Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“
Zou jij zo vriendelijk willen zijn om bijgaande badkamer in te plannen?(…)Hoop dat jij dit kan organiseren met [naam 2].”
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
kan niet worden geconcludeerd dat tussen [naam 2] en Sanisale een overeenkomst tot stand is gekomen. De door [eiser] overgelegde e-mail van Sanisale van 16 oktober 2018 is gericht aan [eiser] zelf en niet aan [naam 2]. Vast staat verder dat [eiser] het aanspreekpunt is voor Sanisale. Eveneens staat vast dat [naam 2] zijn factuur aan [eiser] heeft gestuurd en dat zijn factuur tot een bedrag van € 2.000,00 is voldaan door [eiser]. Voorts staat vast dat Sanisale alleen een bedrag aan [eiser] heeft voldaan. [eiser] heeft vervolgens de door [naam 2] bij hem in rekening gebrachte werkzaamheden tot een bedrag van € 2.000,00 voldaan. Onder deze omstandigheden moet worden aangenomen dat sprake is van enerzijds een overeenkomst tussen Sanisale en [eiser] tot het realiseren van een badkamer en anderzijds een overeenkomst tussen [eiser] en [naam 2] tot het uitvoeren van het tegelwerk in deze badkamer door [naam 2]. De kantonrechter volgt dus [naam 2] in zijn stelling dat hij door [eiser] is ingeschakeld om – in het kader van een door Sanisale aan [eiser] verstrekt project - in opdracht en voor rekening van [eiser] tegelwerkzaamheden te verrichten. Dat betekent dat [eiser] gehouden is voor deze werkzaamheden te betalen. Niet is onderbouwd dat [naam 2] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst.Dat [naam 2] pas betaald zou worden als [eiser] zijn geld van Sanisale zou ontvangen, is betwist en bovendien niet komen vast te staan.