ECLI:NL:RBNHO:2020:6711

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 juli 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
7883475 CV EXPL 19-9661
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot proceskostenvergoeding na doorhaling van luchtvaartzaak

In deze zaak hebben de passagiers, vertegenwoordigd door mr. D.R. Kluft van Claimingo B.V., op 2 juli 2019 een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines C.V. De passagiers hebben op 13 mei 2020 verzocht om doorhaling van de zaak op de rol. Transavia heeft hierop gereageerd met een verzoek om proceskostenveroordeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers hun vordering hebben ingetrokken en zijn daardoor gehouden om de proceskosten van Transavia te vergoeden. Transavia heeft een bedrag van € 270,00 verzocht, maar de kantonrechter heeft dit bedrag verlaagd naar € 180,00, omdat er geen aanleiding was om een halve punt toe te kennen voor de door Transavia genomen akte. De kantonrechter heeft de passagiers veroordeeld tot betaling van de proceskosten en nakosten, voor zover deze daadwerkelijk door Transavia worden gemaakt. Het vonnis is uitgesproken op 8 juli 2020 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7883475 CV EXPL 19-9661
Uitspraakdatum: 8 juli 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2. [passagier sub 2]

3. [passagier sub 3]

allen wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. D.R. Kluft (Claimingo B.V.)
tegen
de commanditaire vennootschap
Transavia Airlines C.V.
gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Transavia
gemachtigde: mr. M. Reevers

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 2 juli 2019 een vordering tegen Transavia ingesteld. Transavia heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben bij brief van 13 mei 2020 aan de kantonrechter verzocht om over te gaan tot doorhaling van de zaak op de rol. Transavia heeft vervolgens bij akte van 10 juni 2020 om een proceskostenveroordeling verzocht.

2.De beoordeling

2.1.
Aangezien de passagiers de vordering hebben ingetrokken zijn zij gehouden om de proceskosten van Transavia te vergoeden. Transavia verzoekt om minimaal een bedrag ter hoogte van € 270,00 (1,5 punt x tarief € 180) toe te wijzen, te vermeerderen met de nakosten.
2.2.
De kantonrechter overweegt als volgt. Transavia heeft in de onderhavige procedure schriftelijk geantwoord op de dagvaarding en een akte genomen ten aanzien van het verzoek tot doorhaling van de passagiers. De kantonrechter ziet echter geen aanleiding om een halve punt toe te kennen voor de door Transavia genomen akte. De proceskosten van Transavia worden derhalve begroot op een bedrag van € 180,00 (1 punt x tarief € 180,00). De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Transavia worden gemaakt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Transavia worden vastgesteld op een bedrag van € 180,00 aan salaris van de gemachtigde van Transavia;
3.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 90,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Transavia worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
3.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter