Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde1],
[gedaagde2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 oktober 2019 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin genoemde stukken;
- het B5-formulier van 8 november 2019 van de zijde van gedaagden;
- de akte verzoek terugkomen op bindende eindbeslissingen, tevens akte aanvulling feiten en bewijsaanbod, tevens voorwaardelijk verzoek tot openstellen hoger beroep van 13 november 2019 met producties 17 tot en met 20 van de zijde van Van Meeuwen Beheer
- het B11-formulier van 12 november 2019 van de zijde van gedaagden;
- het B16-formulier van 22 november 2019 van de zijde van gedaagden.
2.De verdere beoordeling
Toelaatbaarheid akte van Van Meeuwen Beheer
3.De beslissing
29 januari 2020en bepaalt dat [gedaagde2] en [gedaagde1] op die datum de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden
februari 2020 tot en met april 2020moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald;