In deze zaak heeft Exploitatiemaatschappij Bungalowpark Het Geesterambacht B.V. (hierna: Geesterambacht) een vordering ingesteld tegen twee gedaagden, die beiden in persoon procederen. De vordering betreft de betaling van een achterstallige erfpachtcanon, die door Geesterambacht wordt gevorderd na vermeerdering van eis. De erfpachtcanon is onderhevig aan indexering, zoals vastgelegd in de erfpacht bepalingen. Geesterambacht stelt dat de gedaagden sinds begin 2019 een deel van de verschuldigde canon onbetaald hebben gelaten. De gedaagden betwisten de vordering en stellen dat Geesterambacht de indexatie onjuist berekent.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de indexering van de canon dient te geschieden op basis van het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. Er is echter onduidelijkheid over de toepassing van de nieuwe reeks van het CBS, die in 2015 is geïntroduceerd. De kantonrechter heeft Geesterambacht in de gelegenheid gesteld om aan te tonen hoe de nieuwe prijsindex is gekoppeld aan de oude reeks en welk overleg hierover heeft plaatsgevonden met het CBS. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de gedaagden mogen hierop reageren.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de zaak op 2 september 2020 wordt verwezen naar de rolzitting voor een akte van Geesterambacht, en dat de gedaagden op 30 september 2020 een antwoordakte mogen nemen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.