Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[eiser2], vennoot van eiseres sub 1,
[eiser3], vennoot van eiseres sub 1, wonende te [woonplaats],
[gedaagde2], vennoot van gedaagde sub 1,
[gedaagde3], vennoot van gedaagde sub 1,
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 april 2020 met producties 1 tot en met 25 van de zijde van Nelissen c.s.;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring met producties 1 tot en met 6 van de zijde van Lodder c.s.;
- de conclusie van antwoord in het incident tot onbevoegdverklaring met productie 1 van de zijde van Nelissen c.s.
2.Het geschil
3.De beoordeling in het incident
toepasselijkheid van het reglement van FBT en de HBN
koopovereenkomst” (door partijen ook wel het koopbriefje genoemd) van dezelfde datum, waarin het navolgende is vermeld:
(…) Op alle door FBT tot stand gekomen overeenkomsten, alsmede op de rechtsverhouding tussen FBT en Koper en Verkoper is het reglement van FBT van toepassing. Een exemplaar van het Reglement, de daarbij behorende voorwaarden kredietverzekering liggen ten kantore van FBT ter inzage en worden op verzoek om niet toegezonden. (…)”
Voorwaarden van toepassing op de overeenkomst tussen verkoper en koper”) in artikel 13 lid 2 bepaald dat op overeenkomsten die betrekking hebben op boomkwekerijproducten en vaste planten (waar de verkochte pioenrozen volgens de onbetwiste stelling van Lodder c.s. onder vallen), de HBN van toepassing zijn (hierna ook: het doorverwijzingsbeding).