ECLI:NL:RBNHO:2020:5721
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van advocaatkosten in faillissementszaak
In deze zaak heeft de maatschap Van Diepen Van der Kroef Advocaten, vertegenwoordigd door mr. A.J. van der Veen-Janz, een vordering ingesteld tegen een gedaagde, aangeduid als [woonplaats], met betrekking tot onbetaalde advocaatkosten. De vordering is ingesteld op 14 oktober 2019, en betreft een factuur van € 6.536,13 voor werkzaamheden die zijn verricht in het kader van een faillissementsaanvraag. De gedaagde heeft de vordering betwist, met de stelling dat er geen opdracht is gegeven voor werkzaamheden tijdens haar faillissement van medio december 2017 tot maart 2018.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in 2015 mr. Van der Veen-Janz heeft ingeschakeld, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de werkzaamheden die zijn verricht na de faillietverklaring. De rechter heeft echter ook bewijsstukken ontvangen, waaronder e-mails en handgeschreven aantekeningen, waaruit blijkt dat mr. Van der Veen-Janz in overleg met de gedaagde heeft gewerkt aan het voorkomen van de verkoop van haar woning. De gedaagde heeft niet adequaat gereageerd op de overgelegde bewijsstukken van Van Diepen, wat heeft geleid tot de conclusie dat de gedaagde wel degelijk gebruik heeft gemaakt van de diensten van mr. Van der Veen-Janz.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Van Diepen toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, evenals de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter M. Flipse op 12 augustus 2020.