Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties van [eiser]
- de producties van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde] .
- [eiser] , statutair bestuurder van [eiser] , vergezeld van zijn echtgenote [naam]
- mr. Willemsen voornoemd
- [gedaagde] , vergezeld van zijn echtgenote [naam]
- mr. Van Atten voornoemd.
2.De feiten
de/het in bijlage 1 nader omschreven voorraad, machines en wagenpark);
Alle administratie en boekhouding voor zover betrekking hebbende op het verkochte;
Goodwill;
Alle rechten op de handelsnaam “(Loodgieters- en Installatiebedrijf) [gedaagde] ”;[waaraan handgeschreven is toegevoegd en door alle ondertekenende partijen van een paraaf is voorzien:]
met uitzondering van de naam “ [gedaagde] [plaats] ”, zoals samen overeengekomen.
De (ver)koopprijs is vastgesteld op € 80.000 (zegge: tachtigduizend euro). Indien verkoper er niet uiterlijk 1 juni 2019 in is geslaagd een nieuw vast personeelslid voor koper te werven (die voldoet aan de door koper in een vacature gestelde voorwaarden) zal de koopprijs per genoemde datum worden verlaagd naar € 60.000 (zegge: zestigduizend euro).
Partijen verplichten zich tot volledige geheimhouding van alle kennis en (ondernemings) gegevens, waarvan zij kennis hebben genomen in het kader van de onderhandelingen welke tot deze overeenkomst hebben geleid en waarvan de vertrouwelijkheid geacht kan worden hen bekend te zijn. Bij overtreding door een der partijen van voornoemde geheimhoudings-verplichting zal de nalatige partij door de enkele daad van die overtreding, zonder dat een ingebrekestelling is vereist, een boete van € 20.000 (zegge: twintigduizend euro) ten behoeve van de wederpartij verbeuren, onverminderd diens recht volledige schadevergoeding te vorderen.
Met het oog op de (ver)koop verbinden verkoper, alsmede, blijkens mede-ondertekening van deze overeenkomst, de heer [gedaagde] , zich jegens de koper om – behoudens in goed overleg met koper – gedurende een periode van twee jaar na 1 januari 2019:
niet – hetzij direct, hetzij indirect, al dan niet voor eigen rekening, dan wel in dienst van een ander – in hel gebied waarin de verkochte onderneming werkzaam was een met de verkochte onderneming vergelijkbare onderneming, te welen een loodgieters- en/of installatiebedrijf te exploiteren dan wel daarbij betrokken te zijn;
niet – hetzij direct, hetzij indirect, al dan niet voor eigen rekening, dan wel in dienst van een ander - opdrachten te aanvaarden van c.q. overeenkomsten aan te gaan met c.q. werkzaamheden te verrichten voor ondernemingen en relaties die ten tijde van de datum van overdracht tot de directe relaties en afnemers van de onderneming van verkoper konden worden gerekend, ongeacht op wiens initiatief het contact tol stand komt. Onder directe relaties en afnemers worden verslaan relaties en afnemers met wie verkoper in de twee jaar voor 1 januari 2019 een overeenkomst is aangegaan, dan wel een levering of een offerte heeft doen toekomen.
Ingeval van een Inbreuk op één of meer van de in lid 2 opgenomen verplichtingen verbeurt de inbreukmakende partij aan koper een direct opeisbare boete groot € 35.000 (zegge: vijfendertigduizend euro) voor iedere inbreuk, alsmede een direct opeisbare boete van € 1.000 (zegge; duizend euro) voor iedere dag dat de inbreuk voortduurt, zonder dat enige ingebrekestelling of gerechtelijke tussenkomst vereist is en onverlet het recht van koper om volledige vergoeding te vorderen van de ten gevolge van de inbreuk geleden schade, voor zover deze het bedrag van de verbeurde boete(s) te boven gaat.
Ter bevestiging van de gebondenheid aan het verklaarde in artikel 12 lid 2 en lid 3 (concurrentie- en boetebeding)”.
Het vervangen van de bestaande cv ketel voor een Intergas KombiKompact HRE 28/24A” (hierna: de Offerte), welke offerte in handen van [eiser] is gekomen.
3.Het geschil
te gebieden om binnen twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, iedere inbreuk op het beding van non-concurrentie ex artikel 12 lid 2 van de overeenkomst verkoop van onderneming, direct dan wel indirect, te staken en gestaakt te houden;
te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 5.000,-, voor iedere overtreding per dag dat gedaagde met de gehele of gedeeltelijke nakoming van de onder 1 verzochte bevel in gebreke blijft;
te veroordelen om aan eiseres bij wijze van voorschot te betalen de verbeurde boete van € 35.000,=;
te veroordelen in de proceskosten, het salaris en de verschotten van de advocaat van eiseres daaronder begrepen, met bepaling dat de wettelijke rente verschuldigd zal zijn over de proceskostenveroordeling vanaf de vijftiende dag na het wijzen van het vonnis.
bedrijfte exploiteren, hetgeen [gedaagde] niet doet of heeft gedaan. De bewuste offerte van 15 april 2020 heeft bovendien niet tot een opdracht geleid. Voorts zijn de bedoelde materialen door [gedaagde] (grotendeels) ingekocht ten behoeve van het verbouwen van zijn eigen badkamer. De cv-ketel heeft [gedaagde] ingekocht voor een bevriende relatie, die daardoor het inkoopvoordeel genoot. Het vorderen van de boete is bovendien naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, althans de hoogte ervan komt voor rechterlijke matiging in aanmerking, omdat deze buitensporig is, aldus nog steeds [gedaagde] .
4.De beoordeling
welkewerkzaamheden er mochten worden verricht door [gedaagde] .
ondernemingen en relaties die ten tijde van de datum van overdracht tot de directe relaties en afnemers van de onderneming van verkoper konden worden gerekend”), is niet in geschil. De beide keren dat [gedaagde] werkzaamheden voor een bestaande relatie van [eiser] heeft verricht, heeft hij daaraan voorafgaand toestemming gevraagd – en gekregen – van [eiser] . De betekenis en het doel van het relatiebeding zijn dus kennelijk voor partijen helder. Hetgeen partijen echter verdeeld houdt, is de uitleg van het tussen hen overeengekomen concurrentiebeding als bedoeld in artikel 12 lid 2 onder a.
bedrijf’ op.
nietmocht (het verrichten van loodgieterswerk), mag volgens [gedaagde]
wel(zolang hij dat maar niet doet ter exploitatie van een loodgietersbedrijf)
.Om vast te kunnen stellen wat precies de zin is die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen uit de Overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, is (voorshands door [eiser] te leveren) getuigenbewijs nodig met betrekking tot de interpretatie van het concurrentiebeding, waarvoor dit kort geding zich naar zijn aard niet leent. Reeds om die reden dient de vordering te worden afgewezen.
633,00