ECLI:NL:RBNHO:2020:6681

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 juli 2020
Publicatiedatum
28 augustus 2020
Zaaknummer
7972116 CV FORM 19-11873
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep van luchtvaartmaatschappij op buitengewone omstandigheden in luchtvaartzaak

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door passagier sub 1, een vordering ingediend tegen Easyjet Airlines Company Limited wegens compensatie voor een vertraagde vlucht van Milaan naar Amsterdam op 23 december 2018. De passagiers vorderden een bedrag van € 750,00 plus wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk restricties van de luchtverkeersleiding. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Easyjet moest echter aantonen dat de vertraging het gevolg was van omstandigheden die zij niet kon voorkomen. De rechter oordeelde dat Easyjet voldoende bewijs had geleverd dat de vertraging inderdaad was veroorzaakt door luchtverkeersleidingrestricties en dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te beperken. Daarom werd het beroep van Easyjet op buitengewone omstandigheden geaccepteerd en werd de vordering van de passagiers afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan Easyjet, aangezien de passagiers ongelijk kregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7972116 \ CV FORM 19-11873
Uitspraakdatum: 8 juli 2020
Beschikking in de zaak van:
1. [passagier sub 1] ,pro se en handelend in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kinderen:
2. [passagier sub 2],
3. [passagier sub 3],
allen wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verder te noemen: de passagiers,
gemachtigde: I. Bor en S. Kiziler-Pekcan,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Easyjet Airlines Company Limited,
gevestigd te Bedforshire (Verenigd Koninkrijk),
verwerende partij,
verder te noemen: Easyjet,
gemachtigde: mr. J. Kumar.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben een vorderingsformulier (formulier A) ingediend, welke op 13 augustus 2019 is ingekomen ter griffie. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord door middel van het antwoordformulier (formulier C), welke op 27 september 2019 is ingekomen ter griffie.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd. Hoewel Easyjet daartoe in de gelegenheid is gesteld, heeft zij niet meer gereageerd.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers op 23 december 2018 diende te vervoeren van Milaan (Italië) naar Amsterdam-Schiphol met vlucht EZY 2729, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de planning zou de vlucht om 18:25 uur lokale tijd uit Milaan vertrekken en om 20:20 uur lokale tijd in Amsterdam arriveren. De vlucht is met een vertraging van meer dan drie uur uitgevoerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.5.
De passagier sub 1 is door de kantonrechter gemachtigd de onderhavige procedure namens haar minderjarige kinderen, de passagiers sub 2 en sub 3, te voeren.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagiers verzoeken Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 750,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 112,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 23 december 2018;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per persoon. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Easyjet van buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
Easyjet betwist de verschuldigdheid van het verzochte. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn gearriveerd, zodat er in beginsel een compensatieplicht rust op Easyjet. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden die zij ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon voorkomen, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
4.3.
Easyjet heeft aangevoerd de vertraging van de vlucht is veroorzaakt door restricties van de luchtverkeersleiding op zowel de direct voorafgaande vlucht van Londen Gatwick naar Milaan als op de onderhavige vlucht van Milaan naar Amsterdam-Schiphol. Easyjet heeft toegelicht dat het toestel met registratie OE-IZD volgens de planning om 15:00 uur UTC zou vertrekken uit Londen Gatwick en om 16:50 uur UTC in Milaan zou arriveren. Voorafgaand aan het vertrek uit Londen kreeg het toestel echter meerdere slottijden van de luchtverkeersleiding opgelegd waardoor het toestel niet op de geplande vertrektijd kon vertrekken, aldus Easyjet. Ter onderbouwing verwijst Easyjet onder meer naar “actual flight info” en naar “flight leg information” van de voorafgaande vlucht, die zij als producties 3 en 5 heeft overgelegd. De passagiers stellen in repliek dat Easyjet geen bewijs afkomstig van de luchtverkeersleiding heeft overgelegd om de opgelegde restricties te onderbouwen. Nog daargelaten dat dit bezwaarlijk als een betwisting van de door Easyjet aangevoerde feiten en omstandigheden kan gelden, kan de kantonrechter het standpunt van de passagiers niet volgen. Uit de overgelegde “flight leg information” volgt immers dat Eurocontrol aanleiding heeft gezien om uiteindelijk een slottijd van 16:28 uur UTC toe te wijzen, waardoor het toestel met een vertraging van 1 uur en 12 minuten van de stand in Londen is vertrokken en uiteindelijk met een vertraging van 1 uur en 1 minuut te Milaan is gearriveerd.
4.4.
Voorts heeft Easyjet aangevoerd dat er een aanvullende vertraging is ontstaan doordat de onderhavige vlucht eveneens een latere slottijd kreeg toegewezen van de luchtverkeersleiding. Easyjet verwijst in dit kader naar de “actual flight info” en “flight leg information” van de onderhavige vlucht Milaan – Amsterdam, die als producties 6 en 8 zijn overgelegd. Easyjet licht toe dat de vlucht volgens het schema om 17:25 uur UTC (18:25 uur lokale tijd) uit Milaan had moeten vertrekken, echter doordat er uiteindelijk een slottijd van 21:26 uur UTC door de luchtverkeersleiding werd toegewezen, is het toestel om 21:08 uur UTC van de stand in Milaan vertrokken en uiteindelijk met een vertraging van 4 uur en 24 minuten te Amsterdam gearriveerd. De passagiers hebben dat onweersproken gelaten, zodat het verweer van Easyjet als onvoldoende weerlegd is komen vast te staan.
4.5.
De vraag die vervolgens beoordeeld dient te worden is of Easyjet alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen dan wel te beperken. Easyjet heeft in dat verband aangevoerd dat zij op het moment dat de slottijd van 21:26 uur UTC was toegewezen wist dat haar bemanning de wettelijke diensturen zou overschrijden indien de vlucht met de oorspronkelijke bemanning vertraagd uitgevoerd zou worden. Easyjet heeft daarom reserve bemanningsleden naar Milaan laten invliegen, die daar om 19:10 uur UTC zijn gearriveerd, zodat de vlucht alsnog kon worden uitgevoerd. Niet gebleken is dat Easyjet meer of andere maatregelen had kunnen nemen om de vertraging van de passagiers te beperken.
4.6.
Gelet op het voorgaande moet de conclusie dan ook zijn dat het beroep van Easyjet op buitengewone omstandigheden slaagt. Het verzoek van de passagiers zal om die reden worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van Easyjet tot en met vandaag worden begroot op € 120,00 aan salaris gemachtigde aan de zijde van Easyjet en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 60,00 aan nakosten, voor zover die kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking;
5.3.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter