimen van 19.00 uur naar 21.00 uur. Hij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de Hoeve een ondersteunende functie heeft aan de gebruikers van de omliggende recreatiegebieden. De Hoeve is gelegen bij een belangrijke toegangspoort naar het Nationaal Park Zuid-Kennemerland en ligt aan een recreatieve en drukke fietsroute. De recreatieve functie vindt vooral overdag plaats, maar niet uitsluitend. Het nationaal park is namelijk toegankelijk tot zonsondergang. In de zomermaanden en bij aangenaam weer wordt er ook na 19.00 uur gerecreëerd. De aanvraag voor verruiming van de openingstijd naar 21.00 uur is in dat licht bezien logisch en sluit aan bij het geldende, uitnodigende horecabeleid. Uit geluidmetingen is gebleken dat het geluid afkomstig uit de inrichting niet waarneembaar is ter plaatse van de woning van verzoeker. Het aspect parkeren is meegewogen bij de toedeling van de bestemming ‘Horeca tot en met categorie 1’ aan het perceel. Dat verzoeker overlast ervaart van foutparkeerders raakt de handhaving en is een andere discussie dan de vraag of wel of geen omgevingsvergunning had mogen worden verleend.
6. De voorzieningenrechter ziet op dit moment onvoldoende grond voor het oordeel dat verzoeker als gevolg van de verruiming van de openingstijden van de Hoeve van 19.00 uur tot 21.00 uur zodanige overlast ervaart dat het treffen van een voorlopige voorziening is aangewezen en de behandeling van het beroep niet kan worden afgewacht. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. Poggemeier, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2020.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.