ECLI:NL:RBNHO:2020:6727

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
31 augustus 2020
Zaaknummer
8041334 CV EXPL 19-13741
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Swiss International Air Lines A.G. wegens vertraging van zijn vlucht van Amsterdam naar Zürich op 15 juni 2019. De passagier vorderde compensatie van € 600,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. Swiss betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk instructies van de luchtverkeersleiding die de oorspronkelijke vertrektijd van de vlucht hadden gewijzigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier met meer dan drie uur vertraging op de eindbestemming is aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, Swiss moest aantonen dat de vertraging het gevolg was van omstandigheden die zij niet had kunnen vermijden. De rechter oordeelde dat Swiss voldoende bewijs had geleverd dat de vertraging inderdaad het gevolg was van buitengewone omstandigheden, en dat de passagier de aansluitende vlucht had gemist door deze vertraging. De vordering van de passagier werd afgewezen, en hij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8041334 CV EXPL 19-13741
Uitspraakdatum: 15 juli 2020
Vonnis in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats] (Verenigde Staten van Amerika)
eiser
hierna te noemen: de passagier
gemachtigden: mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Swiss International Air Lines A.G.
gevestigd te Bazel (Zwitserland) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: Swiss
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 6 augustus 2019 een vordering tegen Swiss ingesteld. Swiss heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Swiss een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met Swiss een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Swiss de passagier op 15 juni 2019 diende te vervoeren van Amsterdam naar Zürich (Zwitserland) met vlucht LX729 en van Zürich naar Boston (Verenigde Staten van Amerika) met vlucht LX52, hierna: de vlucht.
2.2.
Vlucht LX729 is vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft de aansluitende vlucht gemist en is met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagier heeft compensatie van Swiss gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Swiss heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat Swiss, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Swiss vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
Swiss betwist de vordering. Zij voert aan dat de vertraging het gevolg is van (doorwerking van ) buitengewone omstandigheden. Vlucht LX729 maakt onderdeel uit van de rotatievlucht LX728/729. De vertraging van vlucht LX729 is het gevolg van de latere aankomst in Amsterdam van de voorafgaande vlucht LX728. De reden van deze vertraging is dat vlucht LX728 instructies van de luchtverkeersleiding diende op te volgen. De luchtverkeersleiding had de oorspronkelijke CTOT (Calculated Take Off Time) ingetrokken en een nieuwe CTOT aan het toestel toegekend. Swiss had hier geen invloed op en kon vlucht LX728, en daardoor ook vlucht LX729, alleen met vertraging uitvoeren. De passagier heeft hierdoor de aansluitende vlucht gemist en is omgeboekt naar de eerstvolgende vlucht.
4.2.
Swiss betwist voorts buitengerechtelijke kosten verschuldigd te zijn aan de passagier.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming, zodat Swiss op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Swiss kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient een luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de buitengewone omstandigheden kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot de langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
De vraag die voorligt is of Swiss met de door haar overgelegde producties en haar toelichting daarop voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van de passagier het gevolg is geweest van een door de luchtverkeersleiding genomen besluit.
5.4.
Ter onderbouwing van haar standpunt heeft Swiss het vluchtrapport en de ‘slot history’ van de voorafgaande vlucht LX728 overgelegd. Uit het vluchtrapport volgt dat het toestel 10 minuten vertraging had wegens een verlate aankomst van een voorgaande vlucht (vertragingscode 93:
AIRCRAFT ROTATION, late arrival of aircraft from another flight or previous sector). Daarnaast had vlucht LX728 een vertrekvertraging van 29 minuten wegens weersomstandigheden op de plaats van bestemming (vertragingscode 84:
ATFM due to WEATHER AT DESTINATION). De passagier betwist dat de rotatievertraging van 10 minuten het gevolg is van buitengewone omstandigheden. Met Swiss is de kantonrechter van oordeel dat de passagier - gelet op de totale aankomstvertraging van 75 minuten van vlucht LX729 - ook zonder deze rotatievertraging van vlucht LX728 de aansluitende vlucht zou hebben gemist. Swiss licht toe dat de luchtverkeersleiding bovendien reeds twee uur voor de schemavertrektijd van vlucht LX728 de oorspronkelijke CTOT van 10:30 uur UTC introk en verving voor de CTOT van 11:48 uur UTC wegens weersomstandigheden op de plaats van bestemming. De CTOT is vervolgens nog diverse keren gewijzigd. Uiteindelijk heeft vlucht LX728 gebruik gemaakt van de CTOT van 11:20 uur UTC. Een luchtvaartmaatschappij is altijd verplicht een CTOT op te volgen, Swiss had hier geen invloed op. Het besluit van de luchtverkeersleiding is derhalve aan te merken als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.5.
Voldoende is gebleken dat de vertraging van vlucht LX728 doorwerkt op de onderhavige vlucht LX729. Uit het door Swiss overgelegde vluchtrapport van vlucht LX729 volgt dat het toestel een vertrekvertraging van 15 minuten had wegens vertragingscode 93. Daarnaast had vlucht LX729 een vertraging van 75 minuten die te wijten was aan factoren op de plaats van bestemming Amsterdam (vertragingscode 89). Deze code staat voor:
RESTRICTIONS AT AIRPORT OF DEPARTURE WITH OR WITHOUT ATFM RESTRICTIONS, including Air Traffic Services, start-up and pushback, airport and or runway closed due to obstruction or weather, industrial action, staff shortage, political unrest, noise abatement, night curfew, special flights. Onder verwijzing naar de ‘slot history’ van vlucht LX729 licht Swiss toe dat de in het vluchtrapport vermelde vertragingscode 89 onjuist lijkt te zijn, omdat de ‘slot history’ vertragingscode 84 noemt. Het dagrapport van de luchthaven van Zürich ondersteunt dit standpunt van Swiss. De passagier heeft de reden van de vertrekvertraging van vlucht LX729 niet betwist. Uit de ‘slot history’ volgt verder dat de luchtverkeersleiding wederom twee uur voor de schemavertrektijd de oorspronkelijke CTOT van 10:55 uur UTC introk en een nieuwe CTOT van 13:29 uur UTC aan het toestel toekende. De CTOT is nog diverse keren veranderd en uiteindelijk heeft vlucht LX729 gebruik gemaakt van de CTOT van 14:35 uur UTC. Vlucht LX729 is met een vertraging van 75 minuten om 15:45 uur UTC in Zürich aangekomen. De passagier heeft de aansluitende vlucht LX52 naar Boston met schemavertrektijd van 15:30 uur UTC gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier van meer dan drie uur op de eindbestemming is dus het directe gevolg geweest van de vertraagde vlucht LX729. Ten gevolge hiervan heeft de passagier de aansluitende vlucht LX52 naar Boston gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier op de eindbestemming is dan ook het gevolg van buitengewone omstandigheden.
5.6.
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of Swiss alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te voorkomen. Swiss heeft aangevoerd dat de minimale overstaptijd op de luchthaven van Zürich circa 30 minuten beloopt. Anders dan dit te stellen heeft Swiss dit niet onderbouwd. De passagier had oorspronkelijk een overstaptijd van 60 minuten. Naar het oordeel van de kantonrechter dient een luchtvaartmaatschappij bij het boeken van de vlucht voldoende overstaptijd in acht te nemen om eventuele vertragingen op te kunnen vangen. In het onderhavige geval had de passagier een aankomstvertraging van 75 minuten. Los van het antwoord op de vraag of Swiss voldoende reservetijd in acht heeft genomen, kon de passagier - gelet op de hoogte van de aankomstvertraging - de aansluitende vlucht niet meer halen. Swiss heeft de passagier omgeboekt naar andere vluchten, via Frankfurt, naar de eindbestemming Boston. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van Swiss worden verwacht.
5.7.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagier worden afgewezen. De overige verweren van Swiss behoeven geen bespreking meer.
5.8.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat deze ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Swiss worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Swiss en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter