ECLI:NL:RBNHO:2020:6154
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vervanging rolstoel op basis van WIA
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 3 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een aanvraag had ingediend voor de vervanging van haar rolstoel, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), die deze aanvraag had afgewezen. Eiseres had eerder in 2016 een rolstoel, merk Proval, ontvangen op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). In maart 2019 verzocht zij om vervanging van deze rolstoel, omdat het frame al drie keer gebroken was. Het UWV wees de aanvraag af, stellende dat de rolstoel nog in goede staat verkeert en dat de gebruiksduur nog niet was verstreken. Eiseres ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoerde dat de rolstoel intensief wordt gebruikt en niet realistisch is dat deze nog vijf jaar mee kan gaan.
Tijdens de zitting op 22 juni 2020, die via Skype plaatsvond, bevestigde eiseres dat zij momenteel over een adequate rolstoel beschikt, maar dat zij zich zorgen maakt over de toekomst en de mogelijkheid van een lange afwezigheid van haar werk in het geval van een defect aan de rolstoel. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had besloten de aanvraag voor vervanging af te wijzen, omdat er geen indicatie was dat de rolstoel niet meer voldeed. De rechtbank benadrukte dat de huidige rolstoel nog steeds adequaat is en dat er geen rechtsgevolgen zijn aan de zorgen van eiseres over toekomstige situaties. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.