Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 5 december 2019;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 24 februari 2020;
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- € 75,00 aan buitengerechtelijke incassokosten,
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 4 september 2018.
4.De beoordeling
Een CTOT kan gezien worden als een besluit van de luchtverkeersleiding ten aanzien van een specifiek vliegtuig op een specifieke dag in de zin van overweging 15 van de Considerans van de Verordening, zodat het een buitengewone omstandigheid kan opleveren. Hierin ligt besloten dat ook in geval een dergelijk besluit van Eurocontrol zich heeft voorgedaan ten aanzien van een toestel op een voorafgaande vlucht sprake kan zijn van een buitengewone omstandigheid op de opvolgende vluchten van dat toestel.
Uit de door Easyjet overgelegde productie 1 bij het verweerschrift volgt dat de onderhavige vlucht volgens planning uitgevoerd zou worden door toestel “R-SKED”.
Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan niet worden vastgesteld dat desalniettemin sprake is geweest van de inzet van hetzelfde toestel. Evenmin is gesteld dat er die dag een toestelwisseling heeft plaatsgevonden dan wel op welk tijdstip dit zou zijn geschied. Uit producties 4 en 6 van het verweerschrift volgt weliswaar dat de slottijden meermaals zijn gewijzigd een toestelregistratie ontbreekt. Evenmin volgt de uiteindelijk toegewezen slottijd van 20:57 uur UTC uit het vluchtrapport van de onderhavige vlucht.
Het voorgaande in overweging nemend, kan de kantonrechter niet vaststellen dat de annulering, dan wel nachtelijke vertraging van vlucht EZY 2731, volgens haar eigen productie gepland uit te voeren met toestel ”R-SKED” is veroorzaakt door de opgelegde slottijden op de vlucht van Amsterdam naar Milaan uitgevoerd met toestel “G-EZAT”.