Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser] ,
[eiseres],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding d.d. 15 juli 2020 met 14 producties,
- e-mail van de zijde van [gedaagden] d.d. 17 juli 2020 met 19 producties,
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 20 juli 2020,
- de pleitnotitie van [eisers] ,
- de pleitnotitie van [gedaagden] .
2.De feiten
3.Het geschil
“niet volledig hebben voldaan” aan de respectieve veroordelingen betrekking heeft. [eisers] is van mening dat hij volledig heeft voldaan aan hetgeen is bepaald in voormeld vonnis. Dit leidt er toe dat [gedaagden] onzorgvuldig en daardoor onrechtmatig jegens [eisers] handelt door de executie in te stellen, dan wel dat [gedaagden] zich bewust is van het feit dat [eisers] de werkzaamheden heeft uitgevoerd, misbruik heeft gemaakt van zijn (vermeende) bevoegdheid.
4.De beoordeling
De voorzieningenrechter verwerpt het standpunt van [gedaagden] dat deze veroordeling ook betrekking heeft op de ramen, die zich achter de betimmering bevonden, voordat [eisers] die betimmering verwijderde. Zowel de rechtbank in 2015, als het gerechtshof en de voorzieningenrechter in 2019 hebben de situatie op dat moment beoordeeld. Daargelaten dat er foto’s in het geding zijn gebracht, waaruit de situatie vóór 2007 werd weergegeven, zagen de destijds voorliggende vorderingen niet op ramen achter de betimmering.
980,00