Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Corendon Dutch Airlines B.V. wegens compensatie voor een vertraagde vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Rodos op 17 oktober 2018. De passagier vorderde een bedrag van € 400,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Corendon betwistte de vordering en stelde dat de passagier niet-ontvankelijk was omdat hij geen leesbare boardingpassen had overgelegd en niet had aangetoond dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan.
De kantonrechter heeft het verweer van Corendon verworpen en geoordeeld dat de passagier voldoende bewijs had geleverd voor zijn vordering. De rechter oordeelde dat Corendon gehouden was tot betaling van het gevorderde bedrag van € 400,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. De vordering tot buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat de passagier niet had aangetoond dat deze kosten waren gemaakt in een situatie die onder het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten viel.
De proceskosten werden toegewezen aan de passagier, aangezien Corendon grotendeels in het ongelijk werd gesteld. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.