Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
[gedaagde] heeft in dat kader diverse verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd in de woning van [eiseres] aan de [adres] te [plaats] . Partijen zijn hierbij een aanneemsom overeengekomen van € 27.279,83. Daarnaast is meerwerk overeengekomen (plaatsing van twee daklichten) tot een bedrag van € 2.508,51. [gedaagde] heeft de werkzaamheden uitgevoerd in de periode van maart 2018 tot november 2018.
Hierbij stuur ik u een brief omdat ik niet tevreden ben met de afwerking van de gedane werkzaamheden.
We hebben besloten dat we je nog 1000 euro aanbetalen, maar dit is echt het laatste wat je krijgt, we willen echt de bonnen zien en dat je het werk af hebt, voordat je het resterende bedrag uitbetaald krijgt.
Hier is een lijst met de mankementen die nog verbeterd/gedaan moeten worden.
Hi [voornaam]
Over de kleine dingetjes afmaken waarover je had,
laat maar zitten…ik vind het goed zoals het is.
Gooi de rekening maar in de brievenbus met de bonnen
groetjes [voornaam] .
Cliënte heeft u er diverse malen van op de hoogte gebracht dat de werkzaamheden onder meer slordig zijn uitgevoerd en dat de afwerking op diverse punten niet correct is. Cliënte heeft u meerdere malen verzocht om de gebreken te herstellen. In dit verband verwijs ik u naar de e-mailberichten van cliënte van 29 juli 2018 en 28 oktober 2018. Omdat herstel is uitgebleven, bent u reeds in “verzuim”.
IngebrekestellingOndanks voornoemde berichten van cliënte zijn de gebreken tot op heden niet hersteld. Hierop wend ik mij nu namens cliënte tot u. Hoewel u reeds in verzuim bent, stel ik u namens cliënte nogmaals in de gelegenheid om de gebreken te herstellen.
Namens cliënte verzoek ik u (en voor zover nodig sommeer ik u) om binnen 4 weken na heden de volgende gebreken te herstellen:
Badkamer boven-De vloer is ongelijk, het water loopt niet naar de put toe;
-De ruimte tussen de vloertegels is niet gelijk;
-De kitranden zijn slecht afgewerkt;
-De muurtegels zijn scheef of slecht geplakt.
Wc beneden en badkamer-De kitranden van de wc en badkamer zijn slecht afgewerkt;
-Tegels zijn gescheurd;
-Een tegel in het gangetje is hol;
-De wc zit te dicht bij de deur.
Plafond boven balkon en boeideel van de schuur-Het boeideel is niet netjes;
-De regenpijp is niet goed afgewerkt;
-Plafond boven het balkon is niet in orde gemaakt.
Mocht u aan het voorgaande niet binnen 4 weken na heden hebben voldaan, dan behoudt cliënte zich het recht voor om verdere rechtsmaatregelen te treffen. Cliënte behoudt zich daarbij het recht voor om de (herstel)werkzaamheden door een derde te laten verrichten en de kosten op u te verhalen.
Bij e-mailbericht van 6 juni 2019 bevestigt de gemachtigde van [eiseres] het volgende aan de gemachtigde van [gedaagde] .
Uw cliënt verzocht opnieuw om een overzicht van de gebreken. Hoewel dit overzicht diverse malen is verstrekt, zend ik u hierbij nogmaals het overzicht van de te herstellen gebreken.
Partijen spraken af dat uw cliënt deze lijst zal uitprinten en ondertekend retour zou sturen voor akkoord. Daarna zal een plan van aanpak worden opgesteld.
De ondertekende lijst ontvang ik graag binnen een week retour, uiteraard voorzien van een concreet plan van aanpak en redelijke tijdsplanning voor herstel van de gebreken. De ingebrekestelling dateert al van 10 januari. We zijn inmiddels 5 maanden verder zonder dat een aanvang is gemaakt met herstelwerk. Cliënte verwacht dan ook dat de herstelwerkzaamheden
in juni 2019afgerond zijn.
Op vrijdag 31-05-2019 ben ik bij u geweest en hebben besproken wat er volgens u en mij verbeterd moet worden.
Bij dit gesprek was uw schoonzuster aanwezig.
Er zijn toen ook door mij foto’s gemaakt, die ik nog moet afdrukken.
We hebben ook afgesproken dat u mij een mail zou sturen met de punten die wij hadden besproken.
Wanneer ik die mail kreeg, zou ik hem lezen, en als het gelijk was aan wat wij overeen gekomen waren in het gesprek, ik hem af zou drukken en hem getekend bij u zou brengen.
Helaas heb ik die mail nooit ontvangen.
Nu wil ik u vriendelijk vragen om mij per mail te laten weten, wanneer ik bij u terecht kan om aan de herstel werkzaamheden te beginnen.
Dat moet wel in overleg zodat het zowel voor u als voor mij uitkomt.
3.De vordering
primair, dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 23.104,87 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2019, dan wel vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling. Daarnaast vordert [eiseres] een bedrag van € 1.217,32 aan buitengerechtelijke incassokosten.
Subsidiairvordert [eiseres] , dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt om binnen twee maanden na betekening van het vonnis de gebreken te herstellen op de door de deskundige bepaalde manier, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag voor elke dag dat gedaagde in gebreke blijft.
Zowel primair als subsidiair vordert [eiseres] een veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer en de tegenvordering
[gedaagde] was bereid om eventuele gebreken te verhelpen. Hij heeft diverse malen geprobeerd om [eiseres] telefonisch te bereiken voor het maken van een afspraak om de herstelwerkzaamheden uit te voeren, maar kon [eiseres] niet bereiken. Voorts heeft [gedaagde] verweer gevoerd tegen het expertise rapport van EBN en heeft hij de daarin opgenomen begroting van de herstelkosten betwist. [gedaagde] betwist niet dat nog enkele afwerkpunten afgemaakt moesten worden. Ten aanzien van deze punten is [gedaagde] bereid om herstelwerkzaamheden uit te voeren, dan wel herstelkosten op zijn eindafrekening in mindering te brengen. Het gaat hierbij om kitwerk en voegwerk. Eventuele herstelkosten hiervan worden door Van de Berkt begroot op € 1.000,- tot € 1.500,-.
€ 732,45 aan buitengerechtelijke incassokosten, onder veroordeeling van [eiseres] in de kosten van deze procedure. Hij legt aan de tegenvordering ten grondslag – kort weergegeven – dat het bedrag van € 7.149,02 de eindafrekening betreft, die [eiseres] nog moet voldoen.
heeft erkend dat zij terzake van de eindafrekening in ieder geval nog een bedrag van € 6.182,64 moet voldoen. [eiseres] heeft de post materiaalkosten ad € 691,38 en de kosten van de stucadoor ad € 275,00 betwist. [gedaagde] stelt in dit verband dat er mondeling wel degelijk opdracht is gegeven voor het aanschaffen van extra materiaal en dat partijen mondeling hebben afgesproken dat zij de kosten van de stukadoor zouden delen. [gedaagde] wijst er in dit verband nog op dat bij het opstellen van de offerte het plaatsen van het balkonhek niet is meegenomen, terwijl [eiseres] [gedaagde] wel heeft verzocht om een balkonhek te plaatsen, hetgeen hij ook heeft gedaan.
5.Het verweer tegen de tegenvordering
6.De beoordeling
Zij wijst in dit verband op de e-mailberichten van 29 juli, 5 oktober en 28 oktober 2018, waarin zij aangeeft dat er nog verbeterpunten zijn. De kantonrechter is van oordeel dat, gelet op deze eerdere e-mail berichten, uit het sms-bericht van 21 november 2018 niet zonder meer kan worden opgemaakt dat [eiseres] alle verrichte werkzaamheden heeft geaccepteerd. Van een oplevering in de zin van artikel 7:758 BW was dan ook nog geen sprake.
9 juli 2019 aan [eiseres] gevraagd wanneer hij met de herstelwerkzaamheden kan starten, maar dit moet gelet op alle eerdere gestelde termijnen als te laat worden beschouwd.
De kantonrechter neemt daarbij in aanmerking dat [gedaagde] in zijn e-mail bericht van
1 juli 2019 weliswaar stelt dat hij de lijst met gebreken niet zou hebben ontvangen, dit komt echter niet aannemelijk voor. Uit het e-mail bericht van 28 augustus 2019 van de gemachtigde van [eiseres] blijkt immers, dat zij op 20 juni 2019 telefonisch contact heeft opgenomen met de gemachtigde van [gedaagde] en dat in dit telefoongesprek bleek dat de gemachtigde van [gedaagde] de lijst reeds op 6 juni 2019 aan [gedaagde] had toegestuurd en dat zij nog in afwachting was van zijn reactie.
De kantonrechter merkt in dit verband op, dat voor zover [gedaagde] heeft betoogd dat [eiseres] zelf akkoord is gegaan met bepaalde oplossingen en bepaalde materialen (zoals tegels) zelf heeft uitgezocht, het op grond van artikel 7:754 BW op de weg [gedaagde] lag, om [eiseres] te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht of ongeschiktheid van materialen. Dat [eiseres] , mogelijk uit kostenoverwegingen, bepaalde keuzes heeft gemaakt, ontslaat [gedaagde] dan ook niet van de verplichting om [eiseres] erop te wijzen dat deze keuzes zouden kunnen lijden tot gebreken in het werk. De stelling dat het rapport gebreken vermeldt waarover [eiseres] niet zou hebben geklaagd, leidt evenmin tot een ander oordeel.
Bij brief van 29 oktober 2019 heeft [eiseres] [gedaagde] immers in gebreke gesteld ten aanzien van alle in het expertise rapport opgesomde gebreken, waarbij opnieuw een termijn voor herstel is gegeven. Ook ten aanzien van de in het rapport geconstateerde gebreken, voor zover hierover niet al eerder zou zijn geklaagd, verkeert [gedaagde] dan ook in verzuim.
De kantonrechter is van oordeel dat het beroep op verrekening slaagt. Hiermee is het bedrag van € 6.182,64 dan ook voldaan. Ter zitting heeft [gedaagde] aangegeven dat hij de tegenvordering voor zover deze ziet op de kosten van de stukadoor, niet handhaaft. Partijen twisten dan nog over twee posten van de eindafrekening: de kosten voor extra materiaal ad
€ 553,38 en kosten voor hout ad € 120,00. [gedaagde] heeft in dit verband aangevoerd dat [eiseres] , buiten de geoffreerde werkzaamheden om, nog opdracht heeft gegeven voor het plaatsen van een balkonhek. Daarop zien de kosten voor extra materiaal. [eiseres] heeft hiertegen aangevoerd, dat [gedaagde] zelf had aangeboden om een balkonhek te maken en dat zij had begrepen dat dit in de aanneemsom was inbegrepen.
7.De beslissing
€ 1.217,32;
dagvaarding € 112,74
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 960,00;