In deze zaak hebben twee passagiers Ryanair DAC aangeklaagd wegens de annulering van hun vlucht van Düsseldorf naar Malaga op 10 augustus 2018. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Ryanair heeft de annulering betwist en een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, namelijk een staking van haar personeel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Ryanair niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de annulering het gevolg was van deze staking en dat zij niet kon aantonen dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de annulering te voorkomen. De rechter oordeelde dat Ryanair verplicht was om compensatie te betalen aan de passagiers, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten werd afgewezen, omdat de passagiers niet voldoende bewijs hadden geleverd voor de gemaakte kosten. De kantonrechter heeft Ryanair veroordeeld tot betaling van € 800,00 aan compensatie, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten van de passagiers.