ECLI:NL:RBNHO:2020:5380
Rechtbank Noord-Holland
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft eiser, [X], bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 2017. Dit bezwaar is door de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, op 7 februari 2020 ter verdere behandeling als beroepschrift aan de rechtbank doorgezonden. De rechtbank heeft op 24 juli 2020 uitspraak gedaan zonder zitting, op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank overweegt dat iemand die beroep instelt, griffierecht moet betalen. In deze zaak bedraagt het griffierecht € 48. De griffier heeft eiser op 17 maart 2020 in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken. Eiser heeft echter niet gereageerd. Op 15 april 2020 heeft de griffier eiser opnieuw in de gelegenheid gesteld, maar ook hierop heeft eiser niet tijdig gereageerd.
Aangezien eiser het griffierecht niet op tijd heeft betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim heeft gegeven, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier.
De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank.