Uitspraak
1.Het procesverloop
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van belanghebbenden
5.De beoordeling
NJ2002/4, 5) te worden beoordeeld of het ontbreken van een ouderschapsplan, op zichzelf of in combinatie met andere omstandigheden, een ernstige bedreiging oplevert voor de zedelijke of geestelijke belangen van [de minderjarige] en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar te voorzien is, zullen falen. De kinderrechter is van oordeel dat daarvan geen sprake is. De ouders hebben (in onderling overleg) afspraken gemaakt over de omgang en deze afspraken zijn bekrachtigd door het Hof. Er staat dan ook een regeling op papier en de ouders hebben gedurende het afgelopen jaar laten zien dat zij zich goed aan deze afspraken hebben kunnen houden. Bovendien hebben zij afgesproken de verdeling van de vakanties en bijzondere dagen in overleg tot stand te brengen en zijn zij daartoe ook in staat gebleken. Beide ouders hebben ter zitting aangegeven dat het huidige contact voor hen werkbaar is en dat de omgangsregeling daarnaast ook goed verloopt. Het is de kinderrechter ook niet gebleken dat [de minderjarige] last heeft van de huidige gang van zaken. Het verlengen van de ondertoezichtstelling enkel voor het vastleggen van de geldende afspraken in een ouderschapsplan is een te zwaar middel en levert een ongerechtvaardigde inmenging in het gezinsleven van de ouders en het kind op.
6.De beslissing
Amsterdam