ECLI:NL:RBNHO:2020:5868

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
3 augustus 2020
Zaaknummer
7961033 CV EXPL 19-11558
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • C.E. van Oosten-van Smalen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en eigen keuze passagiers om niet met vervangende vlucht te reizen

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen Austrian Airlines vanwege een vertraagde vlucht. De passagiers hadden een vervoersovereenkomst met de luchtvaartmaatschappij voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Wenen en vervolgens naar Graz op 8 mei 2019. Door een vertraging van de eerste vlucht, OS374, misten zij hun aansluitende vlucht OS973. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen.

Austrian Airlines heeft de vordering afgewezen en stelde dat de passagiers kosteloos waren omgeboekt naar een latere vlucht, OS975, die hen op tijd naar Graz had kunnen brengen. De passagiers betwistten dit en gaven aan dat zij met een huurauto naar Graz waren gereden. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers de stelplicht en bewijslast hadden om aan te tonen dat zij recht hadden op compensatie, maar dat zij niet konden bewijzen dat hun keuze om niet met de vervangende vlucht te reizen gerechtvaardigd was.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen, omdat het niet vliegen met de vervangende vlucht een eigen keuze van de passagiers was. De proceskosten werden op hen verhaald, omdat zij ongelijk kregen in hun vordering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7961033 \ CV EXPL 19-11558
Uitspraakdatum: 22 juli 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2. [passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats] , Oostenrijk
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. D.E. Lof
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Austrian Airlines AG
statutair gevestigd te Wenen, Oostenrijk, mede kantoorhoudend te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Austrian Airlines
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 16 juli 2019 een vordering tegen Austrian Airlines ingesteld. Austrian Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Austrian Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven. Alhoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, hebben de passagiers geen akte meer genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Austrian Airlines een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Austrian Airlines de passagiers op 8 mei 2019 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Wenen, Oostenrijk, met vluchtnummer OS374 en van Wenen, Oostenrijk naar Graz, Oostenrijk, met vluchtnummer OS973, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de overeenkomst zou vlucht OS374 om 17.45 uur lokale tijd vertrekken vanaf Amsterdam-Schiphol en om 19.40 uur lokale tijd arriveren in Wenen. Vlucht OS973 zou om 20.05 uur lokale tijd vertrekken uit Wenen en om 20.40 uur lokale tijd arriveren in Graz.
2.3.
Vlucht OS374 is vertraagd uitgevoerd waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist.
2.4.
De passagiers hebben compensatie van Austrian Airlines gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Austrian Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering en het verweer

3.1.
De passagiers vorderen dat Austrian Airlines bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Austrian Airlines vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.
3.3.
Op het verweer van Austrian Airlines wordt - voor zover van belang - bij de beoordeling nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat vlucht OS374 met vertraging is uitgevoerd, waardoor de passagiers hun aansluitende vlucht hebben gemist. Austrian Airlines voert aan dat zij de passagiers kosteloos heeft omgeboekt naar vlucht OS975. Vlucht OS975 is om 23.26 uur lokale tijd in Graz aangekomen, aldus Austrian Airlines. De passagiers betwisten dat zij met OS975 naar Graz zijn vervoerd en stellen met een huurauto van Wenen naar Graz te zijn gereden. Bij dupliek legt Austrian Airlines ter onderbouwing van haar verweer de passagierslijst over. Austrian Airlines licht toe dat achter de namen van de passagiers “0” staat, hetgeen betekent dat zij een “no show” waren. Dat de passagiers niet met vlucht OS975 verder zijn gereisd, is de eigen keuze van de passagiers geweest. Indien zij wel met vlucht OS975 waren vertrokken, waren de passagiers om 23.26 uur lokale tijd aangekomen in Graz en bedroeg de vertraging minder dan drie uur, aldus nog steeds Austrian Airlines.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt. Als onbetwist staat vast dat de passagiers zijn omgeboekt naar vlucht OS975. Eveneens staat vast dat de passagiers niet met vlucht OS975 naar hun eindbestemming zijn gevlogen. Gesteld noch gebleken is wat hiervan de reden is geweest. De passagiers hebben alleen gesteld dat zij met een huurauto naar Graz zijn gereden en aldaar met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat de stelplicht en bewijslast ten aanzien van de vlucht en de gestelde vertraagde aankomst op de eindbestemming op de passagiers rust. Zij beroept zich immers op het rechtsgevolg van die stelling, te weten compensatie op grond van de Verordening. Gezien de gemotiveerde betwisting van Austrian Airlines had het op de weg van de passagiers gelegen om feiten en omstandigheden aan te voeren waarom de passagiers niet aan boord zijn gegaan van het toestel dat vlucht OS975 uitvoerde. Met Austrian Airlines is de kantonrechter dan ook van oordeel dat het niet vliegen met vlucht OS975 een eigen keuze van de passagiers is geweest.
4.5.
De vordering van de passagiers zal op grond van het vorenstaande dan ook worden afgewezen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Austrian Airlines worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Austrian Airlines;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smalen, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter