ECLI:NL:RBNHO:2020:6234

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
13 augustus 2020
Zaaknummer
8185744 CV FORM 19-18199
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagier tegen Lufthansa wegens vertraging van vlucht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten met Lufthansa voor een vlucht van Amsterdam naar Leipzig via Frankfurt op 4 september 2019. Door een vertraging van de eerste vlucht, LH 987, miste de passagier zijn aansluitende vlucht naar Leipzig, waardoor hij meer dan drie uur later dan gepland op zijn eindbestemming aankwam. De passagier verzocht Lufthansa om compensatie van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004.

Lufthansa betwistte de verschuldigdheid van de compensatie en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, waaronder een wijziging van het vertrekslot door de luchtverkeersleiding en een staking van medewerkers van een andere luchtvaartmaatschappij. De kantonrechter oordeelde dat Lufthansa voldoende had aangetoond dat de vertraging was veroorzaakt door deze buitengewone omstandigheden, en dat de passagier derhalve geen recht had op de gevraagde compensatie. De rechter wees het verzoek van de passagier af en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Lufthansa, die werden begroot op € 72,00.

De uitspraak benadrukt de toepassing van de Europese regelgeving inzake luchtreizigersrechten en de voorwaarden waaronder luchtvaartmaatschappijen kunnen worden vrijgesteld van compensatieverplichtingen. De kantonrechter concludeerde dat de passagier niet in zijn recht stond en dat Lufthansa niet aansprakelijk was voor de vertraging.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8185744 \ CV FORM 19-18199
Uitspraakdatum: 22 juli 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: M. Akalin, ARAG Legal Services B.V. (Flight Claim)
tegen
de rechtspersoon aan buitenlands recht
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
gevestigd te Keulen (Duitsland)
verwerende partij
verder te noemen: Lufthansa
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 22 november 2019;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 5 februari 2020;
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Lufthansa een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Lufthansa de passagier op 4 september 2019 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol via Frankfurt (Duitsland) naar Leipzig (Duitsland) met vluchten LH 987 en LH 158.
2.2.
Volgens de boekingsbevestiging zou de passagier met vlucht LH 987 om 10:00 uur lokale tijd uit Amsterdam vertrekken en om 11:05 uur in Frankfurt arriveren, vervolgens zou de passagier om 13:00 uur lokale tijd met vlucht LH 158 verder vliegen naar Leipzig. De passagier zou volgens de planning om 13:55 uur lokale tijd zijn eindbestemming bereiken.
2.3.
Vlucht LH 987 van Amsterdam naar Frankfurt (hierna: de vlucht) is met vertraging uitgevoerd waardoor de passagier zijn aansluitende vlucht naar Leipzig heeft gemist. De passagier is omgeboekt naar een vervangende vlucht waarmee hij zijn eindbestemming meer dan drie uur later dan gepland heeft bereikt.
2.4.
De passagier heeft compensatie van Lufthansa verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Lufthansa[verkorte partijnaam verweerder] heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt Lufthansa te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 37,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2019;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 september 2019.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat Lufthansa vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Lufthansa van buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Lufthansa betwist de verschuldigdheid van het verzochte en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op zijn eindbestemming is gearriveerd, zodat er in beginsel een compensatieplicht op Lufthansa rust. Dit is anders indien Lufthansa kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
Lufthansa heeft aangevoerd dat voorafgaand aan de vlucht van Amsterdam naar Frankfurt, het toestel eerst als vlucht LH 986 van Frankfurt naar Amsterdam dient te vliegen. Volgens het schema zou het toestel om 6:10 uur UTC uit Frankfurt vertrekken en om 7:20 uur UTC in Amsterdam arriveren. Lufthansa heeft toegelicht dat de luchtverkeersleiding voorafgaand aan het vertrek uit Frankfurt het oorspronkelijk geplande vertrekslot van 6:10 uur UTC verving door een nieuw vertrekslot van 8:11 uur UTC. Ter onderbouwing van haar standpunt verwijst Lufthansa naar een vluchtrapport en de “slot history” van vlucht LH 986, die als productie 2 bij het verweerschrift zijn overgelegd. Uit productie 2 volgt dat de luchtverkeersleiding om 4:10 uur UTC het oorspronkelijk geplande vertrekslot heeft gewijzigd naar een later slot (CTOT) van 8:11 uur UTC. Daarnaast vermeldt productie 2 een vertrekvertraging van 1 uur en 45 minuten vanwege vertragingscode 83: “
ATFM due to restriction at destination airport, airport and / or runway closed due to obstruction, industrial action, staff shortage, political unrest, noise abatement, night curfew, special flights.”Volgens het vluchtrapport is het toestel uiteindelijk om 7:55 uur UTC van de gate vertrokken, om 8:13 uur UTC opgestegen en om 9:10 uur UTC (met een aankomstvertraging van 1 uur en 50 minuten) in Amsterdam gearriveerd.
4.4.
Voorts heeft Lufthansa toegelicht dat de onderhavige vlucht van Amsterdam naar Frankfurt eveneens met vertraging is uitgevoerd vanwege de te late binnenkomst van het toestel te Amsterdam. Daarnaast is nog een aanvullende vertraging ontstaan vanwege een staking van medewerkers anders dan medewerkers van Lufthansa. Lufthansa verwijst in dit kader naar het vlucht- en vertragingsrapport van vlucht LH 987, die als productie 3 en 4 bij het verweerschrift zijn overgelegd. Uit productie 4 volgt dat de totale vertrekvertraging van de vlucht 2 uur en 24 minuten bedraagt, waarvan een vertrekvertraging van 1 uur en 50 minuten vanwege vertragingscode 93: “
Aircraft rotation, late arrival of aircraft from another flight or previous sector” en een vertrekvertraging van 34 minuten vanwege vertragingscode 98: “
Industrial action outside own airline, excluding ATC and ATS.” Blijkens het vluchtrapport is de vlucht uiteindelijk om 10:24 uur UTC van de gate in Amsterdam vertrokken en om 11:31 uur UTC (13:31 uur lokale tijd), met een aankomstvertraging van 2 uur en 26 minuten in Frankfurt gearriveerd.
4.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Lufthansa voldoende met producties onderbouwd dat het toestel voorafgaand aan het vertrek uit Frankfurt een later vertrekslot (CTOT) toegewezen heeft gekregen van de luchtverkeersleiding. Een CTOT kan gezien worden als een besluit van de luchtverkeersleiding gericht aan een specifiek vliegtuig op een specifieke dag in de zin van overweging 14 en 15 van de considerans van de Verordening, zodat de toegewezen CTOT op de voorafgaande vlucht in de onderhavige zaak een buitengewone omstandigheid oplevert, die op haar beurt doorwerkt op de onderhavige vlucht van Amsterdam naar Frankfurt. Hoewel Lufthansa niet heeft toegelicht welke derde partij op 4 september 2019 heeft gestaakt en hoe de staking van invloed is geweest op de uitvoering van de onderhavige vlucht, is de kantonrechter van oordeel dat eveneens de aanvullende vertraging van 34 minuten het gevolg was van een buitengewone omstandigheid.
4.6.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek tot betaling van de hoofdsom, alsmede de daarmee samenhangende nevenvorderingen, dan ook worden afgewezen.
4.7.
De passagier zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, die tot en met heden aan de zijde van Lufthansa worden begroot op 72,00 aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Lufthansa tot en met vandaag worden begroot op € 72,00 aan salaris gemachtigde;
Deze beschikking is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open