Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
de burgemeester van de gemeente Zaanstad, verweerder,
Procesverloop
.Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2020 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker, handelend onder de naam [verzoeker], die bezwaar had gemaakt tegen de sluiting van zijn bedrijfsruimte door de burgemeester van de gemeente Zaanstad. De sluiting was het gevolg van een melding van illegaal gokken in het pand, waar tijdens een politiecontrole 18 personen en twee pokertafels werden aangetroffen. De burgemeester had besloten tot sluiting van het pand van 3 juni 2020 tot 3 december 2020, omdat hiermee de Wet op de kansspelen en de Algemene plaatselijke verordening (APV) Zaanstad waren overtreden.
Verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde, stelde dat hij de bedrijfsruimte nodig had voor zijn bedrijfsvoering en dat de sluiting hem zou schaden. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat verzoeker voldoende alternatieven had om zijn bedrijfsvoering voort te zetten, zoals het doen van administratie vanuit huis en het stallen van zijn aanhangwagen bij zijn woning. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende spoedeisend belang was om een voorlopige voorziening te treffen en wees het verzoek af. Tevens werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is gedaan in het openbaar, maar vanwege coronamaatregelen niet op een openbare zitting. De beslissing is definitief, aangezien er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak.