ECLI:NL:RBNHO:2020:6537

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
24 augustus 2020
Zaaknummer
C/15/294965 / HA ZA 19-665
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitbetaling van overwaarde van een woning en aansprakelijkheid van de notaris

In deze zaak vordert eiser, een in Finland woonachtige vrouw, betaling van de overwaarde van haar woning door de notaris, Nu Notarissen B.V. Eiser en haar echtgenoot hebben in 2011 een woning gekocht en zijn in 2015 naar Finland verhuisd. De Belastingdienst heeft in 2015 beslag gelegd op de woning van eiser in verband met een belastingschuld van haar echtgenoot. Eiser heeft de woning via een makelaar te koop aangeboden en de notaris is ingeschakeld voor de verkoop. Na de verkoop is de netto-opbrengst van de woning, die € 57.503,01 bedroeg, door de notaris aan de Belastingdienst overgemaakt, wat eiser als onrechtmatig beschouwt. Eiser stelt dat de notaris haar niet heeft geïnformeerd over de uitbetaling aan de Belastingdienst en dat zij recht heeft op de overwaarde van de woning. De rechtbank oordeelt dat de notaris niet onrechtmatig heeft gehandeld. De notaris had de zorgplicht om ervoor te zorgen dat de woning vrij van beslagen werd geleverd en heeft gehandeld conform de afspraken die met de partijen zijn gemaakt. Eiser was op de hoogte van het beslag en had de mogelijkheid om bezwaar te maken, maar heeft dit nagelaten. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt haar in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/294965 / HA ZA 19-665
Vonnis van 26 augustus 2020
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
advocaat mr. W.M. de Bruijn te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NU.NOTARISSEN B.V.,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde,
advocaten mr. W.A.M. Rupert en mr. M.B.G. Stevens te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Nu Notarissen genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 18 december 2020
  • de pleitnota's van [eiser] en Nu Notarissen, en de aanvullende stukken van partijen, overgelegd op de mondelinge behandeling van 15 juli 2020.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] en haar echtgenoot [A.] zijn gehuwd naar buitenlands recht. Zij zullen hierna gezamenlijk [eiser] c.s. worden genoemd.
2.2.
Tot halverwege 2015 heeft [eiser] c.s. in Nederland gewoond. Zij zijn toen naar Finland verhuisd en wonen daar ook nu.
2.3.
Op 11 mei 2011 heeft [eiser] c.s. de woning [adres] (hierna: de woning) gekocht. Ter financiering van de aankoop heeft [eiser] c.s. een hypothecaire geldlening afgesloten bij de ABN AMRO Bank.
2.4.
De Belastingdienst heeft [A.] persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van een zakelijke belastingschuld voor niet-betaalde omzetbelasting van € 780.758,00.
2.5.
Het Functioneel Parket Amsterdam heeft op 18 maart 2015 de woning ex artikel 94 Wetboek van Strafvordering in beslag genomen, met als doel het aantonen van wederrechtelijk verkregen voordeel en/of verbeurd verklaring van de woning.
2.6.
[eiser] heeft de Belastingdienst op 22 juli 2015 verzocht om het beslag op te heffen, voor zover gelegd op haar eigendommen, en de goederen waarvan zij 50% eigenaar is, waaronder de woning. De Belastingdienst heeft daar geen gehoor aan gegeven.
2.7.
In verband met hun verhuizing naar Finland heeft [eiser] c.s. halverwege 2015 de woning via Eigenhuisonline Makelaars B.V. (hierna: de makelaar) te koop aangeboden.
2.8.
De tussenpersoon van de kopers heeft Nu Notarissen op 6 oktober 2015 laten weten dat tussen haar cliënten en de verkopers overeenstemming was bereikt over een koopsom van € 430.000,00, waarbij zij Nu Notarissen verzoekt om de koopakte op te stellen, en nadat deze was getekend en aan de daarin opgenomen voorwaarden was voldaan, de leveringsakte te laten passeren.
2.9.
Op 7 oktober 2015 bevestigt de makelaar aan Nu Notarissen dat [eiser] c.s. hem gemachtigd heeft om de koopakte te ondertekenen en namens hen op te treden.
2.10.
Op 13 oktober 2015 heeft de Belastingdienst ten laste van [A.] executoriaal beslag op de woning gelegd. Het beslag is op 14 oktober 2015 ingeschreven in het kadaster. In het proces-verbaal van beslag staat het volgende:
"(…)
Het beslag is door mij, belastingdeurwaarder, gelegd op de volgende onroerende zaken:
Het kadastraal object: Wonen
staande en gelegen te [adres]
aan [adres] (…)
½ eigendom: [A.], van [geboortedatum]
½ eigendom: [eiser], van [geboortedatum]
(…)"
2.11.
Nu Notarissen heeft de makelaar van [eiser] ervan op de hoogte gesteld dat op de woning een strafvorderlijk beslag lag, en dat de Belastingdienst de woning had beslagen. De makelaar heeft Nu Notarissen op 15 oktober 2015 laten weten dat de Belastingdienst na opgave van de kosten en opbrengst zal meewerken aan het transport. Na toezending van de voorlopige nota van afrekening heeft de Belastingdienst op 3 november 2015 het volgende aan Nu Notarissen geschreven:
"(…)
Onze dienst is bereid om medewerking te verlenen aan de opheffing van het beslag op de woning aan de [adres] ten behoeve van de voorgenomen verkoop onder voorwaarde dat het bedrag dat overblijft na aftrek van de kosten naar onze dienst wordt overgemaakt.
(…)"
2.12.
Op 13 november 2015 heeft de ondertekening van de koopakte plaatsgevonden. [eiser] c.s. hebben hun vriend [B.] gemachtigd om namens hen de koopakte te ondertekenen. In de toepasselijke Algemene Bepalingen staat het volgende:
"(…)
Omschrijving leveringsverplichting
Artikel 1
1.
Verkoper is verplicht Koper eigendom dan wel erfpacht of recht van opstal te leveren, die/dat: (…)
b. niet is bezwaard met beslagen of hypotheken of inschrijvingen daarvan dan wel met andere beperkte rechten behoudens de eventueel in dit koopcontract vermelde; (…)
2.
Verkoper en Koper verlenen hierbij de Notaris en zijn medewerkers een volmacht om:
a.
om al datgene te doen (waaronder begrepen het opzeggen van leningen) dat nodig is om doorhaling te verkrijgen van inschrijvingen van hypotheken en/of beslagen waarmee het verkochte is belast, alsmede om die doorhaling te bewerkstelligen;
(…)"
2.13.
Nu Notarissen heeft [eiser] c.s. een door hen te ondertekenen volmacht tot levering van de woning aan de kopers gestuurd, waarin ruimte was vrijgelaten voor opgave van het rekeningnummer waarop de netto-opbrengst kon worden overgemaakt. [eiser] c.s. heeft de volmacht op 17 december 2015 ondertekend, en met invulling van het rekeningnummer van [eiser] in de daartoe opengelaten vrije ruimte, na legalisatie door een Finse notaris, aan Nu Notarissen geretourneerd.
2.14.
Nu Notarissen heeft op 22 december 2015 het volgende aan [eiser] c.s. geschreven:
"(…)
In verband met de verkoop van bovenstaand perceel ontvangt u hierbij:
  • een concept van de akte van levering;
  • de nota van afrekening.
Wanneer in deze stukken nog wijzigingen of correcties moeten worden aangebracht, verzoek ik u vriendelijk deze tijdig aan mij door te geven.
(…)"
2.15.
De notariële akte van levering is gepasseerd op 28 december 2015. De bijbehorende nota van afrekening sluit op een bedrag van € 0,00, omdat van de koopsom de ABN AMRO Bank, de makelaar, en na aftrek van overige kosten, het restant van € 57.503,01 aan de Belastingdienst is betaald ter aflossing van de belastingschuld van [A.].
2.16.
Na toezending van de akte van levering heeft [eiser] c.s. op 4 januari 2016 het volgende aan Nu Notarissen geschreven:
"Hello and happy new year!
May I ask to where that our profit of 57.503,01 Eur went to? I think we need to have some information regarding it due to we need to able to clarify matter and demand it needed, it's return from authorities who are maybe holding it, as it was illigally seized.
(…)"
2.17.
De advocaat van [eiser] heeft Nu Notarissen op 29 november 2018 verzocht een schadevergoeding van € 28.751,00 te voldoen, voortvloeiend uit de wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen jegens [eiser] door zonder haar opdracht of mandaat in te stemmen met uitbetaling van de overwaarde aan de Belastingdienst. Nu Notarissen bij brief van 21 december 2018 iedere aansprakelijkheid van de hand gewezen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – Nu Notarissen te veroordelen tot betaling aan haar van € 57.503,01, primair uit hoofde van nakoming van de overeenkomst van opdracht, subsidiair als schadevergoeding na het toerekenbaar tekortschieten van Nu Notarissen in de nakoming van de opdracht, en meer subsidiair als vergoeding van de schade die door het onrechtmatig handelen van Nu Notarissen is ontstaan, telkens te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten en nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de Belastingdienst onrechtmatig beslag op haar aandeel in de woning heeft gelegd omdat naar Fins huwelijksvermogensrecht tussen de echtgenoten sprake is van volledig gescheiden vermogens, en [eiser] daarom niet aansprakelijk is voor de schulden van haar echtgenoot. Hoewel de volmacht van 17 december 2015 er niet toe strekt namens [eiser] afstand te doen van recht op het beslagen aandeel van [eiser] in de woning, heeft Nu Notarissen zonder [eiser] daarover te informeren betalingsafspraken met de Belastingdienst gemaakt, en is Nu Notarissen tot uitbetaling overgegaan van de netto-opbrengst aan de Belastingdienst. Omdat expliciet in de volmacht van 17 december 2015 staat dat Nu Notarissen de netto-opbrengst zal overmaken naar het door [eiser] opgegeven rekeningnummer, en deze verbintenis nog steeds bestaat, vordert [eiser] primair Nu Notarissen te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de netto-opbrengst ten bedrage van € 57.051,03. Subsidiair vordert [eiser] betaling van dat bedrag als schadevergoeding na wanprestatie. Volgens [eiser] bestond tussen partijen een overeenkomst van opdracht, op grond waarvan Nu Notarissen verplicht was de overwaarde aan [eiser] over te maken. Omdat Nu Notarissen de verplichting tot betaling aan [eiser] niet is nagekomen, lijdt [eiser] schade tot een bedrag € 57.051,03. Meer subsidiair legt [eiser] aan haar vordering ten grondslag dat Nu Notarissen niet heeft gehandeld als een maatmannotaris omdat Nu Notarissen de op haar rustende notariële zorgplicht heeft geschonden door [eiser], die de Nederlandse taal niet beheerst, zonder toelichting, uitgebreide, in het Nederlands opgestelde stukken aan [eiser] de te sturen, niet te controleren of de verstrekkende volmacht in overeenstemming was met de wil van [eiser], en haar niet te waarschuwen voor de zeer nadelige rechtsgevolgen. [eiser] vordert Nu Notarissen te veroordelen tot betaling van de schade die zij daardoor lijdt, zijnde € 57.051,03.
3.3.
Nu Notarissen voert verweer met als conclusie dat de vorderingen moeten worden afgewezen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] betwist niet dat zij op grond van de koopakte verplicht waren de woning vrij van beslagen of hypotheken of inschrijvingen daarvan aan de kopers te leveren, en dat [eiser] c.s. samen met de kopers aan Nu Notarissen volmacht heeft verleend om al datgene te doen dat nodig is om doorhaling te verkrijgen van inschrijvingen van hypotheken en/of beslagen waarmee de woning is belast te bewerkstelligen. Voorts staat vast dat de woning belast was met een executoriaal beslag van de Belastingdienst, en het recht van hypotheek van de ABN AMRO Bank. Aangezien het geschil tussen partijen geen betrekking heeft op het recht van de bank, zal de rechtbank dit buiten beschouwing laten.
4.2.
Als uitgangspunt geldt dat op een notaris voor wie een akte wordt verleden, een zwaarwegende zorgplicht rust ter zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen welke zijn beoogd met de in die akte opgenomen rechtshandelingen (HR 28 september 1990, NJ 1991, 473). Wordt met het oog op de levering van een onroerende zaak ter uitvoering van een koopovereenkomst een akte van levering verleden, terwijl de verkoper zich bij de koopovereenkomst jegens de koper heeft verbonden de verkochte onroerende zaak vrij van hypotheken en beslagen te leveren, dan vloeit uit de genoemde zorgplicht van de notaris niet alleen voort dat hij het nodige verricht teneinde te bereiken dat de met de levering van de verkochte onroerende zaak beoogde overdracht zich verwezenlijkt, maar ook dat hij het nodige verricht om te bewerkstelligen dat de koper de verkochte onroerende zaak vrij van hypotheken en beslagen verwerft. Daarvoor is in de regel noodzakelijk dat de ten laste van de verkoper bestaande vorderingen waarvoor hypotheken en beslagen op de verkochte onroerende zaak zijn ingeschreven, worden voldaan, zodat de hypotheken en beslagen tenietgaan respectievelijk vervallen en de betrokken hypotheekhouders en beslagleggers machtiging verstrekken tot doorhaling van de bestaande inschrijvingen (Hof Den Haag 10 februari 2005, ECLI:NL:GHSGR:2005:AT4884).
4.3.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft Nu Notarissen binnen dit kader gehandeld bij uitvoering van de opdracht van de kopers en verkopers en heeft Nu Notarissen daarbij niet onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld door de overwaarde aan de Belastingdienst te voldoen. De notariële zorgplicht vindt haar grens daar waar de notaris goede grond heeft te vertrouwen dat de betreffende belanghebbende zichzelf reeds op de hoogte had gesteld of dat deze tevoren reeds voldoende inzicht had in hetgeen voor die gevolgen vereist was (HR 27-03-1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0557). Ondanks het bezwaarschrift dat [eiser] op 22 juli 2015 aan de Belastingdienst stuurde, wat niet tot het door haar beoogd resultaat heeft geleid, heeft [eiser] c.s. de woning verkocht, zoals vastgelegd in de notariële koopakte van 13 november 2015. Zij was kennelijk op de hoogte van het executoriaal gelegde beslag op de woning, omdat de makelaar met de Belastingdienst in gesprek was over de onderhandse verkoop van de woning. Niet betwist is dat van Nu Notarissen bij de ondertekening kopers en verkopers een uitgebreide toelichting op de koopakte heeft gegeven, onder meer over het feit dat van de koopsom eerst de bank en de beslaglegger zouden worden voldaan. Het had op de weg van [eiser] gelegen om (in elk geval) op dat moment kenbaar te maken dat het beslag van de Belastingdienst op haar aandeel in de woning volgens haar onrechtmatig is gelegd, en dat zij daarom niet kon instemmen met uitbetaling van de overwaarde aan de Belastingdienst. [eiser] c.s., althans hun gevolmachtigde, heeft echter gezwegen. Anders dan [eiser] stelt, wordt het voorgaande niet beïnvloed door de door haar gestelde taalbarrière en het onvoldoende machtig zijn van de Nederlandse taal terwijl NU Notarissen in het Nederlands communiceerde: de wetenschap van het beslag en de noodzaak van de opheffing daarvan bij de levering, was immers bij haar (en de door haar gevolmachtigden) aanwezig. Het verwijt dat Nu Notarissen [eiser] c.s. de mogelijkheid heeft onthouden om de koop terug te draaien of een volgens [eiser] zeer kansrijk kort geding tot opheffing van het beslag te starten, acht de rechtbank derhalve ongegrond.
4.4.
Nu Notarissen heeft [eiser] c.s. verzocht volmacht te verlenen ten behoeve van de levering, nadat bleek dat zij niet fysiek daarbij aanwezig konden zijn. Uit het feit dat [eiser] c.s. op het document van de volmachtverlening het rekeningnummer mocht invullen waarop na levering de netto-opbrengst zou worden overgemaakt, leidt [eiser] ten onrechte af dat de overwaarde aan haar moest worden overgemaakt. Uit artikel 3:270 lid 1 BW volgt dat onder netto‑opbrengst moet worden verstaan de verkoopprijs, verminderd met hypotheken en beslagen. Daar komt bij dat [eiser] c.s. bij de koopakte Nu Notarissen opdracht had gegeven ervoor te zorgen dat de woning vrij van beslag aan de kopers kon worden geleverd. Gezien deze opdracht, die niet door de volmacht van 17 december 2015 is komen te vervallen, rustte op Nu Notarissen de verplichting te bewerkstelligen dat het beslag niet aan levering in de weg zou staan. Het van de derdenrekening uitbetalen van de overwaarde aan de Belastingdienst acht de rechtbank daarom geen tekortkoming of onrechtmatige handelwijze van de kant van Nu Notarissen. Uitbetaling van de overwaarde aan [eiser] zou immers er toe leiden dat niet kon worden voldaan aan de voorwaarde die de Belastingdienst aan opheffing van het beslag had gesteld. [eiser] mocht er daarom niet van uitgaan dat de overwaarde aan haar zou worden betaald. Overigens leidt de rechtbank uit de e-mail van 4 januari 2016 die [eiser] c.s. stuurde aan Nu Notarissen ook af, dat [eiser] daar niet daadwerkelijk van uitging. Uit deze e-mail volgt dat zij wist dat de overwaarde naar de autoriteiten is overgemaakt en dus niet naar haar bankrekening, terwijl zij daartegen geen bezwaar maakt tegenover Nu Notarissen (zie punt 2.16 van dit vonnis voor de desbetreffende e-mail).
4.5.
De conclusie is dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen. De vraag of [eiser] een vervalsing van de afrekening, aan [eiser] c.s. toegezonden op 22 december 2015, in het geding heeft gebracht, zoals door Nu Notarissen is gesteld, kan daarom buiten bespreking blijven.
4.6.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat niet komt vast te staan of [eiser] zich heeft beroepen op een vervalsing van de eindafrekening, en dus niet vaststaat dat [eiser] misbruik heeft gemaakt van recht, wijst de rechtbank het verzoek van Nu Notarissen om [eiser] te veroordelen in de reële proceskosten af. De kosten aan de zijde van Nu.notarissen worden begroot op:
- griffierecht € 639,00
- salaris advocaat
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)
Totaal € 2.787,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Nu.notarissen tot op heden begroot op € 2.787,00,
5.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.K. Korteweg en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2020. [1]

Voetnoten

1.type: 830