Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
12 (twaalf) maanden.
[benadeelde partij 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.287,83(zegge: duizend tweehonderdzevenentachtig euro en drieëntachtig cent), als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 13 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Staatvan een bedrag van € 1.287,83 (zegge: duizend tweehonderdzevenentachtig euro en drieëntachtig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
22 dagengijzeling, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.