ECLI:NL:RBNHO:2020:587

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 januari 2020
Publicatiedatum
29 januari 2020
Zaaknummer
C/15/298663 / FA RK 20-338
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.Th. Goossens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 januari 2020 uitspraak gedaan over het verzoek van de officier van justitie tot voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel afgewezen, omdat deze niet effectief zou zijn en zelfs gecontra-indiceerd. De betrokkene, die sinds juli 2019 op de crisisafdeling verbleef, vertoonde suïcidale gedachten en had meerdere pogingen ondernomen om zichzelf van het leven te beroven. De psychiater die ter zitting werd gehoord, gaf aan dat de situatie van de betrokkene was verslechterd en dat een langere opname in de kliniek niet zou bijdragen aan haar herstel. In plaats daarvan werd geadviseerd om de betrokkene meer autonomie te geven, ondersteund door ambulante hulpverlening. De rechtbank oordeelde dat de crisismaatregel niet zou bijdragen aan het verminderen van het gevaar voor de betrokkene en dat de psychiater het risico op suïcide erkende, maar de crisismaatregel niet effectief achtte. De rechtbank besloot daarom het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 28 januari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Afwijzing machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/298663 / FA RK 20-338
beschikking van de enkelvoudige kamer van 27 januari 2020,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te Esdoornlaan 19, 1702 SH Heerhugowaard,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. M.E. Terhorst, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 januari 2020, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de op 23 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 23 januari 2020,
  • de medische verklaring van 23 januari 2020,
- een overzicht van mutaties van de politie van 24 januari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 januari 2020, in voornoemde accommodatie.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat,
- [psychiater] , psychiater,
- [arts-assistent] , arts-assistent,
- [mentor] , mentor van betrokkene,
- [moeder van betrokkene] , moeder van betrokkene.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er een onmiddellijke dreiging van ernstig nadeel voor betrokkene, te weten levensgevaar dan wel gevaar op ernstig lichamelijk letsel, doordat betrokkene zichzelf snijdt, zichzelf tracht te verhangen dan wel voor de trein gaat.
2.2.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, te weten een depressieve stoornis, bij een borderline persoonlijkheidsstoornis.
2.3.
De rechtbank is op grond van de toelichting ter zitting van de psychiater van oordeel dat een crisismaatregel niet kan bijdragen tot het verminderen van het nadeel. Betrokkene is sinds juli 2019 opgenomen op de crisisafdeling van [verblijfplaats] . Hiervoor woonde zij bij haar moeder thuis. De opname was bedoeld voor een periode van maximaal 10 weken.
De psychiater heeft aangegeven dat de situatie van betrokkene de afgelopen maanden is verslechterd. Zij uit meer suïcidale gedachten en heeft tijdens haar opname meermalen geprobeerd zichzelf van het leven te beroven, onder meer door zichzelf te verhangen. Tijdens de opnameperiode is tweemaal een inbewaringstelling aangevraagd en toegewezen.
De periode in de kliniek heeft haar niet voldoende geholpen en een langer verblijf in de kliniek zal zeker niet bijdragen aan haar herstel. Betrokkene zal daarom in elk geval op 5 februari 2020 worden ontslagen uit de kliniek.
De enige manier waarop betrokkene verder geholpen kan worden is door haar meer autonomie te geven en haar daarmee te laten oefenen, daarbij ondersteund door uitgebreide ambulante hulpverlening en met mogelijkheden van time-outs in een klinische setting. De psychiater erkent dat het gevaar dat betrokkene zichzelf van het leven zal beroven, met name op korte termijn, zal blijven bestaan, maar acht een crisismaatregel niet effectief en zelfs gecontra-indiceerd. De psychiater geeft aan dat wanneer betrokkene na 5 februari 2020 in verband met een nieuwe poging tot suïcide wederom met een crisismaatregel wordt aangemeld bij [verblijfplaats] , [verblijfplaats] de crisismaatregel zal opheffen omdat [verblijfplaats] een hernieuwde opname in het kader van de Wet Verplichte GGZ voor betrokkene -in haar belang- niet ondersteunt.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel niet worden verleend.

3.Beslissing

De rechtbank:
Wijst het verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.Th. Goossens, rechter in tegenwoordigheid van
A. Boermans-Jager als griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 januari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.