ECLI:NL:RBNHO:2020:5764
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot schadevergoeding na verkeersongeluk door onterecht remmen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 juli 2020 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de stichting Stichting Budget, in haar hoedanigheid als bewindvoerder over de goederen van [rechthebbende], en de naamloze vennootschap Unigarant N.V. De bewindvoerder heeft een vordering ingesteld tegen Unigarant, de WAM-verzekeraar van de bestuurder van een voertuig waarmee een aanrijding heeft plaatsgevonden. De vordering betreft een schadevergoeding van € 4200,00 als voorschot, vermeerderd met rente en kosten, naar aanleiding van een verkeersongeluk dat op 23 maart 2019 heeft plaatsgevonden.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [rechthebbende] bestuurde een scooter en botste achterop een Volkswagen Polo, bestuurd door [bestuurder]. De politie heeft vastgesteld dat [bestuurder] heeft geremd door de noodzaak van het verkeer, maar [rechthebbende] was niet in staat om zijn voertuig tijdig tot stilstand te brengen. De bewindvoerder stelt dat [bestuurder] zonder noodzaak heeft geremd, wat een gevaarzettende situatie heeft gecreëerd. Unigarant heeft de aansprakelijkheid afgewezen.
De kantonrechter heeft de vordering van de bewindvoerder afgewezen, omdat deze onvoldoende heeft aangetoond dat Unigarant aansprakelijk is voor de schade. De rechter oordeelde dat [bestuurder] een goede reden had om te remmen en dat [rechthebbende] zelf niet aan zijn verplichtingen voldeed om zijn scooter tijdig tot stilstand te brengen. De proceskosten zijn voor rekening van de bewindvoerder, die ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de bewindvoerder moet betalen voor de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten.