ECLI:NL:RBNHO:2020:6232

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
13 augustus 2020
Zaaknummer
8211392 CV FORM 19-18945
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en buitengewone omstandigheden in luchtvaartrecht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Easyjet. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met Easyjet voor een vlucht van Bazel naar Amsterdam op 24 mei 2019. De vlucht werd echter geannuleerd, waardoor de passagier meer dan drie uur later dan gepland op zijn eindbestemming aankwam. De passagier verzocht Easyjet om compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, maar Easyjet weigerde dit en deed een beroep op buitengewone omstandigheden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Easyjet niet voldoende heeft aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering of vertraging van de vlucht te voorkomen. Hoewel Easyjet stelde dat de annulering het gevolg was van een vertraging op een eerdere vlucht, oordeelde de kantonrechter dat de luchtvaartmaatschappij niet had aangetoond dat zij voldoende reservetijd had ingebouwd om dergelijke vertragingen op te vangen. De rechter concludeerde dat Easyjet niet kon bewijzen dat de annulering of vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, en dat de passagier recht had op compensatie.

De kantonrechter heeft de vordering van de passagier toegewezen en Easyjet veroordeeld tot betaling van € 287,50, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De rechter heeft ook bepaald dat er geen hoger beroep mogelijk is tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8211392 \ CV FORM 19-18945
Uitspraakdatum: 22 juli 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: M. Akalin, ARAG Legal Services B.V. (Flight Claim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airline Company Limited
gevestigd te Bedfordshire (Verenigd Koninkrijk)
verwerende partij
verder te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J. Kumar

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 5 december 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 28 februari 2020;
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier op 24 mei 2019 diende te vervoeren van Bazel (Zwitserland) naar Amsterdam-Schiphol met vlucht EJU 1046.
2.2.
Volgens het schema zou het toestel als vlucht EZY 1046 (hierna: de vlucht) om 20:45 uur lokale tijd vanuit Bazel vertrekken en zou het toestel om 22:15 uur lokale tijd arriveren in Amsterdam.
2.3.
De passagier is met vlucht EJU 9946 op 25 mei 2019 naar Amsterdam gevlogen. Hij heeft zijn eindbestemming meer dan drie uur later dan gepland bereikt.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Easyjet verzocht in verband met de annulering van de vlucht.
2.5.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2019;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 mei 2019.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Easyjet vanwege de annulering van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Easyjet van buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Easyjet betwist de verschuldigdheid van het verzochte en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Hoewel partijen twisten over de vraag of de vlucht van Bazel naar Amsterdam is geannuleerd dan wel nachtelijk is vertraagd, is in ieder geval niet in geschil dat de passagier met vlucht EJU 9946 op 25 mei 2019 naar zijn eindbestemming Amsterdam is gevlogen en daar meer dan drie uur later dan oorspronkelijk gepland is gearriveerd, zodat er in beginsel een compensatieplicht rust op Easyjet. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de annulering, dan wel nachtelijke vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
Volgens Easyjet is de nachtelijke vertraging van de vlucht veroorzaakt door een vertraging op een eerdere rotatie van het toestel. Het toestel was die dag ingepland om de rotatievluchten Amsterdam – Palma de Mallorca – Amsterdam en Amsterdam – Bazel – Amsterdam uit te voeren. Easyjet heeft aangevoerd dat het toestel voorafgaand aan de uitvoering van de vlucht Amsterdam – Palma de Mallorca gewijzigde slottijden van de luchtverkeersleiding kreeg toegewezen. Ter onderbouwing verwijst Easyjet naar de “actual fligth info” en de “flight leg information” van de vlucht. Daaruit volgt dat voorafgaand aan het vertrek het toestel uiteindelijk een slottijd van 11:12 uur UTC toegewezen heeft gekregen van Eurocontrol waardoor het toestel met een vertraging van 33 minuten in Palma de Mallorca is gearriveerd. Als gevolg van deze vertraging werden eveneens de opvolgende vluchten van Palma de Mallorca naar Amsterdam en van Amsterdam naar Bazel met vertraging uitgevoerd. Ook deze vluchten kregen voorafgaand aan het vertrek gewijzigde slottijden toegewezen van Eurocontrol. De vlucht van Palma de Mallorca naar Amsterdam is uiteindelijk met 8 minuten vertraging in Amsterdam gearriveerd en de vlucht van Amsterdam naar Bazel is uiteindelijk met 57 minuten vertraging in Bazel gearriveerd. De vlucht in kwestie van Bazel naar Amsterdam kreeg op haar beurt ook weer nieuwe slottijden van Eurocontrol toegewezen. Uiteindelijk werd er een slottijd van 20:17 uur UTC toegewezen. Wanneer de vlucht met in achtneming van die slottijd uitgevoerd zou worden zou de nachtsluiting van Amsterdam overtreden worden, zodat de vlucht van Bazel naar Amsterdam niet meer kon worden uitgevoerd, aldus Easyjet.
4.4.
De kantonrechter overweegt dat Easyjet de, door Eurocontrol toegewezen, slottijden op zowel de onderhavige vlucht van Bazel naar Amsterdam als de daaraan voorafgaande vluchten voldoende met stukken heeft onderbouwd. De toegewezen slottijden kunnen gezien worden als een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag, zoals bedoeld in overweging 14 en 15 van de considerans van de Verordening, zodat de toegewezen slottijden in de onderhavige zaak een buitengewone omstandigheid opleveren. De volgende vraag die beantwoord dient te worden is of Easyjet alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering, dan wel nachtelijke vertraging van de vlucht te voorkomen. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend. De buitengewone omstandigheid waarop Easyjet zich beroept heeft zich als eerst voorgedaan op de vlucht van Amsterdam naar Palma de Mallorca. Nadien heeft het toestel nog een vlucht van Palma de Mallorca naar Amsterdam en een vlucht van Amsterdam naar Bazel uitgevoerd. Voor de doorwerking van een buitengewone omstandigheid met een ver verwijderd verband mag van de luchtvaartmaatschappij meer onderbouwing worden verwacht. Immers dient zij bij rotatievluchten reservetijd in te bouwen om vertragingen in het vluchtschema op te vangen. Uit de door Easyjet overgelegde producties en haar toelichting daarop volgt dat zij tussen opvolgende vluchten een omkeertijd van 25 tot 35 minuten hanteert. Easyjet heeft niet aangetoond, noch toegelicht hoeveel reservetijd zij in acht heeft genomen en dat zij ondanks deze reservetijd de annulering, althans nachtelijke vertraging, van de vlucht niet kon voorkomen, zodat niet gebleken is dat Easyjet alle redelijke maatregelen heeft genomen. Het verweer van Easyjet faalt.
4.5.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek tot betaling van de compensatie dan ook worden toegewezen. De verzochte wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.6.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten verzocht. Easyjet heeft dit verzoek niet betwist. Omdat het onderhavige verzoek geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De kantonrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht en dat hiervoor door de passagier kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven zoals vervat in het Besluit in plaats van aan de tarieven van het rapport Voorwerk II, omdat de tarieven neergelegd in voornoemd Besluit worden geacht redelijk te zijn. Omdat het verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de verzochte buitengerechtelijke incassokosten, ter hoogte van € 37,50 worden toegewezen. De verzochte wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen, nu niet gebleken is dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet omdat deze ongelijk krijgt. De verzochte rente over de toe te wijzen proceskosten is niet toewijsbaar met ingang van 24 mei 2019, omdat Easyjet ten aanzien van deze kosten dan nog niet in verzuim is, zodat niet aan de eisen van art. 6:119 BW is voldaan. De verzochte rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.
4.8.
Op verzoek van de passagier zal een certificaat als bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagier van € 287,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 250,00 vanaf 29 oktober 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op € 81,00 aan griffierecht en € 72,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open